De zomer van 2003 wordt ongetwijfeld een gedenkwaardige want ik kan me met de beste wil van de wereld geen hetere herinneren. Het is nu zelfs zo dat het ’s nachts nog maar nauwelijks afkoelt en het in de ochtenduren in de huiskamer nog steeds broeierig warm is. Het is zaterdagmorgen elf uur, ik heb net heerlijk ontbeten en maak me klaar voor een luistersessie. Antoinette en Isabeau zullen zo meteen ongetwijfeld de tuin in willen dus voor ik weer met emmers warm water voor het zwembadje moet gaan slepen kan ik nog net even wat vinyl draaien. Menige ‘niet audiofiel’ zal zich afvragen waarom ik niet heerlijk in de tuin ga zitten. De tot de ware harde kern van muziek en audio genieters behorende ‘die hard’ zal echter precies in kunnen voelen waarom ik er de voorkeur aan geef om, desnoods met het zweet op mijn voorhoofd, op een plakkende leren bank te gaan zitten en de muziek over me heen te laten komen.
Nog voordat ik de LP ‘Ballads’ van John Coltrane uit de hoes heb kunnen halen gaat de kamerdeur open. Voorop loopt de kleine Isabeau en daarachter, in rijbroek, mama Antoinette. Langzaam dringt het tot me door. Zaterdagmiddag twaalf uur; mijn wekelijkse paardrijles. In de groene ogen lees ik al de vraag voordat hij uitgesproken wordt; “Moet jij je niet omkleden?” Ik zucht. “Dit is toch helemaal geen weer om op een paard te gaan zitten?” “Dat klopt. Het is eerder de perfecte temperatuur om een LP te draaien” klinkt het op licht spottende toon. Touché. John Coltrane wordt teruggeschoven en terwijl ik vervolgens de trap oploop hoor ik op de achtergrond drie Belgische dames blèren over een ‘tele-romeo’. Dankzij de buurjongens - en hun vader - heeft ook Isabeau inmiddels K3 ontdekt.
Voor mijn kledingkast staand bedenk ik me dat sommige hobby’s, of misschien moet ik zeggen passies, werkelijk niet met elkaar te vergelijken zijn. Als audiofiel kan ik, ongeacht de kleding die ik aanheb, te allen tijde heerlijk genieten van muziek. Daarentegen moet ik als ruiter eerst een pantalon over mijn benen rollen. Daarbij krijg ik zoals altijd ook nu weer visioenen van het ‘stoppen’ van verse worst. Langs de spiegel lopend moet ik even later toegeven dat het uiteindelijke resultaat er wel strak uitziet. Maar het ergste moet nog komen want onder aan de trap wachten mijn laarzen. Het is buiten circa 30 graden Celsius en ik ga hoge rijlaarzen aantrekken. Nu zult u zich misschien afvragen waarom ik het dan in godsnaam doe. Dat zal ik u zeggen. Antoinette’s grootste passie is van jongs af aan, u raadt het; paardrijden. De mijne is muziek en audio. Antoinette is geïnteresseerd in mijn hobby en ik…
De manege ligt niet al te ver van ons huis dus we hoeven maar heel even in de warme auto te zitten. We zijn een half uur te vroeg maar die tijd hebben we wel nodig want we moeten het paard nog zadelen. “We rijden vandaag op ‘Dominant’. Haal jij het zadel even, Jan?” Ik loop tussen de stallen door naar de plek waar de zadels op grote beugels aan de muur hangen. Inmiddels weet ik dat het bijbehorende hoofdstel aan de rechterkant van het zadel hangt. Hier en daar zie ik (jonge)dames die met paarden in de weer zijn; borstelen, afsponzen, afsproeien, het vlechten van manen en staarten etc. Iedere keer weer verbaas ik me over het duidelijk van de gezichten afstralende plezier waarmee dat gebeurt. Alsof er geen groter genot bestaat.
“Wat ben jij nu aan het doen?” vraag ik aan Antoinette als ik even later zadel en hoofdstel tegen de muur aan zet. Ze staat voorover gebogen in een houding die de indruk wekt dat ze het paard een nieuw hoefijzer aan wil meten. “Ik maak zijn hoeven schoon.” Verbaasd zeg ik; “Maar dat is toch zinloos? Voordat hij éénmaal de bak rond geweest is zitten ze weer vol met zand, stront en wat dies meer zij.” Ik krijg meteen de volle lading over me heen; “Dat geldt voor die contacten van jouw audio apparatuur toch ook?” “Oké, maar dat hoeft niet iedere dag. Die amazones hier staan iedere dag te poetsen. Wat bezielt ruiters om een eigen paard aan te schaffen. Een hobby is leuk, maar om je er nu iedere dag zo intensief mee bezig te houden.” Terwijl ik het zeg realiseer ik me dat ik op mijn manier net zo intensief bezig ben met audio. Ze kijkt me dan ook alleen maar aan.
Vandaag rijden we in de buitenbak omdat het binnen niet te harden is. Eenmaal in het zadel trek ik de riemen van de singel nog wat strakker aan waarna ik mijn voeten in de stijgbeugels steek. ‘Zijn ze zo goed op lengte?” vraag ik aan Antoinette. “Dat ligt er aan wat jij zelf prettig vind” luidt het antwoord. “Je lijkt wel een audiofiel” mompel ik terwijl ik ze wat korter maak. “Zo wordt het in galop moeilijker om goed in het zadel te blijven” zegt ze meteen. Ik maak ze weer wat langer. “Nu is het risico dat je er eerder uitschiet.” Er zijn dus toch overeenkomsten tussen beide passies. De instructrice geeft aan dat ik eerst maar een paar rondjes in stap moet gaan. ‘Dominant’ is bijna niet vooruit te branden. Hij moet zeker nog ‘inlopen’ grinnik ik voor mezelf weg. Na een aanwijzing vanaf de kant geef ik hem wat kleine schopjes en hij gaat in draf. “Gebroken lijn van A via X naar…” Shit, waar zit die A nu? Vertwijfeld kijk ik in het rond. “Voor je uit kijken… blijven aansporen… denk aan je handen… verkeerde been…” Dit is hard werken. Wat? In galop? Hoe ging dat ook weer. O ja; binnenbeen op de singel, buitenbeen naar achteren en wow! Rollercoaster! Een half uur later neemt Antoinette mijn plaats in en voeg ik me bij het clubje toeschouwers langs de kant. Isabeau kruipt bij me op schoot.
“Wijken” roept de instructrice naar Antoinette en ik heb geen idee waar het over gaat. Ik voel me als een niet audiofiel die ongewild op een luisteravond van een willekeurige audio club beland is. Twee dames – in die weken dat ik hier nu kom heb ik nog maar twee mannelijke ruiters gezien – praten over de ‘extra gang’ van de IJslander. Nu weet ik niet veel van de anatomie van het paard maar zouden de rassen onderling zo sterk van elkaar verschillen? Ik sta op het punt om hen een ‘domme’ vraag te stellen als me plotseling duidelijk wordt dat dit ‘type’ – mag ik dat zo zeggen? – paard naast stap, draf en galop in ieder geval nog minstens één andere ‘snelheid’ kent. “Je moet het echt eens proberen. Het zit zo anders; of je in een makkelijke stoel zit.” Het gesprek kabbelt rustig verder waaruit ik concludeer dat het me gelukt is om mijn wenkbrauwen op hun plaats te houden.
Plotseling realiseer ik me hoe partners van audiofielen zich moeten voelen wanneer ze meegaan naar een audio beurs of wanneer er audio vrienden op bezoek komen en er over de gemeenschappelijke hobby gesproken wordt. Om te voorkomen dat ze zich buitengesloten voelen hebben deze partners maar één keus; ze zullen zich open moeten stellen voor de hobby en dat betekent in de eerste plaats dat ze zich er in zullen moeten verdiepen. Terwijl ik me dat bedenk vraag ik me af hoe ik dat het best kan doen. Antoinette heeft thuis een hele stapel boeken over paarden en paardrijden. Maar om die nu allemaal door te gaan nemen… Misschien is het eenvoudiger om me gewoon in de conversatie van dit clubje dames te mengen. Bijvoorbeeld door de betekenis te vragen van een voor mij onbekende term. Daarvan hoor ik er tenslotte meer dan genoeg. De daad bij de gedachte voegend vraag ik aan één van de, toepasselijk met een blonde paardenstaart en pony uitgeruste, jongedames; “Wat is een ‘tuiger’ eigenlijk?” De lichtblauwe ogen kijken me even kort aan, werpen dan een taxerende blik op mijn professioneel ogende leren rijlaarzen, keren vervolgens terug in de beginpositie en op het moment dat we elkaar in de ogen kijken vraag ik me verschrikt af; zou ik zo’n zelfde blik hebben in het geval dat iemand mij vraagt wat een ‘elektrostaat’ is?