“Ik ben van plan om ter gelegenheid van de eerste verjaardag van Isabeau een verjaardagspartijtje te geven. Wat vind je daarvan?” Zoals altijd het geval is wanneer ik naar muziek luister moet eerst tot mij door dringen dat mij een vraag gesteld wordt. Wanneer ik dat eenmaal doorheb dient hij dan meestal nog herhaald te worden. Dus ook nu weer. Op het moment dat dit dan ook daadwerkelijk gebeurd is denk ik bij mezelf; jemig, dat duurt nog meer dan een half jaar! Mijn antwoord wordt dan ook gevormd vanuit die gedachte en ik zeg; “Ja, hartstikke leuk joh!” En nog voordat het geluid van mijn eigen stem uitgeklonken is zit ik al weer in het grote genieten.
In de loop van de daarop volgende maanden word ik er regelmatig aan herinnerd dat een dergelijk feestje op stapel staat. Zo verschijnt er tijdens het lezen van een recensie van de JM Lab Micro Utopia in het Engelse blad HiFi+ plotseling een geel kaartje in beeld met daarop de afbeelding van het aan het brein van Dick Bruna ontsproten figuurtje Nijntje. Voordat ik kan vragen op grond waarvan mijn vrouw in godsnaam aanneemt dat ik geïnteresseerd ben in deze afbeelding zegt ze; “Hoe vind je de uitnodigingen? Leuk hè?” “Uitnodigingen?” Vooralsnog rinkelt er geen bel. “Ja, voor het verjaardagspartijtje van Isabeau!” klinkt het verongelijkt. “O, natuurlijk ja. Leuk.” Ze vouwt het kaartje open en daarmee verdwijnt de conclusie van het artikel ook uit beeld. Ik zucht. “Ik heb de datum en de tijden alvast ingevuld. Wat vind jij?” “ Ja natuurlijk joh. Prima. Laat ik helemaal aan jou over. Dat weet je toch?” En ik keer terug naar het eindoordeel van Paul Messenger over deze fraaie speaker met de befaamde analytische tweeter. “Natuurlijk weet ik dat schat. Maar ik wil het toch even overleggen.” “Uiteraard” antwoord ik nog zonder dat ik me daar op dat moment echt bewust van ben.
Nog weer enkele weken later zit ik op een zaterdag rond het middaguur mijn nieuwe e-mail berichten te lezen wanneer ze van onderaan te trap roept; "Ben je bijna klaar?” “Ja, ik kom eraan.” Als ik beneden kom zie ik dat de beide dames hun jassen al aan hebben. “Wil je nu al gaan?” vraag ik verbaasd. “Het is toch een kinderverjaardag. Dat duurt toch niet langer dan een uurtje?” De groene ogen staan op onweer waardoor ze donkerder lijken. “Natuurlijk niet. Het feestje dat Isabeau over drie weken geeft duurt toch ook van elf tot vier en dan vind je het toch ook niet leuk wanneer iemand om drie uur pas binnen valt?” Op dat moment begint zich bij mij pas een beeld te vormen van de komende eerste verjaardag van mijn dochter. “Ehhh. Nee natuurlijk niet,” antwoord ik automatisch. Terwijl ik mijn jas aantrek zinkt de betekenis nog verder in en ik vraag; “Wie heb je ook alweer allemaal uitgenodigd?”
Tegen de tijd dat we op de verjaardag aankomen ben ik helemaal op de hoogte van het grote gebeuren dat over drie weken plaats zal vinden. Ik pijnig mijn hersenen maar kan met de beste wil van de wereld geen herinneringen aan andere kinderfeestjes bovenhalen. Natuurlijk heb ik er gedurende mijn leven genoeg meegemaakt. De beleving was tot nu toe echter een geheel andere omdat ik zelf geen kinderen had. Op het moment dat de deur open gaat en de jarige dreumes van drie door zijn moeder naar voren geschoven wordt heb ik dan ook het gevoel dat ik voor het eerst van mijn leven zo’n happening meemaak.
De term “generale repetitie” schiet door mijn hoofd als we de woonkamer binnenstappen en opgenomen worden in de kring van familie, vrienden en bekenden van het huisgezin. Op het oog is er geen verschil met de gemiddelde verjaardag zoals ik die ken. Volwassenen van verschillende leeftijden en een drietal kleine kinderen die zich zoet spelend in de keuken teruggetrokken hebben. “ Komen er niet meer kinderen?” vraag ik aan de gastvrouw. “Nee, die zijn gisteren allemaal al geweest” antwoordt zij. “Dat vraagt iedereen” valt haar man bij en hij vervolgt; ”Daarom zullen we zo meteen even de video van gisteren laten zien.”
Nog geen kwartier later staat het zweet in mijn handen. Op het televisiescherm zie ik een ingehuurde clown die, zo blijkt uit het begeleidende commentaar van de trotse vader, negen kinderen, in leeftijd variërend van drie tot zes jaar oud, anderhalf uur lang bezig gehouden heeft. De kinderen zitten aanvankelijk allemaal rondom een met een kleurrijk tafelkleed bedekte tafel. Dat duurt echter niet lang. De clown heeft een grote gettoblaster bij zich waaruit het ene na het andere lied schettert. “Er is er één jarig, hoera, hoera” doet de kring luidkeels meegalmen. En dan gebeurt het want terwijl de eerste noten van de megahit “Kaboutercarnaval” van ene Kabouter Plop door de ruimte klinken maakt de groep zich los van de tafel. Dit gaat niet overmatig gecontroleerd en het is mij terstond duidelijk waarom het tafelkleed van plastic is. Ook de plavuizen op de vloer bewijzen hun nut.
In een mum van tijd is de woonkamer veranderd in een waar slagveld. En terwijl de kakafonie van geluiden voortduurt en de kinderen zich als ongeleide projectielen kriskras over de beeldbuis bewegen flitst de blik van deze audiofiel de kamer rond. Waar staat hier de geluidsinstallatie? Die zal toch niet gesneuveld zijn in het geweld? Dan pas zie ik het eikenhouten kastje waar de televisie op staat. Eén van de deurtjes staat open en ik ontwaar nog juist een glimp van een videorecorder en een tussen miniboxjes ingeklemd microsetje. Ik begrijp het; kwestie van deurtje dicht en klaar is kees. Terwijl mijn ogen verder door de kamer dwalen zie ik meer tekenen die er op wijzen dat het interieur aangepast is aan de aanwezigheid van enkele opgroeiende peuters en kleuters. Hoe anders ligt dat in ons geval. Ergens diep verborgen in mijn binnenste krijgt een eerste begin van een paniekgevoel de kans om zich te gaan vormen.
Dat gevoel groeit naarmate de gevreesde datum naderbij komt. ’s Nachts word ik badend in het zweet wakker wanneer ik in een nachtmerrie voor de zoveelste keer die week gezien heb hoe een onstuimige peuter kans gezien heeft om mijn prachtige Sonus Faber Concerto’s omver te lopen. Garnaalvingertjes drukken soft dome tweeters in, knuistjes rukken aan blauwe Siltech kabels, dreumesjes staan aan twee kanten aan mijn audiorack te rukken. Het Clearaudio Victory H mc element stuitert over het acryl plateau doordat een door zijn moeder als “enthousiast” omschreven buurjongetje de Target wandbeugel als bevestigingspunt van zijn schommel in gebruik heeft. Op de achtergrond klinkt de stem van mijn echtgenote die constant roept “hoe gezellig het is dat iedereen er is.”
Overdag kan ik me niet concentreren op mijn dagelijkse bezigheden. In plaats daarvan verwerp ik het ene na het andere plan dat er voor moet zorgen dat de te verwachten schade tot een minimum beperkt zal blijven. Een vriend - nota bene zelf een audiofiel - die ik om raad vraag merkt op; “Ach, zo lang de ouders maar goed verzekerd zijn. Je wilde toch al langer die duurdere Sonus Fabers hebben? Hahaha!” Van je vrienden moet je het maar hebben. Uiteindelijk neem ik het besluit om op D(estruction)-Day de installatie van het stroomnet los te koppelen, de frontjes op de speakers te plaatsen, (waar heb ik die in godsnaam gelaten?) de luiken van mijn zware stalen USM Haller audiokast als waren het ophaalbruggen te sluiten en de speakers tussen de audiokast en de achterliggende muur te schuiven. Ik neem me voor om mijn echtgenote daags tevoren te verrassen met een grote bos rozen die ik zodanig kan plaatsen dat vanaf de raamkant niemand nog achter de audiokast kan komen. Uiteraard zal ik tijdens het schoonmaken van de rozen zorgvuldig nalaten om de doornen te verwijderen.
Wanneer ik mijn lief op de hoogte breng van mijn strijdplan begint ze te lachen. “Ik had al zoiets verwacht en je hebt groot gelijk. Het zou zonde zijn wanneer je installatie beschadigd zou worden. Bovendien; tijdens zo’n kinderverjaardag luistert toch niemand naar muziek dus dan kun je hem net zo goed uitzetten.” So far, so good. Er blijft echter nog steeds een probleem over en dat baart mij nog de meeste zorgen. Er is namelijk nog maar één van de flanken van de “audioburcht” afgeschermd. De andere zijkant staat nog steeds wijd open en dat is de kant die de golf peuters als eerste in het vizier zal krijgen wanneer zij door de open kamerdeur naar binnen zal spoelen. Hoe ik ook peins; ik kan geen manier bedenken om al die aantrekkelijke apparaten, snoertjes, stekkertjes en wat dies meer zij aan de ogen van die altijd op ontdekking gerichte monstertjes te onttrekken.
De dag voor het feestje zegt mijn lief; “Ik heb nog eens nagedacht over de vraag waar we de cadeautjes neer moeten leggen en ik denk dat ik de oplossing gevonden heb.” Ik ben nog steeds met de vraag bezig hoe ik een stevige barrière op kan werpen en luister op dat moment dan ook niet echt naar de door haar bedachte oplossing. Tot het moment waarop ze zegt; “O ja, ik wilde je nog vragen om ons cadeau weer uit de schuur te halen en dat hier neer te zetten.” “Hoezo?” vraag ik. “Nou, als alle cadeautjes hier op de audio kast komen te liggen dan vind ik dat ons eigen cadeau daar ook bij hoort.”
“Cadeautjes op de audio kast?” echo ik terwijl ik een tweede probleem op me af zie komen. “Ja, dat zeg ik net. Op het moment dat één van de kinderen zal proberen om zo’n nieuw stuk speelgoed te pakken zal de moeder direct reageren met: Nee, dat is van Isabeau. Daar mag je niet aankomen. Er ligt genoeg ander speelgoed waar je mee kunt spelen. Daarmee maak je de audiokast tot een verboden terrein dat door zes vrouwen bewaakt wordt.” Ze kijkt me aan en vervolgt; “Ik doe dat voor jou hoor.” Ik realiseer me dat haar manier waarschijnlijk perfect zal werken maar begrijp nog steeds niet waar ze dan ons cadeau wil plaatsen. “Maar ons cadeau is toch veel te groot en te zwaar om op de audiokast te zetten?” Haar antwoord toont aan dat ze me soms kan lezen als een open boek; “Natuurlijk. Daarom zetten we dat ook naast de kast. Dan kan er niemand achter de installatie komen. Of heb jij een betere oplossing?”
Tip: deze column wordt, hier, vervolgd
Links
Paul Messenger over JM Lab Micro Utopia (pdf-bestand)
HiFi+
Kabouter Plop
Rammen op het toetsenbord
Feest pagina
Sonus Faber
Verslag Sonus Faber Cremona