Vaag ben ik me ervan bewust dat ik iets zou moeten gaan doen. Heerlijk, die zijdezachte tonenpracht van die violen. Ik schop mijn slippers uit en leg mijn voeten naast elkaar op de salontafel hoewel ik weet dat ik dat niet zo lang volhoud. Al vrij snel zal de facet geslepen rand van de glasplaat steeds irritanter van zijn aanwezigheid blijk doen geven door steeds pijnlijker in mijn enkels te snijden. Maar voor het moment is het heerlijk. Behaaglijk rek ik me uit terwijl ik mijn tenen heen en weer beweeg. Sinds ik een dochtertje heb die daar expert in is, ben ik me hernieuwd bewust geworden van het genot dat gepaard gaat met het ongegeneerd rekken en strekken van de diverse ledematen. Ah, nu komt dat stuk met de solopartij van de door Rostropovich zo vaardig bespeelde cello. Dvorak, prachtig…
Ik hoor de kamerdeur opengaan en doe mijn ogen open. “Wow, wat zie jij er schitterend uit”, hoor ik mezelf zeggen. Antoinette ziet er dan ook werkelijk adembenemend uit in haar zwarte cocktailjurk. Er ontwikkelt zich het begin van een lach maar voordat die tot volledige ontplooiing gekomen is zie ik haar blik veranderen in een kritische frons. “Moet jij je niet verkleden?” Ineens sta ik weer met beide voeten op de grond. Dat was het. Verkleden en dan naar het feestje van Anthony en Jacqueline. “Wat mij betreft kunnen we ook thuis blijven hoor. Nu Isabeau bij opa en oma is, is dit ons eerste vrije weekend samen sinds de geboorte……” Ik zie aan haar blik dat ik niet verder aan moet dringen en zuchtend loop ik langs haar heen terwijl ik ondertussen mijn t-shirt uittrek. In het voorbijgaan vertraag ik mijn pas nog maar als ze ook op dit non-verbale aanbod niet reageert leg ik me neer bij de onherroepelijkheid van het verdere verloop van de avond en loop ik de trap op. Op de achtergrond lijkt de cello nu nog droeviger te klinken.
Een uur later zit ik naast een mij tot op dat moment onbekende, verveeld uit haar ogen kijkende, met te opzichtige sieraden behangen dame van middelbare leeftijd en ben ik met haar verwikkeld in een nietszeggende conversatie. Terwijl mijn babbelbox, bij het formuleren van een sociaal wenselijk antwoord op een van haar uitspraken, in de automaat stand staat, werp ik een blik naar de overkant van de kamer waar mijn vrouw zich kostelijk lijkt te amuseren over een opmerking van haar, naast haar zittende, vriendin en gastvrouw. Tegelijkertijd wordt, zoals altijd, mijn aandacht getrokken door de muziek die zachtjes op de achtergrond speelt. Op de een of andere manier klinkt die anders dan tijdens mijn laatste bezoek. Alsof het nu uit een andere ruimte komt.
Mijn ogen dwalen door de kamer op zoek naar de geluidsbron. Dan stopt de muziek en ik zie Anthony zich aan het eind van de kamer losmaken uit een groepje bier drinkende mannen. Hij vangt mijn blik op en wenkt naar me terwijl hij naar mijn gesprekspartner roept; “Kan ik hem even lenen?” Ik pak mijn glas op en terwijl ik zijn kant oploop vraag ik me af hoe zo’n leuke meid als Jacqueline ooit aan zo’n kwallebal als Anthony is gekomen. “Amuseer je je een beetje?” In de korte tijd dat we elkaar kennen ben ik er achter gekomen dat Anthony meestal vragen stelt waarop hij absoluut geen antwoord verwacht en ik reageer dan ook niet. “Ik moet je even wat laten zien” zegt hij terwijl hij een arm om mijn schouder legt waardoor ik het bier in zijn glas van nabij hoor klotsen. Hij troont me mee naar de zijkamer waarvan de brede aan een chroomstalen rail hangende groengetinte matglazen schuifdeur open staat.
In het midden van de kamer staan op een grijze grindvloer vier fauteuils. Recht daar tegenover is in het midden van de voorwand een groot projectiescherm gemonteerd, geflankeerd door twee, tegen de muur geplaatste, grote op orgelpijpen lijkende speakers van het Deense merk B&O. In het midden van het plafond hangt een projector van bescheiden afmetingen. Ook tegen de achterwand staan twee B&O cilinders opgesteld. Daartussen hangt een cd wisselaar van hetzelfde merk waarin meerdere schijfjes te zien zijn. Doordat je tegen de bovenkant van de kleurige cd’s aankijkt ziet de speler er uit als een moderne wandversiering. “Mooi hè, verzucht hij terwijl hij op de speler af loopt. Tot mijn verbazing kijkt hij me vervolgens aan; hij verwacht een antwoord. “Ziet er strak uit, Anthony.” Terwijl hij de cd’s uit de wisselaar haalt en ermee naar een van de tegen een zijwand staande kasten met cd’s en dvd’’s loopt, neem ik de tijd om de rest van het interieur in me op te nemen. Onder de cd wisselaar kan ik in een nis in de muur, achter matglazen deurtjes, de contouren van wat er uit ziet als audiovisuele apparatuur waarnemen. Kabels zijn nergens te zien.
Mijn blik glijdt weer naar het midden van de kamer om te blijven rusten op de fauteuils. “Geinige stoeltjes hè?” roept Anthony die er inmiddels voor gezorgd heeft dat er wederom muziek klinkt. “Heeft Jacqueline uitgekozen” Tot die conclusie was ik zelf ook al gekomen. De prachtige, tijdloze, door Mies van der Rohe in het begin van de vorige eeuw ontworpen “geinige stoeltjes” waren deze cultuurbarbaar waarschijnlijk zelfs niet opgevallen wanneer hij er in de winkel over gestruikeld zou zijn. “Heel fraai” reageer ik terwijl ik mijn aandacht richt op het geluid dat op mij af komt. Geconcentreerd luister ik naar de mengeling van jazz en hiphop waarbij ik tevergeefs probeer de hiphop beat er op cerebraal niveau uit te filteren. Thelonious Monk heeft die aanvullende hiphop ritmesectie niet nodig. “Hoe vind je het klinken?” Ik breng mijn ranke wijnglas op ooghoogte, maak een lichte polsbeweging en kijk hoe de wijn op deze verstoring reageert. Dan snuif ik de geur door mijn neusgaten naar binnen, zet ik het glas aan mijn lippen en nip ik voorzichtig proevend aan de koele Chardonnay; een heerlijke compositie van noten en zomers fruit.
Het laag rolt door de kamer en lijkt op meerdere punten versterkt te worden. En het totaalbeeld! Ik besluit vooralsnog niet op zijn vraag te reageren maar in plaats daarvan er een vraag tegenover te zetten; “Hoe ben je tot deze set gekomen?” “O, ik heb zo’n mannetje die voor mij allerlei klusjes in huis doet. Die heeft een beetje rond gekeken en toen via diverse adressen, onder andere ook via internet, wat dingen aangeschaft. Daar heb ik flink wat geld mee uitgespaard.” Ik geloof hem op zijn woord. “Heeft hij ook de kabel uitgekozen en het geheel voor je aangesloten?” vraag ik terwijl ik naar een B&O weergever loop om de gebruikte luidsprekerkabel aan een nader onderzoek te onderwerpen. “Natuurlijk, hij doet alle elektriciteit hier in huis”. De anonieme, niet afgeschermde luidsprekerkabel, samengesteld uit een dun zwart en een dun rood draadje, verdwijnt direct naast de speaker in de vloer. “Heb jij bepaald waar de speakers uiteindelijk moesten komen te staan?” vervolg ik terwijl ik naast de speaker door mijn knieën zak. “Ja, dat moest van tevoren omdat we de kabelgoten uit moesten frezen in de vloer en ik de boxen zo dicht mogelijk tegen de wand wilde hebben zodat ze zo weinig mogelijk ruimte in zouden nemen.” “ Vooraf heb je ze niet beluisterd?” Terwijl ik de vraag stel realiseer ik me dat ik het antwoord eigenlijk al weet. “Nee waarom, het is algemeen bekend dat B&O een goed merk is.” “Zijn de vloeren eigenlijk van gewapend beton?” vraag ik. “Natuurlijk, wat dacht je, tijdens het frezen ben ik nog eens gaan kijken en hier en daar ligt de kabel als het ware bijna tegen het betonijzer aan. Ja, hij heeft mooie diepe sleuven gemaakt ” besluit Anthony zijn betoog.
Ik loop naar de glazen openslaande deurtjes. “Mag ik?” “Natuurlijk” roept Anthony terwijl hij een uitnodigend armgebaar maakt. Achter het glas staan meerdere, op elkaar gestapelde, fraaie Proceed componenten perfect ingeklemd in de zo krap mogelijk gehouden ruimte. Hitte walmt mij tegemoet en ik besluit nog maar eens een retorische vraag te stellen; “Je houdt deze deurtjes altijd gesloten tijdens het spelen?” “Eigenlijk wel ja, Jacqueline vindt de openstaande deurtjes zo’n verstoring van het totaalbeeld. Maar hoe vindt je het nu klinken?”
“Verveel Jan toch niet met je thuisbioscoop, daar geeft hij niets om”, hoor ik de melodieuze stem van Jacqueline achter mij zeggen. Ik draai me om en zie beide vriendinnen in de deuropening staan. “Natuurlijk wel” repliceert Anthony. “Hij is tenslotte een echte audio liefhebber.” Drie paar ogen richten zich op mij en terwijl ik nog eens genietend van de Chardonnay proef begin ik mijn gedachten op een rijtje te zetten; staande golven, (te) prominent aanwezig laag, slechte plaatsing van speakers, beïnvloeding van niet afgeschermde kabels, direct op elkaar geplaatste elkaar wederzijds beïnvloedende componenten, “harde” luisterruimte, onvoldoende ventilatiemogelijkheden voor de componenten...
Terwijl ik mijn mond open om een vernietigend eerlijk oordeel te vellen zie ik plotseling de smekende blik in de ogen van mijn vrouw. De vriendschap met Jacqueline is haar veel waard en ze kent me lang genoeg om te weten dat, wanneer mij gevraagd wordt mijn mening te geven over een installatie, ik die mening ook daadwerkelijk geef. En op grond van wat zij op dit moment uit de speakers hoort komen vreest zij het ergste. Voor ik er erg in heb hoor ik mezelf zeggen; “Anthony, met B&O en Proceed heb je top design en echte “high end” in huis gehaald. Gefeliciteerd.” In de ogen van mijn vrouw zie ik opluchting gevolgd door dankbaarheid. “Ik begrijp alleen jou niet Jacqueline, hoe kun je nu kiezen voor openslaande deurtjes terwijl een miniatuur uitvoering van de glazen schuifdeur die deze ruimtes van elkaar scheidt veel beter in het geheel past.” Terwijl Jacqueline mijn opmerking overdenkt voeg ik er nog aan toe: “Bovendien kun je dat schuifdeurtje tijdens het spelen dan, in verband met de koeling van de componenten, open laten staan zonder dat het beeld al te zeer verstoord wordt.” “Dat ik daar zelf niet op gekomen ben. Bedankt voor de tip, Jan”.
Anthony is inmiddels alweer teruggekeerd naar het lawaaiige groepje bierdrinkers waar ik hem op luide toon hoor verkondigen dat zijn vriend, de audio liefhebber pur sang, weg is van het geluid van zijn nieuwe thuisbioscoop. Terwijl ik het met kromme tenen aan hoor en hoop dat er zich geen audiofielen op gehoorsafstand bevinden, hoor ik mijn vrouw tegen Jacqueline zeggen: “…..het is werkelijk vreselijk gezellig maar we hebben morgen vroeg een afspraak, dus wij moeten er weer vandoor.” Als we even later samen naar de auto lopen vraag ik verbaasd: “Waarom moet ik morgenochtend vroeg opstaan?” “Integendeel, we gaan morgen zelfs heerlijk samen uitslapen en nu wilde ik gewoon naar huis, schat.”antwoordt ze terwijl ze me streelt met haar blik en ik een arm om m’n middel voel glijden. Toch nog een feestje.