ARTIKEL

Perfect Performer King

Sebastiaan de Vries | 17 juni 2002

Perfect Performer

In het programma vinden we twee type weergevers. De slanke Perfect Performer “Prince” (€1599,= per stuk,) en de grote “King” (€ 1999,= per stuk), de laatste zal hieronder besproken zal worden.

Ik heb enkele weken de beschikking gehad over het prototype Prince. Dit is een fraaie slanke vierweg bassreflexzuil van 100 x 20 x 40 (h x b x d). Door de slanke vormgeving zal dit model goed in de markt liggen. Het prototype was opgebouwd uit twee 16,5 cm Kevlar laagmidden eenheden, waarvan de bovenste is voorzien van een “fase plug”. Het middengebied werd weergegeven door een 5 cm. titanium dome, en het hoog door een fraaie bandtweeter. Hoewel volgens Klaas het echte laag pas begint bij 12” woofers, vond ik het laag van de Prototype Prince erg fraai, strak en snel. Ik had echter wat kanttekeningen bij het middengebied. Ik vond dit niet tonaal in balans met het laag en hoog, en bij saxofoons en hobo’s heerste er een neuzige kleuring, en een tonaal ander karakter dan het zou moeten zijn. Ik heb Klaas hierover verteld, en deze kantekeningen waren al eerder aangegeven door andere kritische luisteraars. Klaas staat gelukkig open voor opbouwende kritiek en suggesties, en heeft de Prince weergevers weer opgehaald. Vervolgens is hij enkele weken niet meer op straat gesignaleerd, daar zowel de Prince als de King onder de scalpel werden genomen. De metal midden domes werden in beide modellen vervangen voor de 10 cm. SPH-102KEP Kevlar conus en het filter is herontworpen.
Enkele weken later kwam Klaas terug met zowel de definitieve King en Prince. Uiteindelijk zal de King het model worden voor de recensie, maar ik heb ook even naar de nieuwe Prince geluisterd in mijn luisterruimte.

Aangesloten op de Rotel RB-1090 en de gemodificeerde Sony 559 ES cd speler (direct op de eindtrap) laat de Prince een open en los klankbeeld horen. De eerdere klacht over het midden blijkt verdwenen te zijn en het midden klinkt nu een stuk opener en losser, zonder neuzigheid of compressie. Van de korte luisterimpressie die ik heb van de Prince verdient ook zeker het laag een speciale vermelding. Hoewel ik ook fan ben van grote systemen, met grootse druk in het laag, presteert de Prince zeer goed in het laag. Het laag heeft een snelle impuls, is strak en uitzonderlijk diep voor zulke kleine woofers. Klaas heeft de zuilen dus zeer correct ontworpen.

King

Het topmodel King is uiteindelijk bij mij achtergelaten, en ik heb er gedurende zeker een maand dagelijks mee gespeeld.
De huidige verbeterde King is een vierweg systeem, met een opgegeven frequentiebereik van 20 Hz tot 30 Khz binnen 2,5 db. Het is een bassreflex systeem waarbij de poort is afgestemd op 23 Hz. Het rendement is 90 dB. (1w.1m.). De kast meet 100 x 40 x 43,6 cm (h x b x d). Het laag wordt verzorgd door een Number one SPH-300 KE 30 cm Kevlar woofer. Het laagmidden door een Number one SPH-135 KEP 13,5 cm Kevlar unit met fase plug. Zoals vermeld heeft de titanium midden dome in het prototype plaats gemaakt de Numer one SPH-102KEP 10 cm. Kevlar conus. Alle bovengenoemde units hebben een die-cast chassis. Het hoog wordt verzorgd door de fraaie Visaton RHT 12 bandtweeter.
Het filter is hardwired. In de laagsectie wordt een hoogbelastbare trafokernspoel toegepast, om de weerstand tussen versterker en basunit zo klein mogelijk te laten zijn. Verder zien we luchtspoelen en polypropyleencondensatoren (MKP). Voor de hoogsectie wordt een geheel inductievrije MKP gebruikt. Zowel de King als de Prince kunnen via bi-ampen en bi-wiren aangestuurd worden.

Het uiterlijk zal niet door iedereen even fantastisch worden gevonden, daar de kasten behoorlijk lomp en breed overkomen. De afwerking is voor een kleine eenmans speakerbouwer goed en vakkundig, maar als we op details letten zou de afwerking wel beter kunnen. De kast is akoestisch massief en goed dood. Het frontpaneel om de units is bedekt met een korrelige bitumenlaag, dit om diffractie op het front te voorkomen.

De Kings laten een open en luchtig klankbeeld horen. Ik had deze mate van definitie niet verwacht van zo’n groot en complex vierweg systeem in deze prijsklasse. De weergave doet me denken aan (goede) electrostaten. Bij de nieuwe cd van Marcus Miller (Marcus Miller M2) track 8 viel me een waanzinnig, waarschijnlijk donkere zanger op bij het refrein. De Perfect Performers dwongen me in het cd hoesje te kijken. De Scat lead zanger luistert naar de naam “Djavan”. De soul, timing en melody van deze zanger zijn om kippenvel van te krijgen. De King plaatst de zanger ver rechts naast het slagwerk, en Djavan zie je gewoon ver naast de rechter King staan!

Het laag is massief en strak. Het gemak waarmee het laag als een gecontroleerd blok op je afkomt is kenmerkend. Met de Rotel RB-1090 is de kick snel, droog en goed geplaatst. De King heeft de resolutie om Marcus Miller los van de kick te plaatsen, waardoor ze samen een geheel vormen. Voor de bassisten onder ons, is deze cd een aanrader. Er staat een uitgebreid interview met Marcus Miller in het hoeswerk, en enkele tips met betrekking tot de slap-techniek. Heel leerzaam!

Over naar George Duke met “Muir Woods Suite” Deze keer geen gebruikelijke fusion van George Duke, maar een live uitvoering op het Montreux Music Festival met het extreem grote “l’Orchestre National de Lille” Ik heb dezelfde uitvoering afgelopen jaar live meegemaakt op het North Sea Jazz in Den Haag. Fusion gecombineerd met een groot symfonie orkest. Zelfs bij deze complexe bezetting blijft de King het overzicht behouden. De Concertvleugel heeft in het middengebied een licht forward karakter. De klankkleur is tonaal in balans, maar de King plaatst het middenregister van de vleugel rond het centrale sleutelgat meer naar voren in vergelijking met bijvoorbeeld de Linn Katan, de B&W CDM-2 SE en de Infinity IRS Beta’s. De resolutie gaat zeer ver, betreft oplossende tonen, en we krijgen het glinsterende geluid van het galmpedaal goed mee.

De strijkers en grommende contrabassen zijn weer voortreffelijk met de eerder genoemde haast electrostaat-achtige precisie en vloeibaarheid van de klank. Track 9 is, met de drumsolo van Chester Thompson, compleet uit je dak gaan; deze wordt rustig en zacht opgebouwd, maar na een minuut of twee barst de oorlog los. De Kick grooved er op los en wordt strak en snel geplaatst. Hoewel ik niet altijd even gecharmeerd ben van bassreflex systemen, heeft Klaas het ontwerp hoorbaar goed overdacht, daar ik deze keer nauwelijks de kleuring van de poort mee krijg en daarbij is de impulsweergave goed. De drukopbouw en diepte van de kick is eveneens goed, maar niet het laatste woord betreft absolute laagdynamiek. Belangrijker is wel de detaillering, strakheid en diepgang van het laag, die je in deze prijsklasse niet vaak (meer) tegenkomt. De hiat klinkt als een echte hiat schotel, en niet als een tizzz. Van open hiat naar gesloten hiat, is de snelle roffel strak uitgelijnd en realistisch. De echte galm van de grote ruimte waar dit concert is opgenomen krijg je goed mee, met een lange sustain (weer electrostaatachtig).

Tot slot Transition van de Dave Weckl band. Deze uiterst droog opgenomen cd klinkt compleet in balans. De Tenor Sax (Brandon Fields) op track 1 is rond en tegelijkertijd fel zoals het hoort, maar niet agressief. De plaatsing is in laagjes te volgen, waarbij Dave Weckl duidelijk ver naar achteren zit. De goede laagdefinitie werd me duidelijk met het aanlopen van de frets van de bassist. Waarschijnlijk is de bas van de bassist (Tom Kennedy) bij de opname direct in de mengtafel gestoken. Dat laatste verdient niet mijn voorkeur, omdat je dan veel te veel bijgeluiden hoort, van bijvoorbeeld het aanlopen van fretten, of nagels tegen de snaren. Een bassguitar moet in mijn optiek haast synthetisch klinken, als een massief laaginstrument. De King laat de verschillende opnametechnieken genadeloos horen. De groove en timing van de Kings is trouwens dik in orde.


EDITORS' CHOICE