De QED Qonduit lijn bestaat uit twee producten; de zogenoemde P-MC IEC-lichtnetkabel en de MDH verdeeldoos met filtering. Elke MDH wordt af fabriek met een 1,5 meter lange P-MC kabel geleverd en dankzij een IEC ingang kan de MDH desgewenst gemakkelijk van een andere (bijvoorbeeld langere) kabel worden voorzien. De importeur stuurde mij een `4 Outlet MDH Distribution Hub` met kabel, die door QED gezamenlijk in een keurige doos met twee compartimenten worden verpakt.
De P-MC kabel oogt onopvallend (gelukkig geen pimpelpaarse of kanariegele mantel) en doet denken aan de geliefde Belden `Shieled 3-core` kabel die onze Exposure versterker met het lichtnet verbindt, alleen is de QED nog iets dikker en is de zwarte mantel meer `glossy`. Van binnen is hij totaal verschillend van de Belden want QED heeft de P-MC van drie geleiderbundels voorzien die elk uit 84 aders van 99.999% zuiver OFC koper bestaan. De afscherming bestaat uit twee lagen; een met aluminium opgedampte Mylarfolie en een uit OFC aders opgebouwde kous. De stevige aangegoten IEC stekker is speciaal door QED ontworpen en heeft 24 Karaat vergulde contacten. Aan de lichtnetzijde was het recensie exemplaar van een Duitse Apsa stekker voorzien die ook geschikt is voor Belgische stopcontacten.
Het MDH blok is fraai afgewerkt en de constructie voelt erg solide aan. Het huis is gemaakt van geextrudeerd aluminium en heeft eindkappen die uit massief aluminium zijn gefreesd. De female stekkercontacten zijn van degelijke kwaliteit en zorgen voor een strak en zeker contact. Wanneer de MDH door middel van zijn aan/uit schakelaar wordt ingeschakeld gaat er bovenop een blauwe streep oplichten, wat de `Distribution Hub` een modern uiterlijk geeft. De eerste outlet is geschikt voor hoogvermogen apparaten tot 2 kilowatt en is aangeduid met `power`, de resterende drie outlets heten `source` en zijn belastbaar tot 100 Watt.
De `power` outlet is voorzien van een parallelfilter voor zowel fase als nul. Dit filter is een puur capacitieve schakeling zonder seriecomponenten zodat de stroomvraag van het aangesloten apparaat op geen enkele wijze wordt gelimiteerd en maakt deze outlet dus geschikt voor (eind)versterkers. De `source` outlets zijn voorzien van een `PI` netwerk met `low-pass` filter op zowel fase als nul met extra capacitieve parallel componenten en serie inductie componenten. Dit is een meer effectief filtersysteem maar omdat de seriecomponenten voor een stroombeperking zorgen is het belangrijk dat het opgegeven maximaal af te nemen vermogen niet wordt overschreden. Omdat elke outlet zijn eigen filterschakeling heeft wordt er niet alleen lichtnetvervuiling uitgefilterd maar ook eventuele inter-component vervuiling van de op de MDH aangesloten apparatuur.
Luisteren
Om een goed idee van zowel de P-MC als de MDH te kunnen krijgen werden twee P-MC kabels eerst afzonderlijk beluisterd tegen de Belden kabels van de Exposure versterker en de MicroDAC D/A omzetter. De P-MCs werden eerst aangesloten op de residentiele lichtnetstrip (KOPP met vaste LAPP kabel). Daarna werd de KOPP/LAPP strip vervangen door de QED strip zodat de MDH in combo met de P-MC kon worden beluisterd. Twee tracks werden gekozen om hun resolutie, ruimtelijke informatie en energie: Come On In My Kitchen van Cassandra Wilson`s CD Blue Light `Til Dawn en Burn One Down van Ben Harper`s CD Fight For Your Mind.
Voordat de P-MC aan de Exposure versterker zijn werk mocht doen werd eerst de situatie met de oude Belden kabels nog even met deze tracks beluisterd. Met de Beldens in het systeem werd het gitaarspel in de Cassandra Wilson track op impulsieve wijze weergegeven. Haar `close-miked` opgenomen stem klonk helder met enige nadruk op de sibillance (`s`en `t` klanken). De bas werd op soepele wijze weergegeven en het stereobeeld was vrij groot en open met een naar voren neigende projectie. Met Burn One Down klonken de tom-toms strak en levendig waarbij de hoge tonen een lange uitsterving meekregen. Het laag klonk sonoor en de `rim-shots` van de drummer droog en snel. Gezien de goede performance van het systeem met beide tracks vroeg ik mij af hoeveel de Qonduit-set daar nog aan zou kunnen verbeteren.
Bij het wisselen van lichtnetkabels moet er overigens rekening worden gehouden met het behoud van de optimale lichtnetfase. Daarom werden de Beldens eerst met een multimeter doorgemeten zodat bekend was welk IEC-contact met de van een fase-indicatiestip voorziene stekkerpen overeen kwam. Daarna werden de QED P-MCs op dezelfde wijze doorgemeten en kregen ze een fase-aanduiding. De gitaar in de track `Come On In My Kitchen` kreeg met de P-MC aan de Exposure Super XXV versterker een rijkere tonaliteit mee, met een meer subtiele weergave van de plukken aan de snaren en een beter gedefinieerde echo van de opnameruimte. De drums liepen in het laag verder door en werden meer naar achteren afgebeeld. Bij de MicroDAC was het grootste verschil dat de `rim-shots` met meer lucht en impact naar voren kwamen, daarnaast was de baspartij meer prominent aanwezig dankzij een betere soliditeit.