ARTIKEL

HiFi ABC (G...R)

Redactie HiFi.nl | 01 januari 2000

Kies een beginletter van een trefwood

A...F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S...Z



Gehoordrempel

De gehoordrempel is de laagste geluidsdruk waarbij een persoon een geluid nog kan waarnemen, met andere woorden het zachtste geluid dat een persoon kan horen. ?De gehoordrempel is sterk afhankelijk van de frequentie van het geluid en vertoont bij personen zonder gehoorschade een minimum tussen 1000 Hz en 5000 Hz. Rond een frequentie van 4000 Hz hoort de mens het beste. De gehoordrempel bedraagt daar ongeveer -5 dB. Bij dit minimum is het gehoor van een mens dus het meest gevoelig. ?Bij lage frequenties is het menselijk oor veel minder gevoelig; bij 100 Hz bedraagt de gehoordrempel ongeveer 28 dB, bij 10 Hz zelfs ongeveer 95 dB. Het geluid wordt bij zulke lage frequenties eerder gevoeld dan gehoord. De verschillen tussen individuele personen zijn bij de laagste frequenties echter zeer groot, zodat de ene persoon het geluid helemaal niet waarneemt, en de andere zeer gehinderd kan zijn



Geïntegreerde Versterker

Bij een geïntegreerde versterker zijn de voor- en eindversterker in een behuizing ondergebracht.



Geluid

Geluid is een kleine verandering in de luchtdruk, die zich door de lucht voortplant. Geluid kan ook in een ander medium optreden, bijvoorbeeld door drukwisselingen in water. ?Geluid kan door mensen of dieren met een gehoororgaan worden waargenomen wanneer het trommelvlies van het oor in trilling wordt gebracht en het gehoororgaan deze trillingen verwerkt tot signalen die met de hersenen worden geïnterpreteerd. ?Een geluidsbron veroorzaakt veranderingen in luchtdruk die zich als een geluidsgolf door lucht voortbewegen. Wanneer zo'n geluidsgolf het trommelvlies bereikt wordt deze aan het trillen gebracht in overeenstemming met de frequentie van de geluidsgolf. ?Veranderingen in luchtdruk moeten bepaalde karakteristieken hebben om te worden waargenomen, zoals het uitoefenen van een voldoende druk op het trommelvlies met een bepaalde frequentie. Als het geluid te zacht is, kan het niet worden waargenomen, maar wel met meetapparatuur worden gemeten. Sommige luchtdrukveranderingen worden niet als geluid waargenomen maar wel fysiek ervaren. ?Geluid wordt gemeten met een microfoon. De geluidsgolf neemt ook energie met zich mee, maar die energie is relatief gering. Geluid wordt vaak afgebeeld als een sinusgolf, maar fysisch gezien is geluid in een medium als lucht of water een longitudinale golf. De golfbeweging heeft dezelfde richting als de voortplanting van de energie. De toppen van deze golf zijn de drukmaxima, de dalen van deze golf zijn de drukminima. ?Door een geluidsbron veroorzaakte trillingen kunnen zich ook voortplanten onder water. Mensen en dieren die zich onder de wateroppervlakte bevinden kunnen deze trillingen ook als geluid ervaren. Sommige vissen schijnen geluid te kunnen waarnemen met hun zwemblaas. ?Geluidsgolven kunnen zich door veel stoffen voortplanten. Het natuurkundige fenomeen van geluid wordt bestudeerd in de akoestiek. Daarnaast wordt het ervaren van geluid door mensen bestudeerd in de psycho-akoestiek.



Geluidsterkte

Het niveau in decibel van het geluid



Grondtonen

Grondtonen zijn alle tonen die worden weergegeven. Alle grondtonen worden vergezeld door Boventonen of Harmonischen. Elk trillend voorwerp wekt extra trillingen op die de grondtoon beinvloeden. Omdat de grondtoon de toonhoogte bepaalt beinvloeden de Boventonen de specifieke klank van dit trillend voorwerp.



Hard Disk Recording (HDR)

Opnemen op hard disk



Harmonischen

De harmonische boventoonreeks (ook bekend als de natuurtonenreeks) van een bepaalde grondtoon is de rij tonen waarvan de frequenties een geheel veelvoud zijn van de frequentie van de grondtoon. In een muzikale toon wordt de klankkleur van de toon bepaald door de verhoudingen waarin, naast de zuivere grondtoon, de harmonische boventonen aanwezig zijn. ?Doordat in een toon vaak al harmonische boventonen aanwezig zijn, zullen de harmonische boventonen zeer verwant klinken met de toon. Zo klinkt het octaaf van een toon als zeer consonant met deze toon. Ook de kwint, die de halve frequentie heeft van de tweede harmonische boventoon, klinkt daarom consonant met de toon, evenals andere tonen die een eenvoudige frequentieverhouding met de grondtoon hebben. Op deze basis werden in de muziek aanvankelijk de toonstelsels ontwikkeld, afgeleid van de harmonische boventoonreeks.



HI-8

Hi 8 is de opvolger van Video 8 en biedt sterk verbeterde frequentie en kleurweergave. Het systeem kwam in 1989 op de markt als antwoord op de S-VHS-C tapes van JVC. De kwaliteit is vergelijkbaar met Super-VHS. Het systeem gebruikt dezelfde tapes als Video 8 maar neemt op met een hogere snelheid. De resolutie van Hi 8 ligt rond de 400 breedtelijnen.[1] Hi 8 is qua kwaliteit vergelijkbaar met S-VHS en S-VHS-C.



High Defintion Compact Disc (HDCD)

Proces om de geluidskwaliteit van 16-bit/44.1kHz digitale audio op een compact disc te verbeteren. Een HDCD gecodeerde disc kan worden afgespeeld met elke normale cd-speler. Echter om het klankmatige voordeel te benutten dient de speler over een HDCD decoder te beschikken.



High Fidelity (Hi-Fi)

High Fidelity, in het Nederlands afgekort tot hifi, is een Engelse term die in het Nederlands "hoge betrouwbaarheid" (fideel) of "werkelijkheidsweergave" betekent. ?Er wordt mee bedoeld dat de geluids- of beeldkwaliteit van de apparatuur een grote natuurgetrouwheid vertoont met het origineel en (zeer) lage toegevoegde ruis en vervorming heeft. ?Door enkele Nederlandse elektronicatijdschriften werd in de jaren vijftig en zestig het gebruik van de Nederlandse term ‘werkelijkheidsweergave’ (WW) aangemoedigd. Dit begrip heeft geen ingang gevonden. ?Voor geluidsapparatuur zijn in de DIN 45.500-norm kwaliteitseisen vastgelegd. Door de technische vooruitgang zijn deze eisen echter achterhaald en (daardoor) in onbruik geraakt. Ook wordt deze term vaak ten onrechte gebruikt bij spotgoedkope audiosetjes die zelfs bij lange na niet voldoen aan deze zeer verouderde norm. ?Met geluidsapparatuur is meestal een aanzienlijk verschil te horen tussen de weergave thuis en die in de concertzaal of de opnamestudio. Dat is onvermijdelijk doordat de weergave in de huiskamer door de specifieke akoestische eigenschappen niet gelijk kan zijn aan de concertzaal waarin de opname plaatsvond, door o.a. de grootte van de opnameruimte en de afstand van de muren ten opzichte van elkaar. In een studio of concertzaal staan de wanden, als ze al niet zwaar gedempt zijn, vrijwel nooit parallel aan elkaar om "staande golven" (ongewenste reflecties) te vermijden. In de huiskamer is dit ondoenlijk. ?Een tegenhanger van high fidelity is low fidelity, waarbij de geluidskwaliteit van ondergeschikt belang is of juist een mindere geluidskwaliteit wordt gebruikt om een "authentieke klank" te krijgen. Het hogere kwaliteitssegment wordt tegenwoordig aangeduid met "high end" en is alleen te koop in speciale winkels.



High Fidelity (HiFi)

High Fidelity, in het Nederlands afgekort tot hifi, is een Engelse term die in het Nederlands "hoge betrouwbaarheid" (fideel) of "werkelijkheidsweergave" betekent. ?Er wordt mee bedoeld dat de geluids- of beeldkwaliteit van de apparatuur een grote natuurgetrouwheid vertoont met het origineel en (zeer) lage toegevoegde ruis en vervorming heeft. ?Door enkele Nederlandse elektronicatijdschriften werd in de jaren vijftig en zestig het gebruik van de Nederlandse term ‘werkelijkheidsweergave’ (WW) aangemoedigd. Dit begrip heeft geen ingang gevonden. ?Voor geluidsapparatuur zijn in de DIN 45.500-norm kwaliteitseisen vastgelegd. Door de technische vooruitgang zijn deze eisen echter achterhaald en (daardoor) in onbruik geraakt. Ook wordt deze term vaak ten onrechte gebruikt bij spotgoedkope audiosetjes die zelfs bij lange na niet voldoen aan deze zeer verouderde norm. ?Met geluidsapparatuur is meestal een aanzienlijk verschil te horen tussen de weergave thuis en die in de concertzaal of de opnamestudio. Dat is onvermijdelijk doordat de weergave in de huiskamer door de specifieke akoestische eigenschappen niet gelijk kan zijn aan de concertzaal waarin de opname plaatsvond, door o.a. de grootte van de opnameruimte en de afstand van de muren ten opzichte van elkaar. In een studio of concertzaal staan de wanden, als ze al niet zwaar gedempt zijn, vrijwel nooit parallel aan elkaar om "staande golven" (ongewenste reflecties) te vermijden. In de huiskamer is dit ondoenlijk. ?Een tegenhanger van high fidelity is low fidelity, waarbij de geluidskwaliteit van ondergeschikt belang is of juist een mindere geluidskwaliteit wordt gebruikt om een "authentieke klank" te krijgen. Het hogere kwaliteitssegment wordt tegenwoordig aangeduid met "high end" en is alleen te koop in speciale winkels.



High Fidelity

High Fidelity, in het Nederlands afgekort tot hifi, is een Engelse term die in het Nederlands "hoge betrouwbaarheid" (fideel) of "werkelijkheidsweergave" betekent. ?Er wordt mee bedoeld dat de geluids- of beeldkwaliteit van de apparatuur een grote natuurgetrouwheid vertoont met het origineel en (zeer) lage toegevoegde ruis en vervorming heeft. ?Door enkele Nederlandse elektronicatijdschriften werd in de jaren vijftig en zestig het gebruik van de Nederlandse term ‘werkelijkheidsweergave’ (WW) aangemoedigd. Dit begrip heeft geen ingang gevonden. ?Voor geluidsapparatuur zijn in de DIN 45.500-norm kwaliteitseisen vastgelegd. Door de technische vooruitgang zijn deze eisen echter achterhaald en (daardoor) in onbruik geraakt. Ook wordt deze term vaak ten onrechte gebruikt bij spotgoedkope audiosetjes die zelfs bij lange na niet voldoen aan deze zeer verouderde norm. ?Met geluidsapparatuur is meestal een aanzienlijk verschil te horen tussen de weergave thuis en die in de concertzaal of de opnamestudio. Dat is onvermijdelijk doordat de weergave in de huiskamer door de specifieke akoestische eigenschappen niet gelijk kan zijn aan de concertzaal waarin de opname plaatsvond, door o.a. de grootte van de opnameruimte en de afstand van de muren ten opzichte van elkaar. In een studio of concertzaal staan de wanden, als ze al niet zwaar gedempt zijn, vrijwel nooit parallel aan elkaar om "staande golven" (ongewenste reflecties) te vermijden. In de huiskamer is dit ondoenlijk. ?Een tegenhanger van high fidelity is low fidelity, waarbij de geluidskwaliteit van ondergeschikt belang is of juist een mindere geluidskwaliteit wordt gebruikt om een "authentieke klank" te krijgen. Het hogere kwaliteitssegment wordt tegenwoordig aangeduid met "high end" en is alleen te koop in speciale winkels.



Hogetonenfilter

Filter welke lage tonen wel doorlaat en de hoge tonen tegenhoudt.



Hogetonenluidspreker

Een hogetonenluidspreker of tweeter is een luidspreker die vooral is ontworpen om hoge tonen weer te geven, en vormt daarmee onderdeel van een luidspreker van bijvoorbeeld een Hi-Fi installatie. De meest moderne (2003) luidsprekerkasten voor Hi-Fi systemen bevatten 2 of 3 luidsprekers, waarvan de kleinste een tweeter wordt genoemd. Een tweeter heeft over het algemeen een frequentiebereik van 2000 tot 20.000 hertz. Sommige tweeters gaan nog hoger, al is dit boven de gehoorgrens van het menselijk gehoor.



Hogetonenweergave

Het weergeven van de hoge tonen.



Hoofdtelefoon

Systeem waarbij kleine luidsprekers direct op de oren worden geplaatst. Doordat het geluid zeer dicht op het oor wordt weergegeven kan de geluidskwaliteit en -beleving heel hoog zijn. Er zijn verschilllende soorten hoofdtelefoons. Een Hoofdtelefoon wordt ook wel een Koptelefoon genoemd.



Hoofdtelefoonaansluiting

Aansluiting op bijvoorbeeld een versterker of CD-speler waarmee via een hoofdtelefoon naar muziek geluisterd kan worden.



Horizontale Resolutie

Hoe meer horizontale lijnen een TV heeft, hoe hoger de resolutie. Een standaard VHS format videorecorder kent 240 lines met horizontale resolutie, terwijl er bij S-VHS, S-VHS-C, Laserdisc, Hi-8 en DVD Video 400 lijnen mogelijk zijn.



Hz (Hertz)

De hertz (symbool: Hz, geen meervoud) is de SI-eenheid van frequentie. De hertz wordt gebruikt bij periodieke (zich herhalende) verschijnselen. 1 Hz komt daarbij overeen met een periode van 1 seconde. Zou iemand regelmatig, eenmaal per seconde op een tafel tikken, dan heeft dat tikken een frequentie van 1 Hz. Tikt de persoon sneller, bijvoorbeeld tweemaal per seconde (de periode is dan 0,5 s), dan bedraagt de frequentie 2 Hz. ? ? ?Drie knipperlichten met verschillende frequentie. De frequentie neemt toe van 0,5 Hz naar 2 Hz ?In SI-basiseenheden uitgedrukt komt de Hz overeen met s-1. ?De hertz wordt vaak gecombineerd met een van de officiële SI-prefixen tot bijvoorbeeld kilohertz (1 kHz = 103 Hz), megahertz (1 MHz = 106 Hz) of gigahertz (1 GHz = 109 Hz).



Impedantie

De impedantie is de weerstand die een wisselstroom in een spoel of een condensator ondervindt. Op dit principe is bijvoorbeeld ook de toonregeling gebaseerd.



Ingangsgevoeligheid

Het minimaal benodigde signaal voor het maximaal te bereiken uitgangssignaal



Interconnects/Interlinks

Interconnectoren (of interconnects) zorgen dan het signaal (op lijnniveau) wordt doorgegeven van de "bron" naar (oa) de versterker.



Interferentie

Interferentie (letterlijk storing) is de samen- of tegenwerking van verscheidene golven op dezelfde tijd en plaats. Er kunnen zich verschillende verschijnselen voordoen, afhankelijk van de frequentie, amplitude en fase van de golven en de eigenschappen van het medium. Er ontstaat in alle gevallen een interferentiepatroon met plaatsen van een hogere intensiteit, wanneer de golven in fase zijn. De golven versterken elkaar en er ontstaat een buikpunt. Dit wordt constructieve interferentie genoemd. Er ontstaan ook plaatsen met een lagere intensiteit, of zelfs volledige uitdoving, waar de golven elkaar opheffen. De golven zijn dan in tegenfase en er ontstaat een knooppunt. Dit wordt destructieve interferentie genoemd. ?Interferentie kan optreden bij elektromagnetische golven, geluidsgolven, watergolven, etcetera. Op het verschijnsel interferentie is de techniek van het antigeluid gebaseerd.



Jank

Bij het opnemen en weergeven van geluid wordt gebruik gemaakt van bewegende delen. Indien dit niet nauwkeurig genoeg gebeurt zijn bijverschijnselen te horen. Enkele van deze bijverschijnselen zijn: rumble, jank en flutter. Jank ontstaat doordat de toonhoogte van de weergegeven muziek in hetzelfde ritme toe- en afneemt. Het resultaat is een herkenbaar "jankend" geluid. Flutter is een soort vibratie die hoorbaar is in het middengebied. Rumble tenslotte is een dofdreunend geluid in het lage tonen gebied (0-800 Hz). Rumble ontstaat doordat trillingen van een draaitafelplateau worden overgebracht op een element.



Jitter

Jitter is onregelmatigheid in de tijdbasis van een digitaal signaal, of het storende signaal dat hierdoor wordt veroorzaakt. ?In de geluidstechniek is jitter een oorzaak van kwaliteitsverlies bij opnemen of weergeven van een digitaal verwerkt geluid. ?Bij het opnemen van geluid hoort de AD-converter (analoog naar digitaal omzetter) zijn monsters met heel nauwkeurige regelmaat te nemen. Komt een monster iets te vroeg of te laat tijdens een flank in het signaal, dan zal het monster de verkeerde waarde hebben. Het signaal dat ontstaat door al deze meetfouten vormt een storend geluid. Omdat deze storing meegaat in de sterkte van het geluid is het eerder hinderlijk dan opvallend. ?Bij weergave treedt dit effect ook op. Bijvoorbeeld een onregelmatige tijdbasis van een cd-speler. Of door het verlies van nauwkeurigheid in de kabel naar een externe DA-converter. Een goede cd-speler met weinig jitter klinkt rustiger, gemakkelijker en laat meer details horen.



Jog and Shuttle

Een functie die gebruikt kan worden voor "frame-finding" en snelheidscontrole. Met deze functies kan worden ge-edit.



Kanaalgelijkheid

De mate waarin de signalen van diverse kanalen op gelijke wijze worden behandeld



Kanaalscheiding

De kanaalscheiding geeft de mate van scheiding aan tussen het linker en rechter kanaal, of tussen de meerdere kanalen bij een surround systeem. Aangezien de versterkers voor de verschillende kanalen in hetzelfde apparaat zitten, is er altijd sprake van overdracht van een signaal op een ander kanaal. Deze waarde wordt in decibel (dB) opgegeven. Een kanaalscheiding van 60 dB wil zeggen dat als een signaalniveau op 0 dBV op het linker kanaal wordt aangeboden, dat dat signaal dan in het rechterkanaal niet sterker meetbaar zal zijn dan -60 dBV.



Kantelpunt

Het punt waarop een filter een verzwakking geeft van 3 decibel



Kevlar

Kevlar is de door DuPont gebruikte handelsnaam voor een aramidevezel. Een aramide is een aromatisch polyamide (nylon) dat wordt bereid via polycondensatie van een aromatisch dicarbonzuur met een aromatisch diamine. In het geval van kevlar gebeurt dit met tereftaalzuur en 1,4-fenyldiamine. Kevlar heeft uitzonderlijk goede mechanische eigenschappen, zoals een treksterkte die hoger ligt dan staal (relatieve treksterkte). Deze mechanische sterkte is onder meer afkomstig van de waterstofbruggen die gevormd worden tussen de moleculen. De sterische bouw van de polymeerketens maakt het onder andere mogelijk dat er in grote hoeveelheden waterstofbruggen gevormd kunnen worden. ?De namen Kevlar (para-aramide) en Nomex (meta-aramide) zijn geregistreerd door DuPont. Nomex wordt sinds 1967 op industriële schaal geproduceerd, Kevlar sinds 1972. Twaron is de merknaam van de aramidevezel die oorspronkelijk door AkzoNobel werd ontwikkeld en sinds 1985 door het voormalige bedrijfsonderdeel Teijin Twaron in Emmen gemaakt wordt. ?Tussen Akzo Nobel en Dupont hebben jarenlang rechtszaken gespeeld, omdat beide bedrijven octrooien bezaten voor de productie van aramidevezels. Uiteindelijk werd begin jaren 90 door deze beide ondernemingen een schikking getroffen. ?Wordt gebruikt in bijvoorbeeld kogelvrije vesten en luidsprekers. Kevlar is zeer licht, sterk en niet-resonerend.



Klankbord

Is een plaat waarop een luidspreker wordt gemonteerd. Deze plaat voorkomt dat er een zogenoemde `akoestische kortsluiting` ontstaat tussen de geluidsgolven die aan de voorzijde en de geluidsgolven die aan de achterzijde van de conus worden uitgezonden.



Klankkast

Een klankkast is een onderdeel van een muziekinstrument waarmee het geluid dat een muziekinstrument maakt wordt versterkt. Klankkasten worden meestal toegepast bij snaarinstrumenten, omdat een trillende snaar, in tegenstelling tot een trillende luchtkolom (zoals bij blaasinstrumenten) of een trillend membraan (zoals bij trommels), uit zichzelf weinig geluid maakt. Dit gebeurt bij zowel tokkelinstrumenten, zoals de gitaar of citer als bij strijkinstrumenten zoals de viool. ?Een klankkast bestaat uit een holle ruimte, waarin één of meerdere gaten zitten. Binnen de ruimte treden resonanties op waardoor de geluidsdruk binnen de klankkast erg hoog wordt. Via de gaten en de wand van de klankkast straalt het geluid naar buiten af. De inwendige vorm van de klankkast is hierbij bijzonder van belang, want deze beïnvloedt de klank van het uitgestraalde geluid in hoge mate, maar vooral het volume is bepalend voor de laagste toon die de klankkast kan ondersteunen. ?De trillingen van de snaren van het instrument worden via een kam (viool) of een brug (gitaar) op de wand van de klankkast overgebracht. De trillende wand brengt vervolgens de lucht die binnen de klankkast zit in trilling. Ook de eigenschappen van de wand beïnvloeden de klank van het instrument. Zo zegt men dat het soort lak dat op de kast van een viool wordt aangebracht, erg van belang is voor de klank. ?Een piano heeft niet zozeer een klankkast, maar een klankbord, waar de snaren via de kam overheen lopen. ?Foutieve benaming voor een luidsprekerbehuizing



Kopieer beveiliging

Elke digitale recorder (DCC, DAT en MD) is uitgerust met een door Philips uitgedachte kopierbeveiling of copycode. Hierdoor kan een digitaal signaal van bijvoorbeeld CD, DCC, DAT, MD etc. slechts eenmaal gekopieerd worden.



Koptelefoon

Een hoofdtelefoon of koptelefoon is een systeem van twee luidsprekertjes die vlak bij de beide oren worden gedragen. Hoofdtelefoons worden gebruikt om geluid voor één enkele persoon weer te geven, zonder dat anderen mee kunnen luisteren of ermee worden lastig gevallen. ?Verreweg de meeste hoofdtelefoons werken volgens het magneto-dynamisch principe, waarbij de spreekspoel aan de conus vastzit en zich in een sterk magnetisch veld bevindt. Op deze spoel wordt het muzieksignaal aangesloten, waardoor het aldus opgewekte wisselende magnetische veld de conus aandrijft. Er bestaan ook elektrostatische en elektret hoofdtelefoons, waarvoor speciale hoogspanningsomvormers nodig zijn. ?De luidsprekers worden mechanisch vaak aan elkaar verbonden door een beugel. Deze kan over het hoofd heen, onder de kin door, of in de nek gedragen worden, en heeft een verende werking waardoor het contact van de kussentjes, die voor meer comfort vaak rond de luidsprekers zijn aangebracht, met de oren wordt gehandhaafd. Soms ontbreekt die beugel, en worden de (in dat geval zeer kleine) luidsprekers in het oor gedragen, al dan niet geholpen door beugeltjes om de oren. Er bestaan hoofdtelefoons met een zogenaamd open systeem, waarbij de ruimte achter de conus in directe verbinding met de omgeving staat en met een gesloten systeem, waarbij de ruimte achter de conus geheel afgesloten is. Hierdoor worden omgevingsgeluiden zeer sterk gedempt.



Lagetonenweergave

De mogelijkheid tot het weergeven van lage frequenties



Langspeelplaat (LP)

Een langspeelplaat, ook wel vinylplaat genoemd, vaak afgekort tot LP of Elpee, is een van vinyl gemaakte grammofoonplaat van 30 cm (12 inch) diameter, die aan elke kant ruimte biedt aan 20 à 30 minuten muziek. ?De afkorting LP staat voor Long Play microgroove record. Elke grammofoonplaat heeft per zijde één doorlopende groef bestaande uit de inloop, daarna de opname en aan het eind de uitloop. De langspeelplaat werd in 1948 geïntroduceerd door Columbia Records. Sinds 1990 is de langspeelplaat grotendeels vervangen door de compact disc, hoewel sommige artiesten nog steeds hun muziek alleen op lp uitbrengen. De meeste lp's moeten op 33? toeren per minuut worden afgedraaid.



Laserdisc (speler)

Een component waarmee laserdiscs kunnen worden afgespeeld. Zie ook: Beeldplaat.



Light Amplification By Stimulated Emission Of Radiation (Laser)

Een laser is een lichtbron die in staat is een smalle coherente bundel licht voort te brengen. Het licht van een laser is daardoor monochromatisch en directioneel, in tegenstelling tot de meeste andere lichtbronnen, die in allerlei richtingen licht uitzenden in een breed spectrum van golflengtes en fasen. Ook werpt laserlicht altijd een lichtbundel die niet of nauwelijks convergeert of divergeert. ?Het woord laser is oorspronkelijk een afkorting van Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation, in het Nederlands: lichtversterking door gestimuleerde uitzending van straling. Het woord is echter inmiddels zo ingeburgerd dat het niet meer gezien wordt als een afkorting. Zelfs in het Engels wordt het woord dan ook zonder hoofdletters geschreven (evenals radar).



Light Emitting Diode (LED)

Een led is een elektronische component, een halfgeleidercomponent die licht uitzendt als er een elektrische stroom in de doorlaatrichting doorheen loopt. Deze diode wordt ingebouwd in een kleine doorzichtige behuizing van een paar millimeter groot, die tevens als lens werkt. ?Het woord led was oorspronkelijk een afkorting van light-emitting diode, in het Nederlands: lichtuitstralende diode. Vandaag de dag is het woord in het Nederlands zo ingeburgerd dat het niet meer als een afkorting gevoeld wordt. De Nederlandse Taalunie heeft om die reden besloten dat het woord zonder hoofdletters geschreven moet worden en zonder apostrof in het meervoud (vergelijkbaar met radar en laser). In het Engels, daarentegen, schrijft men LED, wat wordt uitgesproken als "el-ie-die". ?In vertalingen, onder andere uit het Duits, leest men vaak lichtdiode. ?Behalve de eigenlijke diode wordt ook het geheel van de halfgeleider met reflector, contactpunten en behuizing/lens (zie de tekening) led of ledje genoemd. Worden verscheidene van zulke leds gecombineerd in een grotere behuizing, dan spreekt men van een ledlamp.



Lijnniveau

Elektrisch signaal tussen cd-speler, tuner, voor- en eindversterker etc.



Loudness

Bij verschillende geluidsniveaus hebben onze oren een verschillende gevoeligheid tussen lagen en hoge tonen. Om dit te compenseren zijn sommige versterkers (voor-, tuner- of veelkanaals-) versterkers uitgerust met een Loudnessregeling. Deze loudnessregelaar regelt de verhouding tussen laag en hoog bij verschillende geluidsniveaus.



Luidspreker

Een luidspreker is een apparaat waarmee elektrische signalen worden omgezet in geluid. ?De belangrijkste typen luidsprekers zijn: ?elektromagnetische luidspreker ?elektrodynamische luidspreker, de meest gebruikte luidsprekervorm ?bandluidspreker ?elektrostatische luidspreker ?Elektreetsystemen ?Piëzo-elektrische luidspreker of keramische luidsprekers ?Plasmaluidsprekers, ook wel ionische luidsprekers of plasmatweeters genoemd. ?Soms wordt een luidspreker voorzien van een hoorn ter versterking van het geproduceerde geluid, men spreekt dan van een hoornluidspreker.



Luidsprekeropstelling

De wijze waarop twee of meer luidsprekers worden opgesteld.



Luidsprekervermogen

Het maximale versterkervermogen dat een luidspreker gedurende een bepaalde periode aan kan.



Luisterafstand

De afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers.



Luistergebied

Het gebied waarbinnen de luisteraar van beide luidprekers op correcte wijze informatie ontvangt. ?Ook wel hot-spot genoemd.



Magneetband

Een magneetband is een opslagmedium voor gegevens in de vorm van een band van kunststof waarop een dunne laag magnetiseerbaar materiaal is aangebracht, waarvan de magnetische deeltjes met een magneet (de schrijfkop) in een bepaalde richting gemagnetiseerd kunnen worden. Door een wisselende polariteit van de schrijfkop ontstaat er op de band een heel klein magnetisch veld waarvan de richting afhankelijk is van de plaats. Door een leeskop kan het magnetische veld van de deeltjes later worden gelezen en worden vertaald in een elektrische stroom. Op deze wijze kan informatie worden opgeslagen in de magnetische polarisatie van de deeltjes, en later worden teruggelezen. ?De informatie die kan worden opgeslagen kan analoog zijn, maar ook digitaal.



Magnetische Afscherming

Een metalen afscherming tegen magnetische invloeden van binnenuit of van buitenaf



Master

Het origineel van een opname



MD-Element

Pick-up element waarbij magneetjes bevestigd via een buisje aan de naald, bewegen binnen vast opgestelde spoelen.



Medium Density Fiber (MDF)

Medium-Density Fibreboard of MDF is geperst board met een middelharde dichtheid. MDF is dus geen merknaam, maar een soortnaam. (De Brits-Engelse spelling is fibre.) De houtvezels zijn gedroogd en door middel van harsen met elkaar verbonden. ?High-Density Fibreboard (HDF) is een MDF van hogere kwaliteit waarbij de vezels sterker geperst worden tot een plaat met een hogere dichtheid. ?Zeer geschikt voor het bouwen van o.a. luidsprekerbehuizingen.



Mengpaneel

Een mengpaneel, (ook wel mengtafel genoemd) is een apparaat waarmee audio- en ook wel videosignalen van verschillende bronnen gemengd kunnen worden tot een hanteerbaar eindresultaat. Bij een audio-mengpaneel bestaat dat eindresultaat meestal uit een stereo-signaal. Mengtafels worden bediend door een geluidstechnicus of dj.



Microfoon

Een microfoon is een opnameapparaat wat bestaat uit gevoelige trilplaatjes die door luchtbewegingen in beweging worden gebracht. Deze trillingen worden omgezet in een electrisch signaal. Met een microfoon worden zo geluidsopnamen gemaakt.



Minidisc (MD)

De minidisc (md) is een in 1991 door Sony geïntroduceerd digitaal medium dat oorspronkelijk bedoeld was om de gewone compactcassette te vervangen. De minidisc bestaat in twee uitvoeringen: een magneto-optische versie om te beschrijven en te lezen en een optische versie om alleen te lezen. ?De minidisc bestaat uit een kwetsbare magneto-optische schijf van 64 mm, daarom zit daaromheen een hoesje met een klepje dat opengaat in de minidiscspeler, zodat de leeskop de schijf kan lezen of beschrijven. ?De normale md-recorders waren voorzien van zowel analoge als digitale (optisch S/PDIF) ingangen, maar alleen een analoge uitgang. De latere md-net-varianten konden ook via USB (sneller dan realtime) muziekbestanden met de pc uitwisselen. ?Door een ingebouwd buffergeheugen, Shock Resistant Memory genoemd, kan de minidisc in een draagbaar toestel gebruikt worden. Een minidisc-afspeler speelt niet rechtstreeks vanaf het schijfje zoals een cd-speler, maar vanuit het buffergeheugen.



Modulator/Demodulator (Modem)

De modem is een apparaat waarmee informatiesignalen geschikt gemaakt worden om over een verbinding te worden getransporteerd. Tegenwoordig gaat het meestal om digitale informatie die over een analoge telefoonlijn, een andere (lange) kabelverbinding, of draadloos wordt verstuurd. Meestal betreft het een dataverbinding tussen computers. Ook op andere gebieden zijn modems in gebruik, zoals bij radio-verkeer, waar een modem ervoor zorgt dat de informatie geschikt gemaakt wordt om via een draadloze verbinding te worden overgebracht. ?Het woord modem is een samentrekking van modulator en demodulator. Zowel 'de' als 'het' modem wordt in het Nederlands gebruikt. Alhoewel de modem meer functies heeft dan demoduleren en moduleren heeft "het kastje" zijn naam behouden als modem.



Monitor

Een Studiomonitor of kortweg monitor is een speciaal type luidsprekerbox dat in geluidsstudio's gebruikt wordt om te beluisteren wat er opgenomen of gemengd wordt. Daar stereo het meest gangbare formaat is, worden er vaak twee monitoren gebruikt. ?Ook een algemene benaming voor een kleine luidspreker.



Mono

Mono betekent één en is in de geluidstechniek de term om aan te duiden dat alle geluiden via een enkel kanaal worden gedistribueerd en weergegeven. Het is vanouds de gebruikelijke wijze, en het woord mono kwam dan ook pas in gebruik toen weergave via twee kanalen - stereo - werd ingevoerd. ?Wordt een mono-opname weergeven door een stereo-installatie, dan klinkt uit beide luidsprekers hetzelfde geluid. Hierdoor lijkt het alsof het geluid in het midden tussen de twee luidsprekers ontstaat. Soms wordt op elektronische wijze - bijvoorbeeld door hoge tonen door de ene en lage tonen door de andere luidspreker weer te geven - getracht toch enige diepte in het geluid te krijgen. ?Een stereo-opname kan ook worden weergegeven door een mono-installatie. De twee kanalen worden dan samengevoegd en klinken uit de ene luidspreker. Dit is ook een oplossing als een FM-stereozender slecht ontvangen wordt: door het radiotoestel om te schakelen naar mono, heeft men minder last van ruis.



Motion Picture Experts Group (MPEG)

n 1988 werd de werkgroep Moving Picture Experts Group opgericht als een samenwerkingsverband tussen academici en mensen uit de zakenwereld. Sindsdien houdt deze werkgroep zich bezig met de ontwikkeling van een standaard voor de codering van audio en video. ?De MPEG-codecs zijn een voorbeeld van datacompressie met gegevensverlies (lossy). Dit is een methode waarbij decompressie van een gecomprimeerd bestand resulteert in een bestand, verschillend van het origineel. Er zal verlies van informatie optreden, met kwaliteitsverlies als gevolg. Het voordeel hiervan is dat het gecomprimeerde bestand veel kleiner is en dus makkelijk via gegevensdragers of internet kan worden verstuurd. ?De MPEG-compressiealgoritmes die gepaard gaan met gegevensverlies maken gebruik van een transformatietechniek. Dit wil zeggen dat de beelden en geluiden in kleine segmenten worden gehakt, getransformeerd worden naar het frequentiedomein, en vervolgens worden gekwantiseerd. ?Meestal wordt er een extra stap toegevoegd, waarbij een bepaalde afbeelding voorspeld wordt op basis van de vorige geconstrueerde afbeeldingen, en enkel de verschillen met de vorige afbeeldingen en de extra informatie om de voorspelling te kunnen vormen, worden bijgehouden. Deze voorspellingsmethode wordt ook gebruikt in andere compressieformaten. ?MPEG standaardiseert enkel het bitstreamformaat en de decoder. Een bitstreamformaat is de vorm waarin data zich bevindt in een reeks van bits die gebruikt wordt in een toepassing voor digitale communicatie of opslag. De encoder is helemaal niet gestandaardiseerd, maar er zijn referentie-implementaties beschikbaar voor leden die gevalideerde bitstreams produceren. Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld een willekeurige MPEG-decoder om het even welk MPEG-materiaal van hetzelfde type kan decoderen, zonder rekening te moeten houden met de encoder. ?De officiële benaming van MPEG is ISO/IEC JTC1/SC29 WG11. De gebruikte bestandsextensie voor MPEG op computers is .mpg.



Moving Coil (MC)

Het MC ontwerp is een kleine elektromagnetische generator, maar (in tegenstelling tot een MM ontwerp)met een magneet en rollen omgekeerd: de spoelen zijn om de pen bevestigd en bewegen zich binnen het veld van een permanente magneet. De spoelen zijn klein en gemaakt van zeer fijne draad. ?Aangezien het aantal windingen klein is, is de uitgangsspanning is overeenkomstig klein. Het resulterende signaal is slechts een paar honderd microvolt, en wordt dus gemakkelijker overspoeld door ruis, brom door inductie, etcetera. Zo is het moeilijker om een voorversterker te ontwerpen met de extreem lage ruis input die nodig is voor moving-coil cartridge, dus een "step-up transformator "wordt soms gebruikt als aanvulling. ?Echter, er zijn vele "high output" moving coil cartridges die uitgang niveaus vergelijkbaar met MM cartridges hebben. ?Moving coil cartridges zijn zeer klein precisie-instrumenten en zijn daarom over het algemeen duur, maar worden vaak de voorkeur van audiofielen vanwege hun "subjectief" betere prestaties.



Moving Magnet (MM)

Magneet welke beweegt tussen vast opgestelde spoelen. Techniek wordt gebruikt in een pick-up element.



MP3

MPEG-1 Layer 3 is een manier om geluid te comprimeren en is daarmee een broncodering-techniek. De veel gebruikte afkorting is MP3. Dit is een MPEG (Moving Picture Experts Group)[1]-standaard uit 1992, waarvan implementaties bestaan sinds 1994. Een muziekbestand in MP3-formaat wordt mp3 genoemd. ?Het MP3-bestandsformaat is ontworpen door een groep onderzoekers rond de Duitser Karlheinz Brandenburg, onder leiding van diens promotor, en andere onderzoeksgroepen. In 2000 ontving hij hiervoor de Duitse Toekomstprijs.



MPX Filter

MPX filters worden toegepast in cassette decks en tuners. Het MPX filter onderdrukt de 19kHz piloottoon van een FM-uitzending. Een MPX filter is noodzakelijk bij opnemen met een cassettedeck omdat de piloottoon een correcte werking van Dolby ruisonderdrukking in de weg kan staan.



Multimedia

Voor computertoepassingen waarin verschillende media worden gebruikt. In deze context zijn media geluid (bijvoorbeeld muziek in een mp3- of MIDI-bestandsformaat), stilstaand (bijvoorbeeld foto's) en bewegend (bijvoorbeeld animaties of video) beeld, andere informatie (bijvoorbeeld tekst), alsook invoermedia als toetsenbord, aanraakscherm, joystick, MIDI-klavier enzovoort.



Muzieksignaal

Een analoog of digitaal signaal dat muzikale informatie bevat



Muziekvermogen

Kortstondig maximaal vermogen dat opgewekt kan worden (versterker) of verwerkt (luidspreker)



Naaldkracht

De neerwaartse kracht die een pick-up naald uitoefent



Nagalm

Galm is een geluidverschijnsel dat ontstaat bij het weerkaatsen van geluid. De geluidsbron zelf kan al dan niet nog hoorbaar zijn. Als weerkaatsing herhaaldelijk wordt waargenomen, nadat de geluidsbron reeds is gestopt, spreekt men van echo.



Noise Reduction

Noise reduction systemen worden gebruikt om bepaalde vervelende geluiden te "verminderen", waardoor een betere geluidsreproductie wordt verkregen.



On Screen Display (OSD)

OSD, het weergeven van iets over het beeld op het scherm heen, bijvoorbeeld het volumebalkje of kanaalnummer op een TV



Opnametechniek

Wijze waarop analoge en digitale opnamen plaatsvinden.



Optische Kabel

Verbindingskabel welke middels optische signalen digitale informatie transporteert



Oversampling

Het bewerken van een digitaal signaal ter vermindering van vervorming in D/A converters



Overspraak

Overspraak is elektromagnetische interferentie tussen verschillende signalen, bijvoorbeeld tussen het linker- en rechter kanaal van een stereosignaal. ?Letterlijk betekent dat een signaal van een verbinding 'over spreekt' op een andere verbinding. Natuurkundig gezien gebeurt dit door resistieve, inductieve en capacitieve koppeling tussen geleiders. Maar ook wanneer signalen andere signalen beïnvloeden binnen een apparaat (zoals in een versterker) noemt men dat soms overspraak. ?Een klassiek voorbeeld is wanneer telefoonkabels over een afstand van enkele kilometers dicht tegen elkaar liggen. Het zou dan kunnen gebeuren dat er geluiden in de telefoon klinken die van anderen afkomstig zijn. ?Overspraak wordt tegengegaan door: ?De draden af te schermen. ?De draden als twisted pair uit te voeren. ?Door meer ruimte te maken tussen de draden van de verschillende signalen. ?Door een coaxkabel te gebruiken. ?Door de juiste afsluiting van een transmissielijn. ?Door in een flatcable (bandkabel) tussen de signaalvoerende aders geaarde aders op te nemen. ?De eenvoudigste methode is met twisted pair. Elk signaal gebruikt daarbij twee draden die in elkaar gedraaid zijn. Doordat het signaal in de ene draad heen gaat en in de andere draad terug komt, heffen de elektromagnetische velden elkaar vrijwel op. En door het in elkaar draaien van de aderparen maken deze minder contact met andere aderparen, zodat de capacitieve koppeling verminderd wordt. Toch treedt daarbij nog overspraak op.



Oversturing

Oversturing is het verschijnsel waarbij een signaal als gevolg van zijn 'te' hoge niveau vervormd wordt. Het vindt vaak plaats bij overdracht van een signaal, als het niveau van het signaal de capaciteit van een of meerdere componenten (zoals een versterker) overschrijdt. Het gevolg is dat de component die delen van het signaal die voor de component te hard zijn niet meer lineair kan reproduceren. Dit leidt tot vervorming van de golfvorm, waarbij doorgaans meer harmonischen ontstaan.



PalPlus

PAL+ is een uitbreiding op het oudere PAL-televisiesysteem waardoor televisiebeelden die in breedbeeld worden uitgezonden vertoond kunnen worden zonder dat er verticale resolutie verloren gaat. ?Een gewone PAL-tv laat de beelden in 16:9 letterbox met een resolutie van 768×432i zien, met boven en onder zwarte balken. Bij PAL+ worden die zwarte balken gebruikt om extra informatie mee te sturen in het televisiesignaal zodat een speciale PAL+-televisie daarmee weer een resolutie van 1.024×576p kan creëren. Oplettende kijkers kunnen een PAL+-uitzending op een gewone televisie herkennen aan "schimmen" in de zwarte balken. PAL+-tv's herkennen een PAL+-uitzending aan een speciaal signaal dat wordt meegezonden.



Peak Search

Peak Search is een functie op CD-spelers die u de mogelijkheid biedt om de luidste passage (de peak) te kunnen vinden, zodat vervolgens het opnameniveau optimaal kan worden ingesteld.



Personal Computer (PC)

Term die van oorsprong door IBM werd gebruikt ter aanduiding van hun eerste Personal Computer. Tegenwoordig wordt de term PC gebruikt om alle IBM-compatibele personal computers of elke andere persoonlijke computer aan te duiden.



Phantom Channel Mode

Speciale functie op een A/V (voor)versterker. Door gebruik te maken van de twee frontluidsprekers kunt u "doen alsof" er een centerspeaker meespeelt, terwijl dit niet het geval is.



Photo CD

Een photo CD is een electronisch fotoalbum met een opnamecapaciteit van ongeveer 100 foto's.



Pijngrens

Het waarnemen van geluid is een proces waarbij o.a. onze trommelvliezen in beweging worden gebracht door botsende geluidsdeeltjes. Als geluid te hard is kan dit "pijn" doen aan onze oren. Het niveau waar dit gebeurt wordt de pijngrens genoemd. De pijngrens ligt rond de 120dB.



Platenspeler

Een platenspeler (ook draaitafel, grammofoon of pick-up) is een apparaat om grammofoonplaten af te spelen. De eerste grammofoons bevatten een opwindmechanisme om de plaat te kunnen laten draaien en een hoorn om de trilling van de naald mechanisch te versterken. Moderne grammofoons bevatten een nauwkeurige en gestabiliseerde elektromotor om de plaat te kunnen laten draaien en nemen de trilling van naald op met een element. Middels een versterker wordt het kleine elektrische signaal elektronisch door bijvoorbeeld een luidspreker weergegeven.



Polariteit

De draairichting van elektrische signalen



Polypropyleen

Materiaal gebruikt in o.a. hoogwaardige condensatoren. Polypropeen is een thermoplastisch polymeer dat een zeer wijde toepassing kent, waaronder Australische bankbiljetten. Polypropeen staat ook bekend onder de oudere benaming polypropyleen. Deze laatste naam is nog steeds de meest courante benaming bij de producenten en verbruikers van deze kunststof.



Potentiometer (Potmeter)

Een potentiometer (ook wel potmeter genoemd) is een variabele weerstand, waarvan de weerstand wordt bepaald door de stand van een mechanisch beweegbare component. Men onderscheidt tussen de schuifpotentiometer, waarvan de weerstandswaarde varieert als men een onderdeel ervan verschuift, en de 'gewone' draaipotentiometer, waarbij dit gebeurt door aan een onderdeel ervan te draaien. Vaak gebruikt voor volume en- of toonregeling.



Protocol

Binnen de telecommunicatie is een communicatieprotocol een set van regels en afspraken voor de representatie van data, signalering, authenticatie en foutdetectie, nodig voor het verzenden van informatie over een communicatiemedium. De communicatieprotocollen voor digitale computernetwerken hebben vele eigenschappen bedoeld om er voor te zorgen dat er betrouwbare data-uitwisseling kan plaatsvinden over een onbetrouwbaar communicatiekanaal of medium. Een communicatieprotocol is eigenlijk het volgen van bepaalde regels, zodat een systeem goed kan communiceren en daardoor informatie uit kan wisselen. Deze regels worden in een norm of standaard vastgelegd.



Quadraphonie

Luidsprekeropstelling waarbij de geluidsweergave plaatsvindt via 4 luidsprekers.



Quick Reverse

Bij 'quick auto-reverse' kan het cassettedeck op de andere kant verder gaan, zonder het einde van de band af te wachten. Er wordt omgeschakeld, zodra een infrarood detector het transparante laatste deel van de band herkent. Meestal duurt het transparante deel 3 à 4 seconden, maar dan kan met deze methode tot minder dan een halve seconde worden teruggebracht.



Radio

Radio is oorspronkelijk een vorm van draadloze telecommunicatie waarbij een radiozender boodschappen verspreidt in de vorm van radiogolven. Het signaal werd ontvangen met een radiotoestel. Tegenwoordig wordt ieder kanaal waarlangs on-aflatend wordt uitgezonden radio genoemd, ongeacht de techniek.



Radio Data System (RDS)

Het Radio Data Systeem of RDS is een communicatiestandaard van de European Broadcasting Union, waarmee digitale informatie wordt meegestuurd met een conventioneel FM-radiosignaal, onmerkbaar voor de luisteraar. In dit RDS-signaal zit bijvoorbeeld de naam van het station, de frequenties, en het soort programma. ?Door middel van RDS wordt er naar de radio een AF (Alternative Frequency) gestuurd. De radio kijkt welk van deze frequenties (de huidige of de alternatieve) het sterkste is. Op de andere frequentie wordt dan weer de huidige zender gegeven als AF. Dit is bijvoorbeeld het geval met een steunzender voor een bepaald gebied. ?Bij verkeersinformatie zendt een radiostation een RDS TA/TP-signaal uit. De ontvanger kan dan bijvoorbeeld de cd-speler even onderbreken en overschakelen op de radio met de verkeersinformatie. Als dat weer voorbij is schakelt die weer terug naar de cd-speler. ?Op sommige radiozenders wordt met behulp van het RDS-signaal ook TMC (Traffic Message Channel)-informatie meegezonden. TMC bevat actuele verkeersinformatie. ?Ook wordt met het signaal de tijd meegestuurd. Hiermee kan een aan de radio gekoppelde klok gesynchroniseerd worden.



Radio Data System Programme Type (RDS/PTY)

Het Radio Data Systeem of RDS is een communicatiestandaard van de European Broadcasting Union, waarmee digitale informatie wordt meegestuurd met een conventioneel FM-radiosignaal, onmerkbaar voor de luisteraar. In dit RDS-signaal zit bijvoorbeeld de naam van het station, de frequenties, en het soort programma. ?Door middel van RDS wordt er naar de radio een AF (Alternative Frequency) gestuurd. De radio kijkt welk van deze frequenties (de huidige of de alternatieve) het sterkste is. Op de andere frequentie wordt dan weer de huidige zender gegeven als AF. Dit is bijvoorbeeld het geval met een steunzender voor een bepaald gebied. ?Bij verkeersinformatie zendt een radiostation een RDS TA/TP-signaal uit. De ontvanger kan dan bijvoorbeeld de cd-speler even onderbreken en overschakelen op de radio met de verkeersinformatie. Als dat weer voorbij is schakelt die weer terug naar de cd-speler. ?Op sommige radiozenders wordt met behulp van het RDS-signaal ook TMC (Traffic Message Channel)-informatie meegezonden. TMC bevat actuele verkeersinformatie. ?Ook wordt met het signaal de tijd meegestuurd. Hiermee kan een aan de radio gekoppelde klok gesynchroniseerd worden. ?PTY (programme type) ?Dit geeft het genre aan van het programma wat wordt uitgezonden. Dit kan bijvoorbeeld pop, rock, of classic zijn.



Radio Data System/Enhanced Other Networks (RDS/EON)

Systeem waarbij verkeersinformatie automatisch wordt gedetecteerd door een tuner. Dit gebeurt ook wanneer de zender geen RDS informatie meezendt. EON (enhanced other networks) ?Laat de ontvanger naar andere netwerken of zenders luisteren voor verkeersinformatie, en automatisch hierop afstemmen ?



Realistic Sound Extensions (RSX)

Technologie van Intel voor HiFi-geluid op internet.



Receiver

Een receiver is een combinatie van een (geintegreerde) versterker en een tuner. Een receiver wordt ook wel een tuner-versterker genoemd.



Refresh Rate

De refresh rate is het aantal keer per seconde dat weergevende hardware al zijn pixels kan verversen en wordt uitgedrukt in hertz (Hz). Het is een grootheid die enkel gebruikt wordt voor hardware voor weergave van een videosignaal, zoals beeldschermen en projectors. Hierin verschilt het met de frame rate, die enkel gebruikt wordt voor hardware die videosignalen genereert of vastlegt, zoals een grafische kaart of een videocamera.



Regelversterker

het deel van de versterker waarmee het niveau en de bron wordt geregeld en gekozen



Regiocodes

Dvd/Blu-ray-films kunnen een regiocode bevatten, die aangeeft op welk gebied de film gericht is. De licentie voor commerciële dvd/Blu-ray-spelers schrijft voor dat de spelers alleen dvd's/Blu-ray's met hun eigen regiocode mogen afspelen. Hierdoor kunnen de filmmaatschappijen, om commerciële en logistieke redenen, de vrijgave en prijzen van dvd's/Blu-ray's in verschillende delen van de wereld beheersen. Veel Europese dvd/Blu-ray-spelers negeren echter de regiocode, of kunnen hiervoor worden aangepast. In de Verenigde Staten is dat in de licentievoorwaarden die aan de fabrikanten zijn opgelegd verboden. De regiocode voor België en Nederland is 2. ?Regiocode?Gebied ?0? Afspeelbaar in alle regio's ?1? Verenigde Staten, Canada ?2? Europa, Groenland, Zuid-Afrika, Lesotho, Swaziland, Japan, Egypte en het Midden-Oosten ?3? Zuidoost-Azië, Zuid-Korea, Hongkong, Indonesië, Filipijnen, Taiwan ?4? Australië, Nieuw-Zeeland, Mexico, Centraal-Amerika, Zuid-Amerika, ?5? Rusland, andere voormalige landen van de Sovjet-Unie, Oost-Europa, het Indiase werelddeel, Mongolië, Afrika ?6? China ?7? Gereserveerd voor toekomstig gebruik ?8? Internationale gebieden zoals vliegtuigen, schepen etc. ?Regiocode 0 correspondeert niet met een regio, maar geeft aan dat een dvd in alle spelers moet kunnen worden afgespeeld. Er kwamen regio-0-spelers op de markt die elke schijf afspeelden, hiernaar wordt meestal verwezen als 'regio vrij'. Goedkopere dvd-spelers hebben dit meestal, omdat deze wereldwijd gedistribueerd worden. De filmmaatschappijen reageerden hierop door dvd-schijven te maken die niet in regio-0-spelers kunnen worden afgespeeld.



Resonantiefrequentie

De resonantiefrequentie is de frequentie waarbij een luidspreker de maximale geluidsdruk afgeeft



Root Mean Squared (RMS)

RMS wordt gebruikt voor de meting van het uitgangsvermogen van een versterker bij een specifiek distortion level. Bijvoorbeeld: 7 watt RMS kan gezien worden als ongeveer 10-12 watt muziek vermogen.



Ruis

Ruis ontstaat door de electronen die in alle electrische componenten bewegen. Een goede versterker heeft een ruisniveau dat ca 80 dB lager ligt dan het maximale uitgangsvermogen. In dit kader wordt gesproken van signaal-ruisverhouding.



Ruisfilter

Een elektrisch filter ter vermindering van hoorbare of onhoorbare ruis



Ruisonderdrukking

Een systeem waarmee de ruis onderdrukt kan worden. Het bekendste ruisonderdrukkingssysteem is Dolby. Zie ook: Ruis en Dolby.



Rumble

Een onregelmatig stommelend geluid (lage tot zeer lage frequenties) Komt vooral voor bij het weergeven van vinylplaten.




EDITORS' CHOICE