In deze tijd van het jaar heb ik vaak het gevoel dat ik de enige, laat ik het zo verwoorden, niet-zonderling ben. Om mij heen praten sommige mensen er het hele jaar over. Anderen krijgen periodiek de kriebels. De één eens in de zoveel jaar, de ander éénmaal per jaar, velen éénmaal in de zomer en éénmaal in de winter maar tegenwoordig is er ook een steeds groter wordende groep die diverse malen per jaar aan de, door mij als een compensatie van een gemis ervaren, drang toegeeft. En met name in deze juli maand bereikt de gekte een hoogtepunt.
Waarschijnlijk is het verspilde moeite, blijf ik roepende in de (audio) woestijn, en bent U ook zo iemand die in één van de hiervoor genoemde categorieën thuishoort. Kijk, van mensen die slechts vegeteren en consumeren kan ik het me nog enigszins voorstellen. Maar van iemand zoals U, die een column op een audio site als hifi.be leest, kan ik het me dus absoluut niet indenken. Ook iemand die uitsluitend verslingerd is aan vreemde culturen kan rekenen op mijn begrip. Doch iemand die keer op keer kond doet van zijn audio passie? Het kan er bij mij niet in dat éénmaal, en al helemaal niet meerdere malen, per jaar de audio plotseling niet langer op de eerste plaats staat. Noemt U zich een audiofiel? Zelfs een kompaan als René van Es zit zich op het moment dat ik dit schrijf te verlustigen in het vooruitzicht van enkele weken Frankrijk. Het idee! Het enige zwakke excuus dat hij heeft is dat hij zo’n mooie audio winkel kent in de desbetreffende streek. Alsof er in Nederland niet voldoende Jadis, JM Lab, Jean Marie Reynaud en wat dies meer zij te zien en te beluisteren is.
Wat me hogelijk verbaast is dat ik al die zogenaamde audiofielen het hele jaar door hoor verzuchten dat ze toch zo graag deze ultieme cd speler of die wereld kabel willen kopen maar dat ze geen geld hebben. Vervolgens geeft zo’n audiofiel dan per jaar een bedrag uit aan het bekostigen van deze veelal met reizen gepaard gaande drang of compensatie dat het bedrag van het desbetreffende component verre te boven gaat. Hij verkiest de compensatie van enkele dagen of weken boven het dagelijkse genieten van zijn, wat ik inmiddels wil noemen “zogenaamde”, passie voor muziek en audio. Begrijpt U het nog? Ja, U wel natuurlijk. Want U bent met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid eveneens één van die pseudo audiofielen die iets te compenseren heeft. Of wilt U me wijsmaken dat U die andere ware audiofiel bent voor wie er niets boven de audio hobby gaat. Ik geloof er niets van.
Nee, ik vrees dat ik de enige echte audiofiel ben. Als liefhebber avant la lettre haal ik het hele jaar door zoveel genoegen uit mijn passie dat ik die drang om te compenseren helemaal niet nodig heb. Het dagelijks luisteren levert me meer energie op dan een week aan de Spaanse, Griekse of Franse kust. Ik moet er niet aan denken. Iedere dag als een ingevette braadworst me aan die koperen ploert blootstellen. Elke avond in een restaurant “genieten” van de couleur locale. Tot diep in de nacht gratis meeluisteren naar de discomuziek in het gebouw aan de linkerkant. Of aan de rechterzijde; hangt er van af wie de meeste decibellen produceert. Ook een verblijf in een wereldstad legt het af tegen mijn installatie. De Londense smog, de Romeinse hitte, de Parijse drukte; prachtig, maar aan mij niet besteed. Eeuwig zingende bossen; ik ken mooiere stemmen. Het ruisen van de branding; de ware audiofiel is allergisch voor ruis.
Hoe zou ik ook maar een dag zonder mijn muziek, zonder mijn installatie kunnen. Dit is volledig ondenkbaar. Alleen al bij de gedachte begint zich van mij een lichte paniek meester te maken. En dan heb ik het nog niet eens over het beluisteren van nieuwe componenten of het schrijven van recensies en columns. Bovendien; als ik ze niet schrijf, wie schrijft ze dan? Alle redactieleden van hifi.be denken dat ze “zin hebben in”, “recht hebben op”, of “toe zijn aan”. Ik kan zelfs het “ V “ woord niet uit mijn mond krijgen. Laat staan dat ik het kan “vieren”, zoals sommige mensen het uitdrukken. Zelfs wanneer ik eigenhandig mijn artikelen on line moet zetten ga ik nog door. Wanneer de systeembeheerder mij tenminste voor kan doen hoe een en ander in zijn werk gaat. Heeft U dit meegekregen systeembeheerder? Hallo? Waarschijnlijk ook al vertrokken.
Zoals iedereen vertrekt. Maar zelfs wanneer ik de enige ben; ik zal volharden, ik blijf thuis! Ook al moet ik zelf de aardappelen en de groente van de akkers halen om in leven te blijven. Al moet ik met mijn eigen handen de koe melken of een kip slachten; ik blijf trouw aan mijn passie! Desnoods zet ik mijn fiets op een standaard en wek ik, gelijk men in de donkere oorlogsdagen van ‘40-‘45 deed, zwoegend op de pedalen de voor mijn installatie benodigde energie op. In het uiterste geval ga ik zelfs zo ver dat ik mijn eigen artikelen lees.
Kom me nu niet aan met die voor de hand liggende opmerkingen dat het niet aan U ligt of dat U rekening moet houden met Uw partner omdat U nu eenmaal niet alleen op de wereld bent. Die man of vrouw die het hele jaar door zoveel begrip opbrengt voor Uw passie en die zo uitkijkt naar die weken in een andere omgeving. Of het verhaal van de kinderen die op school gepest zullen worden wanneer blijkt dat ze de gehele periode dat ze vrij waren gewoon thuis gebleven zijn. Dus alstublieft al helemaal niet met de dooddoener dat wanneer het aan U zou liggen, U liever thuis zou blijven. Degenen die zich daarvan bedienen zijn nog de meest irritante figuren. Nee, kom er dan ook rond voor uit dat U veel minder recht heeft op de erenaam “audiofiel” dan U altijd heeft doen voorkomen. Roep dan uit volle borst; ik ga liever op reis! De hard core audiofiel houdt voet bij stuk en zegt op het moment dat zijn partner vraagt of hij de koffers in de auto wil zetten; ik ga niet mee! Ik ga zelfs niet mee wanneer dat betekent dat ik de rest van het jaar de nacht door zal moeten brengen in dat opklapbed met die doorgezakte matras op de logeerkamer. Al verhuist mijn bed naar de schuur. Als “die hard”…..
“ Jan?” Vaag dringt de stem door tot in mijn onderbewuste. De stem van Antoinette, mijn lief. “Riep je, schat? Ik ben boven, ik zit nog even aan mijn column te werken.” Weer word ik afgeleid door die stem. “Duurt het nog lang?” “Nee, het duurt niet lang meer.”Laat me nu toch even schrijven, denk ik; het is zo klaar. Er klinkt gemompel waaruit ik opmaak; “Ja, dat ken ik.” Toch maar even antwoorden: “Nee echt niet schat; het wordt niet zo’n lange aflevering. In deze tijd wordt hij toch door niemand gelezen.” Tien minuten later word ik opnieuw uit mijn concentratie gehaald. “Jan, denk je aan de tijd?” “Ja natuurlijk, ik kom zo.” Een kwartier verstrijkt. “Jan, we hebben nog meer te doen.” Zucht. “Ja, dat weet ik. Moet je Isabeau nog niet even verschonen?” Goed gegokt; gerommel in de kinderkamer. “De koffers staan klaar, Jan.” …..”Jan?” …..”Jaaaa! Als jij ze vast dicht ritst zet ik ze zo in de auto. Nog even de mail controleren.” Geen mail. “We moeten nu echt gaan schat.” Zucht. “Ik ben al onderweg.”
“Jan?” Ditmaal klinkt de stem van mijn groenoogje verontrust. “Wat is er nu weer?” vraag ik geïrriteerd terwijl ik bijna bij de koffers op de eerste etage aangeland ben. Ja, roept U maar. Ik weet het, ik ben net zo’n slappeling als de rest. Ook ik heb het recht niet mij audiofiel te noemen. “Vergeet je je Tivoli Model One niet mee te nemen? Anders ben je de komende twee weken weer absoluut niet te genieten.” Zij ziet me in ieder geval nog wel als audiofiel.
Prettige “V”.