In mijn studeerkamer, annex logeerkamer, annex tweede luisterruimte staat een eenvoudig televisie toestel dat een zeer behoorlijk beeld geeft. Het is een Sony van 15 jaar oud die wij destijds kochten voor ongeveer 1000 gulden.
Netjes aangesloten op het kabelnet met daarbij een videorecorder die nog gewoon met videobanden werkt. Niets mis mee. De bewuste TV is nog geen drie jaar geleden verhuisd van de woonkamer naar dit domein. Ten gunste van een LCD scherm. Net voordat de grote prijserosie van platte TV’s begon. Wij betaalden 3200 euro voor het scherm, dat ik in een triest dieptepunt in Parijs aantrof voor 999 euro. Een demo model, zonder doos, maar toch. Een gangbare prijs voor de opvolger kwam zo rond de 1200 euro, groter, moderner, meer mogelijkheden. Ik geef toe dat wij van de LCD bijna drie jaar plezier hebben, maar ik vind het aan de andere schrijnend om te zien hoe snel de waarde is gedaald. Bovendien is mijn vrouw een type waar de stelling “size matters” voor op gaat en die heeft het wel gezien met 30”. Toevallig kwam ik met een hi-visit een plasma tegen in een gunstige aanbieding. Het duurde maar een paar dagen voor de koop is gesloten en ik in afwachting ben van een 42” scherm. Met alle toeters en bellen en een dubbele HDMI ingang. Mooi voor DVD, mooi voor een HDTV decoder. Prijs slechts 1379 euro. Ten opzichte van mijn LCD een koopje nietwaar? Zou ik die LCD willen verkopen dan ben ik een mazzelaar als ik er 500 euro voor krijg.
De tegenstelling in waardedaling is nog groter als ik het afzet tegen de waardevermeerdering van mijn platenspeler. Een Garrard 301 loopwerk uit 1961. Wat het ding toen kostte weet ik niet, maar lang niet de honderden euro’s die ik er nu voor kan krijgen. Dag in dag uit draait hij zijn rondjes en vraagt daarvoor in de plaats een beetje stroom en af en toe een drupje Singer naaimachine olie. De arm is er later opgezet, het element kocht ik ongeveer gelijk met de arm, maar we hebben het over een combinatie die al vier jaar speelt. Zonder problemen en technisch nog steeds niet achterhaald. Totale kosten een stuk minder dan de 3200 euro voor een LCD. Bovendien heeft het jaren geduurd voordat ik een platenspeler kon vinden die de Garrard voorbij gaat. Ik spreek in dat verband niet over rumble, gelijkloop of geruisloze werking. Ik zou niet durven want een beetje budget model is al beter. Wat de Garrard uniek maakt is de enorme drive die hij aan muziek geeft. De vaart, de emotie, het ritme. Daarin zijn die oude tussenwiel spelers nauwelijks geëvenaard. Dat durf ik rustig te stellen na ervaringen met knap dure spelers die in mijn huis hun opwachting maakten. Tot ik Vyger ontmoette en daar als een blok voor viel. Veel en veel stiller dan de Garrard en wonderlijk genoeg precies dat vasthouden van de drive. Het snelle, ritmische, opwindende, naar meer smakend leven dat er in de brouwerij wordt gebracht. Ze staan nu heel even naast elkaar, noodgedwongen door plaatsgebrek in de tweede luisterruimte. Maar straks gaat de Garrard de kamer uit.
Raar eigenlijk dat sommige dingen zo snel verouderen. Computers, telefoons, navigatie systemen en platte schermen. We betalen er heel veel geld voor en toch accepteren we dat de techniek zo snel gaat dat we in heel korte tijd achterlopen en herinvesteren. Met audio is dat wezenlijk anders. In mijn omgeving zie ik hoe lang mensen met een audio set kunnen doen. Zelfs als ze audiofiel zijn zoals ik. Welk een plezier men heeft van de aanschaf en hoe langzaam de afschrijving gaat. Met eventueel een aardige restwaarde als er toch eens iets nieuws moet komen. De echte audiofiel volgt natuurlijk de markt en de ontwikkelingen en koopt toch wel. Mits het loont, omruilen is vaak geen probleem, verbeteren des te meer. Kijk maar naar mijn Garrard van 1961. Ik ben ook van plan heel lang met de Vyger te gaan doen. Er kan weinig aan kapot, een beetje olie in het lager en af en toe een andere snaar is voldoende onderhoud. Kosten die ruim te overzien zijn. De arm is een onverwoestbare SME, het element nog de oude al raak ik daar op uitgekeken. Gelukkig maar dat ik er lang mee kan doen, het was een rib uit het lijf. Toch is die plasma die ik krijg dat ook. Niet betaald uit de audiopot maar uit het gezinsbudget blijft 1379 euro een heleboel geld voor een scherm aan de muur. Waar ik met regelmaat naar zal kijken, maar dat minder vaak beeld geeft dan mijn audio installatie muziek. Bovendien degradeer ik een ander plat scherm tot de studeerkamer. De oude Sony zal het veld ruimen, het grofvuil lonkt. Zo kom ik tot de kern van dit betoog: “Investeer in mooie audio. U zult ervan genieten en jarenlang plezier van hebben. De digitale bron zal ooit het eerste aan vervanging toe zijn, de versterker al veel minder snel en de luidsprekers haast niet. Een heel mooie platenspeler gaat verreweg het langste mee. Vergeet niet een plat scherm tegelijk met de set aan te schaffen, de acceptatie graad thuis voor een leuke audioset gaat ineens met sprongen omhoog. Vreselijk leuk kijken bovendien naar 42” of meer, u doet er alleen niet zo heel lang mee is mijn ervaring.”
Met vriendelijke groet,
René van Es