“Muziek maken begint dan ook bij goed luisteren”, aldus Wijnand. En die basis zou volgens Wijnand niet vroeg genoeg gelegd kunnen worden. “Liefde voor muziek, harmonie is essentieel om veel disharmonie zoals we helaas veel tegenkomen in onze huidige maatschappij tegen te kunnen gaan. Helaas wordt er veel te weinig aandacht besteedt aan muziekonderwijs aan het jonge kind. Dit terwijl de muzikale ontwikkeling van het kind het kind in staat stelt beter in harmonie met zijn omgeving te leven dan zonder muzikale ontwikkeling het geval is.” Vandaar dat zijn lespraktijk ook uit veel kinderen bestaat. Naast het geven van muziektheoretische onderbouwing bereidt hij de leerlingen voor op het conservatorium.
Tijd voor muziek. Een uitvoering van “Romeo en Julia” van Prokovjev wordt in de CD-lade van de TEAC speler geschoven. Ondanks dat de luidsprekers vrij dicht op de achterwand staan valt op dat het geluid zich eenvoudig van de Heijbrooks weet los te maken. Maar wat bovenal opvalt is de charme, de warmte van het geluid waardoor het een genot is om er naar te luisteren. En dan hebben we het nog niet eens over de twee “echte” sets die elders worden geherbergd in zijn huis.
Sonata nr.4 van de Russische pianist Aleksandr Skrjabin verdwijnt in de CD-lade. Ook hier weer hetzelfde beeld. Het geluid komt heerlijk los van de luidsprekers en ook hier weer de aangename warmte die het geluid eenvoudig in muziek transformeert. Dat het al goed zit met deze relatief eenvoudige set blijkt wel uit het feit dat er niet meer over het geluid wordt gesproken van de set maar naar de uitvoering van het zeer fraaie muziekstuk. Voor mij in ieder geval aanleiding om meer te weten te komen over deze componist, die volgens Wijnand te plaatsen is in de tijd van de “nieuwe pianistiek” waar ook Claude Debussy en, iets later, ook Maurice Ravel deel van uitmaakten. De muziek van Skrjabin kent dezelfde mystiek als de muziek van Debussy. Waar de muziek van Debussy echter als meer ingetogener te omschrijven is geeft Skrjabin zijn muziek met meer kracht en dynamiek weer en gebruikt daar ook fellere kleuren voor.
De pianomuziek van Skrjabin moet plaatsmaken voor het orgelwerk van Maurice Duruflé. De Fugue van het stuk “Prelude et Fugue sur le nom d’ Alain opus 7“ wordt ten gehore gebracht. Gelukkig ken ik de muziek, heb dezelfde CD ook thuis. De warme tonen van het majestueuze orgel van de St. Pauls Catherdral in Londen stromen de kamer in. Een genot om naar te luisteren. Het nummer kent een duidelijke dynamiekopbouw, heel goed is het crescendo te horen alsmede de ontlading aan het eind van het fraaie orgelstuk. Wat een kracht!
De lesruimte
De avond is inmiddels al een tijd gevorderd als we besluiten de lesruimte te betreden waar de eerste “echte” set van Wijnand te vinden is. De set in de lesstudio bestaat uit een Marantz PM 14 versterker en CD 14 speler met een Sony MD 50 ES speler en als weergevers de Dynaudio 1.3mkII. Deze staan op Target stands. Als interlink tussen de CD speler en de versterker dient een Siltech FTM 3 G3. Een Siltech SQ 88 G5 verbindt de MD speler met de versterker. Speakerkabels zijn de Hidiamond Power+2.
De set wordt van stroom voorzien via een Groneberg stekkerblok met netfilter. Een Rapport netkabel is aan de versterker te vinden en Cardas Golden Reference powercord aan de CD speler. Ook is een Siltech Signature digitale kabel, de Golden Ridge, in zijn set te vinden.
Dat de set weliswaar zeker niet slecht maar wel fundamenteel anders klinkt laat Wijnand horen met hetzelfde orgelwerk van Maurice Duruflé dat we zojuist mochten horen in de woonkamer.
Het feit dat de luidsprekers mooi los staan van de zij- en achterwanden zal er de oorzaak van zijn dat het geluid losser van de luidsprekers lijkt te komen dan in de woonkamer. De ruimte wordt beter opgebouwd, het orgel lijkt opeens wat meer lucht te hebben. Aan de andere kant klinkt hetzelfde stuk ook wat afstandelijker, minder muzikaal. Het lijkt hier alsof de techniek zijn werk doet, weliswaar op een hoog niveau, echter ontbreekt het enigszins aan muziek. Het ontbreekt aan een zekere “schmeltz”, het klinkt niet echt vloeiend. Wijnand heeft dezelfde ervaring, vandaar dat hij op zeer afzienbare tijd ook een paar wijzigingen in zijn set wilt aanbrengen. Zo denkt hij erover zijn Dynaudio luidsprekers te gaan vervangen door de kleine monitoren van Zingali, de Overture 1 of 2. Ook aan de bekabeling zal het e.e.a. gewijzigd worden. Dat zal dan Kimber KS worden , omdat hij Siltech wat te scherp vindt klinken.
De muziek van Duruflé moet plaatsmaken voor het orgelwerk van Dietrich Buxtehude, een Duitse componist die leefde in de 17e eeuw wiens werk we voornamelijk kennen van zijn vele werken voor orgel. Daarbij is zijn werk van grote invloed geweest op het werk van Johann Sebastian Bach.
Het verschil met de vorige opname is goed te horen. Daar waar het majestueuze orgel van de St. Pauls Cathedral de muziek van Duruflé ver op de achtergrond laat horen, waardoor de opname enigszins versluierd klinkt, is nu heel goed de timiditeit van de kleine kerk te horen waar de muziek van Buxtehude is opgenomen. Volgens Wijnand is het kerkorgel overigens heel moeilijk vast te leggen. Het moet dan ook met de grootste zorg gedaan worden wilt het instrument mooi tot zijn recht komen. In die context is het dan ook een vermelding waard dat de fraaie opnames van de orgelmuziek van Buxtehude dan niet door een professionele opnametechnicus zijn vastgelegd, maar door een “amateur”, Aart van der Waal van Toccata Records. Naast zijn beroep als tuinman oefent Aart namelijk opnametechniek als hobby uit. Hier heeft duidelijk iemand met gouden oortjes aan de knoppen gezeten blijkt overduidelijk uit de klank van de opname, die je meteen laat ervaren alsof je in de eerste bankjes vooraan de kerk zit.
Buxtehude moet plaats maken voor het orgelwerk van Johann Sebastian Bach, de Contrapunctus 14, uit: die Kunst der Fuge. Dit is het laatste werk dat Bach schreef voordat hij in 1750 op 65-jarige leeftijd stierf aan een infectie als gevolg van een verkeerde behandeling van een oogziekte waaraan hij de laatste jaren van zijn leven aan leed. Hij heeft het nooit kunnen voltooien, maar in het stuk is volgens Wijnand goed te horen dat Bach wist dat zijn einde snel naderde. Om te laten horen waar dat uit blijkt speelt Wijnand een deel van het stuk op piano na. Verborgen in het stuk, iets dat Bach in zijn eerdere werken niet gedaan zou hebben, heeft hij zijn handtekening verwerkt. Wijnand speelt nu de maten op de piano waar dat goed op te horen is. Dit wetende maakt het beluisteren van het muziekstuk tot een bijzonder indrukwekkende ervaring.
Een echte eyecatcher is wel de DC 92 DCC speler van Marantz die een prominente plek heeft in het audiorack. Wijnand vindt het jammer dat het DCC-systeem niet “lang heeft geleefd”. De geluidskwaliteit van de DCC speler doet volgens Wijnand zeker niet onder voor de CD speler en dat voor een veel lager bedrag waarvoor de CD 14 destijds werd aangeschaft. En last but not least, enkele jaren geleden kon Wijnand voor het luttele bedrag van 100 gulden een hele doos klassieke opnames weghalen bij de platenboer omdat “die krengen niet meer aan de straatstenen te slijten zijn” aldus de verkoper. De goede man heeft volgens Wijnand niet beseft wat de muzikale waarde ervan was, en mocht deze transactie zo ongeveer doorgaan als het koopje van de eeuw …