Veel audiofielen zullen het met me eens zijn wanneer ik zeg dat het luisteren naar muziek eten en drinken tegelijk is. In de afgelopen twee weken heb ik in die zin dubbel geboft want zowel op audiofiel als op culinair gebied heb ik mijn hart op kunnen halen. Tijdens de High End 2003 in Frankfurt hebben Antoinette en ik ons namelijk niet uitsluitend beziggehouden met het aflopen van de verschillende kamers in het Kempinski hotel. We hebben ook de nodige restaurants van binnen gezien. Nu krijgt de gemiddelde lezer misschien de indruk dat we alleen maar genoten hebben. Wanneer u echter eveneens audio beurzen frequenteert, en met enige regelmaat restaurants bezoekt, dan zult u weten dat er in beide situaties dissonanties op kunnen treden. De High End 2003 en de Duitse horeca vormen daarop geen uitzondering.
In het Kempinski verbaas ik me weer een aantal malen over de slechte kwaliteit van het aangeboden klankbeeld. Soms komt dat doordat er veel te grote luidsprekers gebruikt worden in de kleine hotelkamers. Tenslotte zijn er maar een gering aantal grote ruimtes ter beschikking. Of omdat er veel te hard gedraaid wordt. Maar het komt ook voor dat een ‘aussteller’ de luisterstoelen dusdanig in de hoek van een ruimte opstelt dat de luisteraar gedwongen wordt om onder een bepaalde hoek naar de musicerende set te luisteren met als gevolg dat de ene luidspreker de andere overheerst. Gelukkig voor hem zijn de meeste bezoekers maar één dag op de beurs aanwezig en willen ze in die ene dag ook nog eens alle kamers aandoen waardoor ze absoluut geen tijd hebben om ergens te gaan zitten.
Een aantal malen erger ik me aan de gedesinteresseerde of soms zelfs hautaine houding waarmee consumenten te woord gestaan worden bij een aantal prestigieuze merken.
De ervaringen in de restaurants zijn voor het merendeel positief. Wanneer ik kijk naar prijs / kwaliteit verhouding, een aspect waar veel audiofielen grote waarde aan hechten, dan steken de Duitse uitspanningen in gunstige zin af tegen hun Nederlandse equivalenten. Datzelfde geldt voor de bediening. We komen één uitzondering tegen. Op een avond besluiten we te gaan eten in een restaurant waar we enkele jaren geleden ook eens geweest zijn en waar we beiden goede herinneringen aan bewaren. Het is gesitueerd op een berg en heeft een prachtige grote tuin met oude bomen die feeëriek verlicht worden. Bij aankomst zien we dat alle plaatsen op het terras bezet zijn. We willen op deze prachtige avond niet binnen zitten en staan dan ook op het punt om weer weg te gaan wanneer de eigenaar op ons afkomt en verzekert dat er elk moment een tafel vrij zal komen. Omringd door genoeglijk converserende en van hun maaltijden genietende mensen wachten we tot er een plekje beschikbaar komt. Het duurt gelukkig niet lang en voordat we zelf het gevoel kunnen krijgen dat we de mensen weg staan te kijken kunnen we gaan zitten.
De eigenaar reikt ons de menukaarten aan en vraagt ons of we misschien alvast iets willen drinken. Onze keus is snel gemaakt en de man verdwijnt weer even snel als hij gekomen is. Het valt me op hoe snel dat wel is. Even later komt hij op ons af met een dienblad waarop twee glazen staan. Ze zijn echter niet voor ons bestemd. Het ene glas zet hij op een tafeltje valk naast ons en met het andere glas ‘rent’ hij, zo goed en zo kwaad als het losse grint waarmee de tuin bedekt is dat toelaat, naar het andere eind van het terras. Om ons heen wordt gelachen. Pas na enige tijd, we wachten inmiddels al meer dan een kwartier op ons drankje, wordt ons duidelijk dat er een verband is tussen het ‘optreden’ van de man met het dienblad en de bulderende lachsalvo’s.
Nu gaan ons ook andere dingen opvallen. Twee tafeltjes verder ‘gooit’ de ober een bord voor een meisje neer, de beide volwassenen aan dezelfde tafel achterlatend met een vragende blik in hun ogen. Aan het andere uiteinde van het terras een serveerster die al bijna even snel loopt als de eigenaar. We komen er achter dat op dit terras, waar je minstens zes man bediening zou verwachten, het werk verzet wordt door één man en twee vrouwen. Weer een kwartier later trek ik mijn hoofd angstig in wanneer de ober rakelings langs mij heen scheert met een blad vol glazen. Het zweet loopt in straaltjes van zijn gezicht en zijn overhemd plakt aan zijn lijf. Ik heb al veel minder trek dan een half uur daarvoor. Nog steeds wachten we op ons drankje en twee tafeltjes verder is de vader ten einde raad maar begonnen om een vorkje mee te pikken van het bord van dochterlief. Naast ons begint een huisvader zelf maar vast de rekening op te maken. Tegenover ons volhardt een vrouw er in om steevast wanneer de ober langs rent te vragen waar haar drankje blijft. “Kommt gleich” luidt het antwoord steeds opnieuw. “Sie bekommen noch ein Grau Burgunder” roept hij steeds in mijn richting. Of hij nog weet dat Antoinette een Cola Light besteld heeft betwijfel ik ten zeerste.
Inmiddels ervaar ik de situatie als een regelrechte klucht die me doet denken aan een stuk dat ik jaren geleden op televisie gezien heb: ‘Dinner for One’ meen ik dat de titel was. Daarin rent een ober rond een lange tafel, hij schenkt wijn in glazen, drinkt daar zelf stevig van mee en naarmate het diner vordert struikelt hij steeds vaker over de berenkop van de vacht die als kleed op de vloer gedrapeerd ligt. Terwijl ik daaraan denk maakt de ober een schuiver en belandt een kop koffie over de broek van een gast. Deze staat vervolgens op en zegt dat hij wel even een andere broek uit zijn auto gaat halen. “Die eet hier zeker vaker”, zeg ik tegen Antoinette. De vader van het meisje besluit om af te rekenen nog voor hij zijn eigen maaltijd gekregen heeft. Op een bepaald moment krijgen ook wij onze drankjes waarbij er tijdens het uitschenken van het karafje zowaar ook nog wat wijn in het glas terecht komt. Geleidelijk aan wordt het wat rustiger op het terras en uiteindelijk kunnen wij onze maaltijd bestellen en er vervolgens zelfs nog van genieten. Prima kok en ach, we hebben vakantie dus tijd zat.
Het daarop volgende pinksterweekeinde komt deze tuinscène mij weer helder voor de geest wanneer we ter gelegenheid van het jaarlijkse etentje van onze audioclub, waarbij zoals gebruikelijk ook de wederhelften aanwezig zijn, een Italiaans restaurant binnenlopen waarin ik wel vaker eet. Ik heb voor acht personen gereserveerd maar de mij onbekende zeer jonge dame die ons te woord staat is daar totaal niet in geïnteresseerd en we mogen gaan zitten waar we willen. Vrij snel komt er een ander dametje, ook deze ken ik niet, onze drankjes opnemen. Ze heeft een kladblokje bij zich want, zo verontschuldigt zij zich, ze werkt hier nog maar twee dagen en ze kan niet alles onthouden. Ik houd mijn hart vast en, zo blijkt al snel, terecht.
We brengen een toast uit op onze audioclub en bij het proeven trekken vier mensen tegelijk een vies gezicht. Antoinette en ik proeven zoete witte wijn terwijl de dames van Es en Smit onverwacht aan de droge variant nippen. De glazen worden omgewisseld waarmee dat leed snel geleden is. Het blijkt echter illustratief voor het vervolg. De jongejuffrouw keert terug met pen en papier en noteert voor- en hoofdgerechten. Het geheel verloopt niet echt soepel maar dat was te verwachten en goed geluimd als we zijn nemen we de tijd om haar langs de klippen te leiden. Tenslotte is ze nieuw en moet je haar de kans geven om te leren. Er verschijnen mandjes stokbrood en de hittepetit die ze voor ons neerzet meldt blijmoedig dat de notities van haar voorgangster voor de kok van nul en generlei waarde waren en dat zij het heel vervelend voor ons vindt maar dat zij dus graag nog een keer onze voor- en hoofdgerechtkeuzes op wil nemen. Terwijl ze daarmee bezig is krijg ik hetzelfde gevoel als ik onlangs had toen ik in een grote bekende winkel, waarvan ik de naam niet zal noemen, om wat informatie omtrent digitale camera’s vroeg. Ik zal u deze ervaring besparen.
De voorgerechten worden opgediend zonder dat er iets fout gaat. Hoewel, ik vraag nog een droge witte wijn en krijg vervolgens weer een, door de dame met twee dagen ervaring als ‘gewone wijn’ betitelde, zoete variant. Heel attent komt ze vervolgens vragen of we de dessertkaart nog in willen zien. “Graag, maar als u het goed vindt wachten we liever eerst nog even op het hoofdgerecht” antwoordt Antoinette. Wanneer de hoofdgerechten opgediend worden is zij opnieuw van de partij. Als eerste presenteert ze een ‘filetto’. Wat voor filetto weet ze niet. Gelukkig ziet ze aan de vorm van het volgende bord dat het hier om een vis gaat. Waarschijnlijk heeft het ervaren personeel bij hun vertrek de vingerkommetjes meegenomen want deze avond zijn ze nergens te bekennen. Gelukkig is de kok gebleven en smaakt alles perfect. Onze vriendin die inmiddels aan haar derde ervaringsdag bezig is brengt me tot slot nog een drambuie in een whiskyglas, kompleet met vrolijk tinkelende ijsklontjes. Ik besluit om er maar niets meer van te zeggen. Er is tenslotte een limiet aan wat een mens op één avond kan leren. Genietend van mijn dubbele espresso leg ik onbewust toch weer de link met hifi en bedenk ik me dat - hoewel er uiteraard ook op hifi detaillisten kritiek mogelijk is - je in dit licht bezien als klant van de betere hifi zaak toch eigenlijk niets te klagen hebt.