HI-VISITRhapsody

HiVisit: Rhapsody-show met Cessaro hoornluidsprekers en True Live Audio versterkers

Werner Ero | 24 februari 2025 | Fotografie Werner Ero | Cessaro

De combinatie Cessaro en True Live Audio bij Rhapsody in Overlangel heeft mij zo weten te verbazen, dat ik de opgedane ervaringen eerst wilde overdenken en op een rijtje zetten. De show rond deze twee merken ligt dan ook alweer een paar maanden achter ons, maar het verslag is wat langer houdbaar. Bij dezen!

Hoorn, zien & zwijgen

Eén van de vele constateringen werd veroorzaakt doordat het hoornprincipe normaliter naast alle voordelen, ook vaak wordt vergezeld door een aantal nadelen. Want wie kent er niet dat soms bijna “schreeuwerige” en nadrukkelijke karakter, waarbij zelfs de kleinste dynamiekverschillen als een spreekwoordelijk kanon op je worden afgevuurd?

Gelukkig zijn er ook merken die deze kenmerken al veel minder hebben, maar bij deze Rhapsody-show waren ze voor het eerst zelfs volledig verdwenen! De hamvraag is nu wat er dan zo anders is aan deze Duitse luidsprekercreaties, en welke invloed de Griekse True Live Audio versterkers daarop hebben?

Zeker diegenen die met enige regelmaat het Rhapsody hoofdkwartier in het Noord-Brabantse Overlangel bezoeken, zullen de meer dan manshoge Cessaro Alpha III weergevers niet zijn ontgaan. Met name omdat het de eerste grote luidsprekers waren die al vanaf de start in het nieuwe onderkomen stonden opgesteld. Voordat ik verder ga met het voorstellen van deze geweldenaren en de veel handzamere en meer conservatief gestileerde Opus 1, eerst een voorstelronde over deze “qualitätsbesessen” fabrikant.

Cessaro Horn Acoustics    

Doordat er ook bij mij nog een hele hoop vragen rond dit voor Nederland nog onbekende luidsprekermerk zijn ontstaan, ben ik blij dat ik de kans krijg om de tijdens de show aanwezige eigenaar en hoofdontwerper Ralph Krebs, de nodige vragen te stellen. Iets waar hij bijzonder bereid voor blijkt te zijn, want Ralph doet niets liever dan uitleggen waarom Cessaro niet alleen zo anders is, maar volgens zijn zeggen ook zoveel beter.

“Cessaro is in 2006 ontstaan met als doel high-end audioproducten te bouwen die niet geplaagd zouden worden door compromissen of tonale beperkingen. Ja, ik weet het, velen beweren hetzelfde, maar wij (Cessaro bestaat uit een team van vier personen, red.) zijn echt maximaal ver gegaan in het elimineren van ieder facet wat ook maar voor de minst mogelijke vermindering in kwaliteit zou kunnen zorgen."

"Wat daarbij een groot verschil met de meeste anderen maakt, is dat we per model nooit vooraf een doelbedrag hebben gesteld. Het enige wat we vooraf wel bepalen, is voor welke ruimteafmeting een bepaald model is bedoeld en hoe ver we willen gaan met de daarmee samenhangende complexiteit. Pas helemaal aan het eind tellen we al deze kosten op en komen dan op een bepaald eindbedrag. Deze werkwijze werkt zich door in ieder detail van onze producten. Daarbij is het meest in het oog (en oor!) springende element natuurlijk de feitelijke hoorn. Waar deze normaliter wordt vervaardigd van houten of gegoten kunststof, zijn onze hoorns zeer veel zwaarder en worden ze vervaardigd uit een nieuw ontwikkeld composiet. Feitelijk zijn het twee schalen met daartussen een speciaal samengestelde vulling van polymeerrubber. Dit is zowel een extreem effectieve wijze om resonanties te bestrijden als tevens een hele kostbare werkwijze."

"Bovendien worden de drivers volledig aangepast door gebruik te maken van een CNC-gefreesde, tweedelige aluminium flens. Om te illustreren waar we dan over praten, weegt de hoorn van de tweeter al 8 kg. Loopt het gewicht al snel op naar 62 kilo voor de midden unit en stijgt tot een heftige 110(!) kilo voor de grote hoorn van het lage midden.”

Luidsprekerunits en kastconstructie

“Om uiteindelijk te kunnen bereiken wat we voor ogen hadden, hebben we ook wat betreft de luidsprekerunits en kastconstructie al snel de gebaande paden verlaten. In de beginfase maakten we nog gebruik van de legendarisch TAD-drivers. Een Japans topmerk waarvan sommige drivermodellen al 38 jaar lang in productie zijn. Maar om alles nog meer zelf te kunnen sturen, hebben we op een gegeven moment besloten om ook deze cruciale onderdelen volledig in eigen huis te gaan ontwikkelen en vervaardigen. Hoewel extreem bewerkelijk en kostbaar, is het ons uiteindelijk gelukt om zelfs dit grote voorbeeld te overtreffen.”

Wanneer ik naar de hier gepresenteerde Alpha III en Opus 1 modellen kijk, ben ik verbaasd hoe jullie bij de kast en panelen tot dit fantastisch spiegelende oppervlak zijn gekomen, opper ik vervolgens als vraag. Ralph moet zichtbaar grinniken. “Dat komt omdat het geen gespoten behuizingen zijn. Voor onze panelen en kasten maken we namelijk gebruik van een specifieke kwaliteit aan PMMA-panelen. Dat is een soort plexiglas waarvan wij een specifieke variant met een veel hogere eigendemping hebben gekozen."

"Om dan alle hoeken naadloos en onzichtbaar te krijgen was nog best een uitdaging. Het eindresultaat is inderdaad adembenemend fraai en geeft de door ons gewenste eindeloze glans en de bijna surrealistisch aandoende perfecte look. Het materiaal heeft trouwens nog een ander voordeel. Want in tegenstelling tot lak of verf is het niet alleen beter bestand tegen krasjes, maar valt het ook in veel gevallen middels polijsten weer onzichtbaar te herstellen.”

De weg naar perfectie

Na deze inleiding begrijp ik dat bij alle facetten van een Cessaro luidsprekerontwerp naar perfectie is gestreefd. Maar is dat de enige reden waarom ze ook gehoormatig zo anders presteren? Ralph wrijft aandachtig over zijn kin terwijl hij zijn verhaal vervolgt. “Het punt is dat echt goede hoornluidsprekers enorm lastig “perfect” te krijgen zijn. Dat begint er al mee dat ook de eventueel aanwezige problemen en artefacten sterk worden uitvergroot. Dus de belangrijke hoornmond moet daadwerkelijk zo optimaal en perfect als maar mogelijk worden bepaald én vervaardigd. Je wil niet weten hoe groot het gehoormatige verschil is dat onze dubbelwandige hoornconstructie maakt."

"We kennen allemaal wel dat soms bijna schreeuwende en vermoeiende geluid wat slechte en middelmatige hoorns kunnen genereren. In het begin is het even “wauw”, maar al snel slaat vermoeidheid tot zelfs irritatie toe en raak je het beu. De voordelen – moeiteloze dynamische contrasten, hoog rendement, live gevoel – die er natuurlijk ook zijn ten spijt. Maar besteed je heel nauwkeurig aandacht aan ieder detail en weet je de bestaande problemen op te lossen, dan bezweer ik je dat niets dichter bij de realiteit komt dan een topklasse hoornluidspreker."

Opus 1

Tijdens deze show wordt voor het eerst officieel met de Alpha III (130.000 euro) gespeeld, terwijl de relatief compacte en nog best conventioneel gestileerde vloerstaande 2-weg Opus 1 (39.000 euro) er al een eerste show bij Rhapsody heeft opzitten (met CH-Precision versterking). Wanneer ik van start ga met de Opus 1, blijkt een belangrijk deel van de waargenomen magie van de nieuwe Cessaro 1-inch beryllium-compressiedriver afkomstig te zijn. Een luidsprekerunit die wordt gecombineerd met een nauwkeurig bepaalde en vervaardigde CNC-gefreesde hoorn. Deze kleine hoorn bovenop de rechthoekige kast, geeft het model zijn kenmerkende uitstraling.

De hoornunit wordt bij dit model gekoppeld aan de voor Cessaro kenners bekende 8-inch Alnico-magneet basunit. De kast bestaat uit hetzelfde speciale composietmateriaal als de grotere vlaggenschipluidsprekers en is met de hand gepolijst tot de eerdergenoemde ongekend fraaie piano-”lak” afwerking. De kast heeft verder een innovatieve poortconstructie voor de lage tonen aan de achterzijde. De hoorn die bij dit model alleen voor de hoge frequenties zorgt, is verbonden via een zogenaamde 'Arca-Swiss'-klemverbinding. Dit zorgt zowel voor een stevige bevestiging, maar kan ook desgewenst gemakkelijk worden verwijderd voor transport.

De voeten onder de kast zijn in hoogte verstelbaar en vervaardigd van roestvrij staal. Hierdoor is er de mogelijkheid om het niveau van de tweeterhoorn nauwkeurig op de luisterpositie af te stemmen.

Alpha III

Wanneer ik mijn aandacht naar de veel grotere Alpha III verplaats, blijkt dat een wereld van verschil. Niet zozeer door de wederom prachtige afwerking en materiaalkeuze, maar vooral door de typische hoornluidspreker uitstraling. Toch houdt iedere vergelijk daar verder mee op, want de Alpha III maakt onderdeel uit van wat Cessaro hun “Modular Line” noemt. Hierdoor kan de muziekliefhebber eventueel beginnen(!) met een Alpha III en vervolgens upgraden naar de Beta en Gamma series. Simpelweg door de onderdelen aan te schaffen die nodig zijn voor zo’n upgrade. Toch is het bij het aanschouwen van dit nu al grote model moeilijk voor te stellen dat iemand nog groter zou willen. Het bijzondere van de Alpha III, is dat er nog niet eerder zo’n veelzijdigheid binnen een hoornontwerp van deze afmetingen bestond. Zo kunnen de luidsprekers zowel in een grote als ook verhoudingsgewijs opmerkelijk compacte ruimte worden geplaatst en zijn daarvoor verregaand aanpasbaar.

Een bijzonderheid is dat dit 4-weg hoornluidspreker voor het laag actief wordt aangestuurd en de 16-inch basdriver gebruikmaakt van een ingebouwde 1000W klasse-A/B eindversterker van referentiekwaliteit. Door het hoge rendement van 100 dB (1 W/1 m) is ook dit model zoals wel vaker bij hoornluidsprekers, extreem eenvoudig aan te sturen. Zo gemakkelijk dat elk type versterker tot zelfs 6 watt single-ended triode ontwerpen, probleemloos kunnen worden gebruikt.

Eigen drivers

Doordat Cessaro tegenwoordig zijn eigen driverunits vervaardigd, is het ze gelukt om de prestaties naar een nog hoger niveau te brengen. De nieuwe, bovenste 11-inch basdriver, de beryllium midrange compressiedriver en de supertweeter met zijn massief gefreesde messing fronthoorn, blijken allemaal met de nieuwe aandrijfeenheden te zijn uitgevoerd. Een primeur voor het Duitse audiomerk en het hoogtepunt van een visie die jaren geleden is gestart. Flexibiliteit is altijd een belangrijk doel geweest voor het merk en daardoor is ook de grote hoorn van 62 kilo voor het belangrijke middengebied op allerlei wijze instelbaar. Prachtig en enorm indrukwekkend is verder de wijze waarop over letterlijk ieder detail is nagedacht, is vormgegeven en aanvoelt. Een totaalpakket wat mij enorm nieuwsgierig naar de uiteindelijke luistersessie maakt.

True Life Audio

Maar voor het zover is wil ik u graag aan nog een ander, voor de Nederlandse markt wellicht onbekend audiomerk voorstellen: het uit Griekenland afkomstige True Life Audio. Een fabrikant die is gespecialiseerd in hybride versterkers en waarbij buizen in het voorsterker gedeelte en transistoren in het eindversterkerdeel worden toegepast. Om het merk bij Rhapsody extra te ondersteunen is speciaal voor de twee showdagen de bijzonder sympathieke en bovendien nog opvallend jonge Aristomenis Georiadis aanwezig. Net zoals bij Ralph mag ik ook Aristomenis een interview afnemen.

Voordat ik mij ga verlekkeren aan de heerlijk extravagant gestileerde TLA-componenten, is zijn jonge leeftijd het eerste wat ik na onze kennismaking bevraag. Op dat moment gebeurt er iets onverwachts en blijk ik een gevoelige snaar te hebben geraakt. Na een korte pauze waarin hij zich duidelijk probeert te herpakken gaat Aristomenis verder. “Ik zal je zo uitleggen waarom zo’n ogenschijnlijk logische vraag mij raakt, maar laat ik starten bij het begin. T.L.A. werd in 1995 opgericht door mijn vader Velissarios Georgiadis. Maar de echte oorsprong gaat nog veel verder terug. Het was in 1957 toen mijn grootvader – die ook Aristomenis heette – als transformator-ontwerper zijn eigen bedrijf startte. Doel van dat moment was om transformatoren op bestelling voor specifieke gebruiksdoeleinden te maken. Denk hierbij aan telecommunicatie, omroep, medische, militaire en industriële implementaties. Het was net na 1980 toen mijn vader, die al ervaring had met het bouwen van transformatoren en alle knowhow van mijn grootvader had geleerd, begon met het toepassen van de extra kennis. Inzichten die hij had opgedaan tijdens zijn universitaire studies scheikunde en elektronica."

"Deze extra kennis gebruikte hij om transformatoren te ontwikkelen die later zouden uitblinken in topklasse audiotoepassingen. Mijn vader bouwde en testte talloze versterkers voordat hij al deze ervaring bundelde en implementeerde in zijn eigen merk T.L.A. We hebben het dan over het al eerdergenoemde 1995. De naam True Life Audio werd gekozen om de doelmarkt van T.L.A. te benadrukken: de zoektocht naar levensecht geluid. Een weergave waarbij de luisteraar zijn muziek thuis als nooit tevoren zou kunnen ervaren. In 2005 voltooide ik mijn eigen studie elektrotechniek en nadat ik in de tussentijd veel ervaring en kennis van mijn grootvader en vader had meegekregen bij het maken van audiotransformatoren en versterkingscircuits, was ik nu ook zelf in staat om een eigen bijdrage aan ons familiebedrijf te leveren. Helaas overleed mijn vader in 2019 aan een hartstilstand en stond ik er ineens helemaal alleen voor. Dat is hetgeen wat mij raakte na jouw eerste vraag."

"Natuurlijk had al veel kennis op dat moment, maar vóór die tijd kon ik mijn werk nog steeds in de veilige luwte van mijn vader doen. Maar ineens was hij weg en moest ik op mijn leeftijd de volledige verantwoordelijkheid voor het bedrijf en onze zes personeelsleden op mij nemen. Dat was op verschillende manieren erg zwaar. Vooral de combinatie van het nog verse verdriet en mijn hoofd proberen koel te houden om het bedrijf in lijn van mijn vader voort te zetten, was een lastige. Laat ik dit deel besluiten met de opmerking dat je door zoiets ontzettend snel volwassen wordt en dat ik enorm trots ben op onze huidige lijn producten. Modellen zoals je die vandaag bij Rhapsody in volle glorie kunt bewonderen en natuurlijk beluisteren.”

True en Supreme series en overige componenten

Op de Rhapsody show wordt van beide T.L.A.-series gebruik gemaakt. Daarbij stuurt de “instap” True serie met de TSI-300 geïntegreerde versterker de Cessaro Opus 1 luidsprekers aan. Voor wat betreft de Supreme topserie staan de SSP-1 voorversterker, PSU-1 voeding, en twee SSA-350 eindversterkers opgesteld. Zij bekommeren zich om de grote Alpha III weergevers. De overige lekkernijen worden gevormd door de mooie uit Australië afkomstige Döhmann Helix One Mk3 en Two Mk3 platenspelers, waarbij beiden worden gecompleteerd door de super phonotrappen van het uit Zwitserland afkomstige HSE Swiss.

Als digitale bronnen fungeren de Nederlandse Pink Faun Ultra 2.16, terwijl de nieuwe kleinere Pink Faun Scion zijn kunsten voor het eerst in Nederland in de kleinere set mag vertonen. Als DAC in de hoofdset dient de CH precision C10, terwijl de “normale” C1.2 de Cessaro Opus 1 setting van muzikale informatie voorziet. Een factor van betekenis is het immer wisselende samenspel van allerlei Schnerzinger producten.

Het Rhapsody team is zeer bedreven in het toepassen van deze tot de verbeelding sprekende producten en hun onconventionele werking valt het beste te omschrijven als “het converteren van de typische hifi presentatie naar een beleving die veel meer overeenkomt met wat je live tijdens een concert ervaart.” Het is een complex geheel van talloze factoren die gezamenlijk veel invloed op de weergave hebben, maar die voor een show artikel als dit te ver gaan om allemaal te beschrijven.

Luisteren Cessaro Opus 1 opstelling  

De Cessaro Opus 1 is best een vreemde eend in de bijt in het hoornluidsprekersegment. Het model is ook maar deels hoorn, wat als voordeel heeft dat meer mensen het qua vormgeving zullen kunnen appreciëren. In tegenstelling tot de Alpha III heb ik dit model al eerder bij Rhapsody gehoord waar het een hele goede indruk achterliet. Een signatuur die behalve heel mooi ademend, plastisch en snel, ook op natuurlijke wijze meeslepend, accuraat en betrokken was.

Opvallend maar gezien het hoornprincipe ook wel verwacht, was dat de weergave meer moeiteloos en qua presentatie grootschaliger was dan je van een vloerstaander van dit formaat zou verwachten. Tijdens de demo van deze show wordt de Griekse T.L.A. TSI-300 geïntegreerde versterker gebruikt en die zet de perceptie meteen op scherp. Wat daarbij meteen opvalt is zijn de forse afmetingen.

Op zich helemaal niet erg omdat hier eersteklas materiaalgebruik wordt gecombineerd met een in mijn ogen prachtige vormgeving. Maar houd er wel rekening mee dat je deze stevig (40.000 euro) geprijsde versterker niet gemakkelijk in een dressoir of kastje weg kunt moffelen. Hij dient dus te worden geplaatst op een los plateau (zoals hier het geval is) of in een heel solide, ruim en verstelbaar audiorack.

Dat het om een topklasse hybride ontwerp gaat is vanaf de eerste klanken meteen waarneembaar. De TSI-300 lijkt daarbij voor de “Italiaanse school” qua klanksignatuur te gaan. Dus een weergave die meer voor soepelheid, zachtheid, klankkleur en klankkleurverzadiging gaat, dan voor het laatste restje neutraliteit, oplossend vermogen en kernachtigheid. Zoals het een goed hybrideontwerp betaamt is het laag uitstekend onder controle en beschikt tegelijkertijd over ruim voldoende slagkracht. Toch vind ik het nog belangrijker dat dit laag samen met het midden en hoog, een echte eenheid vormt. Daarbij is er gelukkig geen sprake van de soms verstikkende overmatige en wat doods aandoende controle die sommige transistorversterkermerken lijken te moeten nastreven.

Qua stereobeeld valt te melden dat de opbouw en gelaagdheid een knap gekozen eenheid vormen. Daarbij lijkt er voor dit model bewust voor een meer intieme afstemming te zijn gekozen. Het grote voordeel van zo’n benadering is dat er hierdoor veel virtueel contact met de muzikanten ontstaat en een hoge mate aan muzikale betrokkenheid. Dynamisch vervolgt het model en natuurlijk de hele setting – want alle elementen werken hier samen – zijn weg, door een mooi muzikaal evenwicht te etaleren.

Een belangrijk aspect is daarbij dat zowel de versterker als luidsprekers nooit vermoeiend of dynamisch geaccentueerd overkomen en zowel ritmisch als dynamische weten te overtuigen. Daarmee bereikt deze setting rond de Cessaro Opus 1 de bijzondere status van wel de hoornvoordelen, maar zonder de bekende nadelen.

Luisteren: Cessaro Alpha III-opstelling 

Door het grote gewicht en de forse afmetingen heeft het Rhapsodyteam al bij levering besloten dat de Alpha III weergevers niet in de grote luisterruimte genaamd “The Studio” zouden worden opgesteld. Daarvoor in de plaats was een permanente plaats in de kleinere, naastgelegen “The Club” ruimte gekozen. Hier heb ik ze dan ook vanaf de opening van het nieuwe pand regelmatig kunnen bewonderen. Meestal zacht op de achtergrond spelend en met een regelmatig wisselende aansturing. Op zich prima voor het inspelen, alleen heb ik daardoor voor mijzelf nooit een goed idee kunnen krijgen tot welke prestaties ze nu werkelijk in staat zouden zijn. Iets wat met deze show volledig goed zou worden gemaakt.

Leuk om te vermelden is dat gaandeweg het gebruik van The Club het idee en gebruiksdoel van dit deel van het pand is veranderd. Van gezellige ontmoetingsplaats en meer statische presentatieruimte naar een werkelijk goed te gebruiken demoruimte. Interessant daarbij is dat de afmetingen en materialen van laatstgenoemde deels open ruimte, sterk verschillen van de hoofd demoruimte. The Club is namelijk veel hoger en qua vorm meer langwerpig, terwijl er in eerste instantie nog niet zoveel aan de akoestiek was aangepast.

Dat is tijdens een langdurig evolutionair proces steeds verder gerijpt en bijgesteld, zodat ook hier uiteindelijk een opvallend goede en bruikbare ruimte is ontstaan. Op typische Rhapsody wijze staat alles gezellig vol, is de aankleding kleurrijk en zijn net als in de vroegere Borneolaan, de vertrouwde geluiden van het malen van de koffiebonen en het sissen van de melk opschuimende stoompijpje van de Nederlandse(!) high-end koffiemachine, weer gloedvol te horen. Dan de weergave van dit veel grotere en duurdere audiosysteem.

Visueel zijn de strakke lijnen van de Opus 1 ingeruild voor een veel groter en meer typerend vormgegeven hoornsysteem met echt grote hoornschalen. Maar daardoor valt nog meer op dat ook hier de normaal geconstateerde soms wat negatieve hoorn eigenschappen, eveneens volledig achterwege blijven! Wauw. De weergave is namelijk zo ontspannen, vloeiend, groots en gemakkelijk, dat ik meteen volledig in de afgespeelde muziek wordt gezogen. Nee, het heeft niet de extreem wijds gelaagde holografische presentatie van bijvoorbeeld een Estelon Extreme, of de perfecte 3D-verschaling van een Zellaton. Maar wat het wel doet is zichzelf wegcijferen zoals ik nog niet eerder een hoornsysteem heb horen doen. Wegcijferen in de zin van een extreme ongedwongenheid in combinatie met een traagheidsloze vanzelfsprekendheid.

Het is zelfs zo goed dat een aantal weergaveaspecten opvallend dicht bij de realiteit komen. Een knap gegeven waaraan natuurlijk ook de versterking door de top versterkerserie van T.L.A. en prachtige bronnen in hoge mate bijdragen. Uiteindelijk leidde dit tot een heerlijke en buitengewoon intense luistersessie. Een presentatie waarbij het muzikale plezier ervan af spatte en het venster van de muzikale realiteit nu eens op een andere interessante en verhelderende wijze werd belicht. Hoewel het natuurlijk lastig A/B is te vergelijken schat ik in dat de T.L.A.-topserie versterkers, over een nog wat hoger oplossend vermogen beschikken in combinatie met een nog grootser en nog beter gelaagd stereobeeld.    

Conclusie

Aan het eind van dit showverslag kan ik niets anders dan concluderen dat wachten heeft geloond. Hierdoor kon tijdens de nadagen van 2024 dan eindelijk in volle glorie van de grote Cessaro Alpha III hoornweergevers worden genoten. Een type luidspreker dat vandaag de dag door de vaak grote afmetingen en het uitgesproken uiterlijk, niet de aandacht krijgt die het wel degelijk verdient. Hoewel het uiterlijk van deze Cessaro’s niet zo gek veel van bepaalde andere hoornmerken afwijkt, blijken de technische uitvoering, de gekozen materialen en de gehoormatige eigenschappen dat zeker wel. Want wat een unieke combinatie van zachte vloeiendheid aan de ene en dynamische expressiviteit en schaalgrootte aan de andere kant.

Daarbij kan het systeem van fluisterzacht tot levensecht volumeniveau in een oogwenk uithalen en zijn de mate aan fijnzinnigheid en ontspannen bezieling ongekend goed. Er is ook verder geen enkel ander weergaveprincipe wat hier op deze wijze toe in staat is en dat heeft er met name mee te maken dat hoornspeakers de luchtmoleculen als geen ander pijlsnel in beweging kunnen brengen. En de kleinere en aanzienlijk minder kostbare Opus 1 dan? Die is net zo interessant, maar wel op een andere manier. Waar de Opus 1 meteen op scoort is dat het model door zijn meer conservatieve lijnenspel veel meer in de visuele gedoogzone terechtkomt. Oftewel veel van de hoorndeugden, maar visueel een stuk gemakkelijker thuis te integreren.

Daarbij is ook de Opus 1 meteen herkenbaar als een echte Cessaro. Want hoewel het ultieme gemak, vanzelfsprekend en schaalgrootte natuurlijk wat minder extreem uitvallen als bij zijn grote broer, is dit relatief kleine model zeker geen zwakker broerder. Feitelijk lijkt hij best op zijn grote broer, maar heeft daarbij zijn eigen pakket aan charmes en deugden. Wat uiteindelijk voor mij als meest begerenswaardige indruk achterbleef, is dat bijzondere en zelden zo ervaren venster op de realiteit. Samen met de natuurlijke zachtheid van timbres van de T.L.A.-versterkers en de overige aansturing, ontstond een dermate ontspannen presentatie dat dit wat  voor een bijna nooit eerder ervaren inkijk in de verschillende opnames heeft gezorgd. Chapeau.

Rhapsody Zen & The Art of Fine Audio | rhapsody.nl

MERK





EDITORS' CHOICE