Over naar HDMI. Dat is binnen een moderne AV-omgeving het meest gebruikte aansluitformaat. Desondanks zal je op een standalone DAC doorgaans tevergeefs naar HDMI-poorten zoeken. Als je dus had gedacht dat je het geluid van al je digitale bronnen – dus ook de bronnen met HDMI-uitgangen, zoals een tvsettopbox en een gameconsole – door je standalone DAC kon laten omzetten naar analoog, dan kom je bedrogen uit. In de praktijk zal dat allemaal wel meevallen, omdat de meeste van die apparaten naast een HDMI-uitgang ook over een coaxiale en/of optische uitgang beschikken.
Apparaten die surroundgeluid in hoge resolutie produceren – denk aan een blu-ray speler – kunnen dat geluid, gesteld dat het in digitale vorm moet blijven en dat je niet tevreden bent met een 'gedownsampled' afkooksel, enkel uitvoeren via een HDMI-poort. Maar het is niet alleen zo dat er geen losse DAC’s bestaan met HDMI-ingangen – OK, soms wordt er wel eens een HDMI-poort gebruikt voor I2S transmissie, maar dat is echt iets heel anders (zie hierboven) –, het is daarbij ook zo dat er geen standalone DAC’s zijn die overweg kunnen met surround geluid. Meerkanaals DAC's die dit kunnen vind je wel binnenin AV-receivers of  -processors, en meestal ook in het bronapparaat zelf.
USB: Asynchroon, graag!
Sinds enkele jaren is ook USB sterk in opkomst als methode om digitale muziek te transporteren. We hebben het in dit geval dan concreet over een USB-connectie tussen een pc of een Mac en een DAC. Binnen het USB Audio protocol bestaan er drie modi om de overdracht van audiosignalen te regelen: synchroon, asynchroon en adaptief. In het eerste geval regelt het bronapparaat – lees: de pc of de Mac – de timing van het signaal. En in het laatste geval is het eigenlijk – even kort door de bocht – de datastroom zelf die de timing regelt. Geen van beide situaties is wenselijk, omdat ze resulteren in een overschot aan jitter. We komen zo terug op dit fenomeen.
Wat je dus wil hebben, is een USB-interface met een asynchrone signaaloverdracht. Daarbij is het namelijk de klok in de DAC die de lakens uitdeelt. Vervolgens dien je nog een onderscheid te maken tussen USB Audio Class 1 en -Class 2. USB Audio Class 1 is de oudste variant van de twee, die een datarate tot 24 bit/96 kHz toestaat. Met de nieuwere USB Audio Class 2 norm wordt dat opgetrokken tot 24 bit/192 kHz. Om een USB-verbinding tussen een pc/Mac en een DAC op de rit te krijgen, zal je vaak eerst nog de nodige drivers moeten installeren.
Even samenvatten? In het ideale geval beschikt je DAC over meerdere optisch- en coaxiaal digitale ingangen, over minstens één XLR-ingang (AES/EBU), een I2S poort en een USB-poort die asynchrone datatransmissie toelaat en die voldoet aan de USB Audio Class 2 norm. Daarbij is het bijzonder handig dat je met één of andere afstandsbediening – infrarood of een appje op je iOS of Android apparaat – de gewenste ingang kunt kiezen. In sommige gevallen kan de juiste ingang ook gekozen worden door een ‘auto sensing’ systeem, waarbij de DAC dan kiest voor de ingang waar hij een actief signaal op hoort.
Uitgangen
Wat de uitgangen betreft, is het verhaal een heel stuk eenvoudiger. Wat je nodig hebt is een paar RCA-uitgangen (cinch), eventueel aangevuld met een koppel gebalanceerde uitgangen op XLR. En als je een hoofdtelefoonliefhebber bent, is een uitgang (liefst op het frontpaneel) in het stereo jack formaat natuurlijk een aardig pluspunt.
Nog meer features?
We hebben het al gehad over de gewenste in- en uitgangen op een DAC en over een manier om te schakelen tussen de verschillende ingangen. Qua features hebben we het dan eigenlijk wel zo'n beetje gehad. Tenzij je wil dat je DAC tegelijk ook dienst doet als voorversterker. Je kan de voorversterker/DAC dan rechtstreeks aansluiten op een eindversterker of op een stel actieve luidsprekers. Sowieso heb je dan een volumeregeling nodig en kan het ook wel handig zijn om te beschikken over enkele analoge audio ingangen. Want hoe ga je anders je analoge bronnen in het geheel betrekken?
Belangrijk is dat je het onderscheid maakt tussen een digitale en een analoge volumeregeling. Een digitale volumeregeling gooit namelijk doodleuk bits weg op het moment dat het volume niet voluit open staat. Hoe stiller je het volume zet, hoe groter het kwaliteitsverlies. Nu zijn de meeste digitale volumeregelcircuits bij de betere DAC's tegenwoordig ontworpen volgens het 32-bit floating point met dithering model, dus blijft het kwaliteitsverlies wel binnen de perken. Desondanks is en blijft de analoge volumeregeling nog steeds superieur.