COLUMN

Opruimen

Jan de Jeu | 01 mei 2003

Jan de Jeu“Jan?” Waarom beginnen mensen altijd tegen me te praten als ik me net even op m’n gemak met een heerlijke dubbele espresso op mijn hotspot gesetteld heb? Het is Koninginnedag en god zij dank regent het, zoals de Engelsen dat zo fraai uitdrukken, ‘katten en honden’. Geen ‘gezellig dagje uit’. Nee, een heerlijke gelegenheid om thuis in alle rust van deze vrije dag te genieten. Hoezo in alle rust; je hebt een gezin, weet je nog wel? “Ja schat?” De zucht slik ik net op tijd in. “Ik wil eigenlijk zo meteen even de ‘Paasboom’ opruimen. Wat vind je daarvan?” Wat vind ik daarvan. Dat wil ze vast niet weten. 

Wat ik daarvan vind? Waarom haalt een mens in godsnaam al die rommel in huis? Met Kerstmis een dennenboom, meestal vergezeld van een armvol takken die her en der, versierd met ballen, als ornament in de ruimte komen te hangen. Met Pasen een … paasboom? Welke dwaas heeft dat nu weer bedacht? In ieder geval een vrouw, en dan waarschijnlijk zo’n vrouw die een hekel heeft aan mannen. Mannen die mogen helpen met het optuigen, met het … “Jan, hoor je me?”

“Ja, natuurlijk. Sorry, ik zat te denken…” Een bezorgde blik in de groene kijkers. “O, is er iets?” Haar blik maakt dat ik me een beetje schuldig voel en ik zeg; “Nee hoor, niet belangrijk. Je wil de Paasboom aftuigen en de overal verspreid staande haasjes, kuikentjes, eitjes en wat dies meer zij weghalen?” Ze knikt. “Is er echt niets?” Weer die, nu iets minder bezorgde, blik waardoor haar ogen donkerder lijken. “Ja, eigenlijk wel; ik vond het wel gezellig, al die knuffels.” Even kijkt ze me met een indringende blik aan. Mijn ogen verraden me echter. “Ach jij, zot!” De por tussen m’n ribben wordt te snel geplaatst om hem goed te kunnen ontwijken.

 Koninginnedag

“Moet ik helpen?”vraag ik, lichtelijk bevreesd voor het antwoord, wanneer ze begint met het uit de takken verwijderen van aan dunne touwtjes hangende eitjes. “Nee hoor, ga jij maar lekker muziek luisteren. Je hebt toch twee nieuwe cd’s binnengekregen om te recenseren? Zet die eens op?” Bof ik even. Dat wilde ik nu net even gaan doen. Met welke te beginnen; die van de Engelse jazz zangeres Tina May of die met de traditionele Schotse muziek. Het is nog vroeg en het repertoire van de bevallige Britse leent zich misschien wat meer voor een wat later tijdstip op de dag. Ik leg de SACD in de CEC cd drive en stel het volume van de GamuT C2R in op negen uur. Terwijl ik me terughaast naar de bank knalt de muziek vanuit een inktzwarte duisternis plotseling de kamer in.

“Hé wat leuk, je hebt een cd met Schotse muziek om te bespreken.” “Ja schat, heb ik speciaal voor jou aangevraagd.” “Wat lief van je.” Beiden luisteren we heel graag naar traditionele Ierse, Schotse en Keltische muziek waarbij Antoinette daarnaast nog gecharmeerd is van meer hedendaagse interpretaties zoals die van ‘Lord of the Dance’, een versie waar ik persoonlijk van gruwel. “Klinkt goed, mooi opgenomen ook” babbelt mijn lief vrolijk verder. “Ja schat.” Ondertussen denk ik; kun je even je mond houden zodat ik kan luisteren? De drie vrouwenstemmen behorend bij de gezusters MacKenzie worden door de installatie prachtig in de ruimte geplaatst en zelfs Isabeau vergeet even het opwind konijntje dat ze aan mama heeft weten te ontfutselen. Heel even… Dan komt ze op mij afgestapt. Ze steekt haar handje met daarin het opwinddiertje naar mij uit. “Oké, papa zal het één keer opwinden maar daarna ga je lief zelf spelen hè?” Terwijl ik het zeg realiseer ik me mijn fout. Kinderen van twee zijn ware meesters in het herhalen van eenvoudige patronen. Daar kan zelfs Philip Glass nog wat van leren.

Ze pakt het opgewonden standje aan en zet het op de laminaatvloer. De plastic pootjes roffelen de harde ondergrond en het lijkt of er een mini machinegeweer afgeschoten wordt. Zelfs de MacKenzie’s zoeken dekking. Daar gaat weer een luisterochtend de mist in. Terwijl ik voor een tweede maal het pluizige niemendalletje aanpak, en me slechts met de grootste moeite kan beheersen om het niet in m’n hand te vermorzelen, begint Antoinette mee te neuriën met één van de wijsjes op de cd. Heerlijk wanneer je vrouw zo’n fan is van Schotse en Ierse muziek dat ze de meeste melodieën kent. Arrrgh! Ze staat voorover gebogen en is druk bezig om één van de kleinere planten uit de grote plantenbak te verwijderen, daarbij het geluid dat uit de linker luidspreker komt volledig voor mij afschermend. ‘Geniet je een beetje?” Ze kijkt over haar schouder en trekt in afwachting van mijn antwoord haar wenkbrauwen op.

Wat moet ik nu zeggen? Nee schat, hoe kan ik nu genieten als jij met je kont voor de geluidsbron staat? Niet echt schat, want ik hoor alleen jou? Het zou beter klinken zonder het geluid van dat mechanische stampertje dat ik steeds opnieuw in mijn handen geduwd krijg? Of moet ik mijn irritatie inslikken, hopen dat ik er niet in stik en vervolgens op zo enthousiast mogelijke toon zeggen dat ik het prachtig vind. “Je geniet echt van je nieuwe GamuT combinatie hè? “Ja, die klinkt heerlijk!” beaam ik volmondig. Tevreden knikkend draait ze zich weer naar haar werkstuk waarna ze begint te zingen. Vier MacKenzies.

Ze veegt zich de haren uit haar verhitte gezicht. “Gezellig hè, zo’n dagje thuis. Dit vind ik nu zo leuk om te doen.” “Mm” antwoord ik terwijl ik het geluid van de bagpipes tracht te isoleren van dat van de repeterende konijnenpootjes. “Ik krijg gewoon zin om te beginnen  aan de grote voorjaarsschoonmaak, weet je dat?” hervat Antoinette haar betoog. O nee, nog meer onrust in huis. Ik moet er niet aan denken. Een mattenkloppende vrouw. Openstaande ramen waardoor het geluid van schreeuwende, rennende, voetballende en met karretjes over de stenen crossende buurjongetjes naar binnen kan drijven. Gelukkig regent het buiten nog steeds. En met een beetje geluk… Zou het de muziek zijn of heeft het te maken met het vrouw zijn; met de genen, met de hormonen…? Zo meteen toch maar iets rustigs opzetten. “Ja Isabeau, papa windt hem al op. Zie je wel?” Twee vrouwen in huis. Zucht…   


EDITORS' CHOICE