Door de tot elf uur durende redactievergadering van hifi.be is het gisterenavond nogal laat geworden. Toch heb ik, op het moment dat ik mijn ogen open, het gevoel dat ik voldoende rust gehad heb. Misschien wel omdat vergaderingen en ontmoetingen van deze club redacteurs altijd plaatsvindt in een ontspannen sfeer. Eerst even bijpraten met veel aandacht voor de mens achter de redacteur, vervolgens aan de hand van een agenda in een vrij strak schema door de punten heen, af en toe onderbroken door een korte pauze waarin op enthousiaste wijze doorgeborduurd wordt op meningen, plannen etc. Terwijl ik uit bed stap bedenk ik me dat het te vergelijken is met het gevoel dat ik na het sporten heb. Hoewel het inspannend is levert het uiteindelijk toch meer energie op dan het kost.
Vandaag heb ik een vrije dag maar desalniettemin sta ik vroeg op. Ten eerste omdat mijn groenoogje gisterenavond al op bed lag en ik ons gezamenlijke ‘doornemen van de dag’ gemist heb, ten tweede omdat zij vandaag wel moet werken en ik dus alleen op dit vroege uur even met haar kan communiceren. Ik hoor aan de geluiden dat ze onder de douche staat en besluit om snel wat kleren aan te schieten en eerst haar auto af te gaan tanken. De pompen in de buurt waren gisterenavond al dicht en zelf kan mijn lief, door een afwijking aan haar polsgewrichten, de pistoolgreep van de vulslang niet hanteren. Waar zijn de goede oude tijden gebleven dat je met je auto bij de pomp aankwam en je met open armen ontvangen werd door de beheerder die de slang in de vulopening van de tank hing en vervolgens begon met het schoonmaken van de ramen terwijl hij de standaardvraag stelde; “Oliepeil nog in orde meneer?” Buiten maakt de kou abrupt een eind aan mijn mijmeringen. Schoonmaken van de ramen betekent vandaag ijs schrappen.
Wanneer ik wat later de aangepaste en daardoor vederlicht sturende Starlet voor de deur parkeer zie ik dat het licht in de keuken brandt. Met de deurknop nog in mijn hand hoor ik de stem van Antoinette. Ze blijkt, gezeten achter haar kommetje yoghurt met cruesli, telefonisch in gesprek te zijn. Er wordt me een kushandje toegeworpen zonder dat er een onderbreking of hapering in de woordenstroom optreedt. Op haar horloge zie ik dat het inmiddels half zeven is en ik tik met mijn wijsvinger op de wijzerplaat. Het begin van een frons vormt zich boven de wenkbrauwen maar wanneer ze ziet wat ik bedoel wordt de uitdrukking omgezet in tegenovergestelde richting en worden de wenkbrauwen omhoog getrokken. “O ik moet weg anders zit ik in de file en ben ik niet op tijd bij je. Tot zo.” De prachtige groene ogen richten zich op mij; “Wil jij de telefoon even terugzetten schat? Ik heb haast en ik moet mijn tanden ook nog poetsen”. Ze stuift langs me heen en ik neem een hap van haar nog nauwelijks aangeraakte ontbijt. De cruesli heeft inmiddels door de yoghurt al zijn knapperigheid verloren en de rest verdwijnt dan ook in de afvalbak. Ik maak zo meteen voor Isabeau en mezelf wel het favoriete ontbijt van de kleine; omelet van geklutste eieren met melk en een paar grote eetlepels geraspte kaas. Antoinette stormt de kamer weer in, slaat haar armen om me heen en ik zink weg in de geur en smaak van tandpasta. Even snel als ze binnenkwam is ze weer verdwenen terwijl ze uitroept; “Sorry schat, ik moet opschieten, ik bel je nog.” Direct daarna het geluid van de voordeur die in het slot valt. “Ja, leuk je even gesproken te hebben” mompel ik. Ik had beter kunnen gaan werken, dan hadden we elkaar in ieder geval op weg naar Rotterdam nog een half uur gesproken. Een klein stemmetje op de eerste verdieping vraagt mijn aandacht; “mama?”. Bijna goed.
De ochtend is een aaneenschakeling van huishoudelijke- en met het vaderschap samenhangende bezigheden. Isabeau aankleden, het ontbijt klaarmaken, eten, afwassen, zorgen dat de beker van mijn kleine meid gevuld blijft, stof afnemen en stofzuigen op de benedenverdieping, regelmatig die dreutel verschonen en het klaarmaken en verorberen van de lunch. Wanneer de afwas weer gedaan is en ik het laatste plasje water van het aanrecht veeg verheug ik me onderwijl al op de komende korte luistersessie op de bank. Een espresso zal daarbij wel smaken. Trrring…trrring. Het geluid komt van zolder. De lijn van de praktijk. Ik spoed me naar de handset, druk eerst een 8 en vervolgens het groene knopje in, en meld me.
De vrouwenstem aan de andere kant vertelt op gejaagde toon over een probleem waar ze erg veel last van ondervindt. Zij vraagt of ze voor een oplossing van dit probleem bij mij aan het juiste adres is en wanneer ik haar uitleg dat daar pas aan het eind van een intakegesprek een goed antwoord op gegeven kan worden vraagt ze naar de prijs van zo’n gesprek. “Het eerste gesprek is gratis, voor de therapeutische gesprekken die daarop volgen reken ik 65 euro per consult.” Al die tijd volg ik Isabeau met mijn ogen. Ze heeft in navolging van papa haar telefoon gepakt – een oude afgedankte GSM van haar grootouders – het klepje opengeklapt, en loopt nu al babbelend op en neer voor het audiorack, daarbij met haar vrije handje druk in de ruimte gesticulerend.
Achter haar de installatie die op dit ogenblik eigenlijk al muziek weer zou moeten geven afkomstig van één van de platen of cd’s uit mijn collectie. Mijn ongeduld neemt toe. “Dat is niet goedkoop” zegt de vrouw. Meer tegen zichzelf dan tegen mij. “Maar het eerste gesprek is gratis hè?” “Ja mevrouw.” De zucht kan ik nog net op tijd onderdrukken. “Kan dat ook op korte termijn, kan dat vanavond nog?” Er is een tijd geweest dat ik dit soort claims moeilijk naast mij neer kon leggen maar die ligt in een zeer grijs verleden. Vanavond is het enige deel van vandaag dat nog niet helemaal ingepland is en dat wil ik graag zo houden. “U zou maandagavond a.s. kunnen komen.” “O, nu ja, dan denk ik er nog even over na. Bedankt voor de informatie in ieder geval.” Dan legt ze op. Daar hoor ik nooit meer wat van denk ik terwijl ik zie hoe Isabeau nog steeds in gesprek is. Nu in de karakteristieke pose die mama vaak aanneemt; met één hand in de zij.
Ik sta op en loop naar de platenkast. Midden in een zin stopt Isabeau en de GSM belandt met een sierlijke boog in de armen van Pooh. “Hey, hey, hey” zegt Isabeau en ze komt op me af gerend. “Ja maar papa wil ook wel eens een andere plaat horen” zeg ik lachend. Uiteraard pak ik toch het verlangde nummer “Hey Joe” dat zich als openingsnummer op één van mijn oude Anita Kerr platen bevindt. Isabeau swingt op de eerste tonen alweer kontjesschuddend door het beeld maar ik zal mijn luisterplek nog niet bereiken. Weer gaat de telefoon. ”Goedemiddag, wij houden een enquête met een aantal vragen…” De rest hoor ik niet eens meer. Dit soort dames zijn er op getraind om snel achter elkaar alle informatie te spuien en vervolgens vloeiend over te gaan in het stellen van de eerste vraag zonder de door het gesprek overvallen toehoorder de gelegenheid te geven om aan te geven of hij al dan niet mee wil werken. Het wekt bij mij dezelfde irritatie op als ongevraagd toegezonden drukwerk en ik reageer dan ook met het standaard zinnetje dat ik normaliter reserveer voor de Jehova’s getuigen of de mormonen die mij uit mijn zondagsrust wagen te halen; “Geen interesse”. In dit geval wordt die uitspraak niet gevolgd door het dichtduwen van de deur maar door het indrukken van het rode knopje. De ijzige toon komt wel overeen.
Het verzoeknummer is afgelopen en ik wissel de zwarte schijf voor een ander exemplaar. Ditmaal van UB40. Isabeau staat voor de hoes met een foto van de zich in een kroeg bevindende bandleden. Ze beweegt al voordat ‘Cherry oh baby’ begint, bekend als ze is met de melodie. Papa wordt echter opnieuw opgeschrikt door het geluid van de telefoon. Voordat ik briesend uit kan vallen hoor ik in mijn oor; “Ha schat, ik ben onderweg naar huis. De vergadering in het gezinsvervangend tehuis ging niet door dus ik heb wat uurtjes opgenomen.” “Leuk”, zeg ik afgemeten. De irritatie golft nog door mij heen. Het valt haar echter niet op, waarschijnlijk doordat de lijn niet optimaal is. “Waar ben je nu?” vraag ik. “Op een paar honderd meter afstand. Nee hè, het stoplicht zal niet op rood springen. Maar ik heb wel een verrassing. Ik heb net een film gehaald in de videotheek. Kunnen we samen gezellig een filmpje kijken.” Dolletjes, denk ik terwijl ik probeer om met mijn vrije oor in ieder geval nog iets van de muziek op te vangen. “Oké, tot zo dan”zeg ik en ik verbreek de verbinding.
Zuchtend druk ik de bovenste volumeknop in op de afstandsbediening van de tijdelijk in mijn woning verblijvende Lindemann Amp4 versterker. Ik moet toch in ieder geval nog één nummer kunnen draaien voordat mijn lief thuiskomt. Het volume maakt een sprong maar het is al te laat. Isabeau heeft Pooh de GSM ontfutseld en, om boven de muziek uit te komen, loopt ze luid ‘ta-ta’nd’ door de woonkamer heen en weer waarbij ze iedere ‘ta’ onderstreept met een stampend neergezet voetje. Vrijwel tegelijkertijd hoor ik de sleutel in de buitendeur en even later zit mijn lief naast me op de bank. “En, hoe was je dag?” vraagt ze op een enthousiaste toon die doet vermoeden dat de hare uitzonderlijk goed was. Ze legt haar GSM voor zich op tafel en op het moment dat hij daar ligt begint hij te rinkelen. Antoinette pakt de afstandsbediening en draait de volumeknop terug tot de stand ‘akoestisch behang’. Met haar andere hand drukt ze de GSM tegen haar oor. In een mum van tijd zit ze in een geanimeerd gesprek met een vriendin. “Het eerste deel was niet optimaal maar de dag is nog niet voorbij”mompel ik. En terwijl ik afwisselend naar de beide bellende dames kijk laat ik er op volgen; “Kan ik je daar over terugbellen?”