Na het in rad Frans uitgesproken welkomstwoord dat qua betekenis volledig aan mij voorbijgaat betreedt pianist Frédéric D’Oria-Nicolas het podium. Tussen de via de Triangles en Devialets weergegeven muziekfragmenten door vertelt hij over de verschillen in de wijze waarop Schumann en Sjostakovitsj componeerden. Eén van de muziekfragmenten die weerklinken is een piano solo. Ook al is dat dan een minder gelukkige keuze wanneer twee luidsprekers zo ver uit elkaar staan, het getuigt wel van lef. Maar ook al is de plaatsing van de piano dan te breed en te onrustig, qua klank heeft het een hoog gehalte van realisme.
Even later zal uit de klank van de Steinway blijken dat een deel van de onrust samenhangt met de zaalakoestiek. Dat de akoestiek van de grote zaal van het Arsenal, waar het label Fondamenta enkele CD’s van D’Oria-Nicolas opgenomen heeft, een stuk beter lijkt te zijn blijkt wanneer ik later thuis enkele van deze CD’s op mijn eigen referentiesysteem beluister. Een ander muziekfragment dat voorbij komt is een aria uit Mozart’s ‘Don Giovanni’, gevolgd door een oude referentie opname van Tsjaikovski’s Tweede Symfonie waarbij met name het prachtige klankspectrum opvalt. Chapeau!
((c) Jan de Jeu)
Dan is het de hoogste tijd voor het concert dat vervolgens meerdere hoogtepunten kent. Het eerste in de rij is afkomstig van de eerder genoemde pianist D’Oria-Nicolas en de violist Svetlin Roussev. Zij brengen de ‘Suite’ opus 10 van de Noorse componist Cristian Sinding (1856-1941)ten gehore. Een werk dat bestaat uit drie delen. In het derde deel zie ik op een gegeven moment de violist plaats nemen naast de pianist en vervolgens eerst de strijkstok en vervolgens de viool naar beneden brengen. Ik zie het, maar ik hoor het niet. Ik kan met geen mogelijkheid aangeven op welk moment de muziek over is gegaan van live naar gereproduceerd via de Hifi installatie. Het woordje lef is al eerder voorbijgekomen maar deze demo getuigt pas echt van Lef met een hoofdletter L.
Een ander hoogtepunt is voor mij het Achtste Strijkkwartet van Dimitri Sjostakovitsj (1906-1975) zoals dat op gepassioneerde wijze wordt neergezet door drie dames en een heer. Opnieuw komt de gedachte bij me op dat deze combinatie van live muziek en gereproduceerde muziek in één concert een prachtige manier is om mensen niet alleen te laten genieten van muziek maar ze tevens te tonen hoe natuurgetrouw die zelfde muziek door een installatie kan worden weergegeven.
Twee hoogtepunten in één concert vind ik op zich al prachtig maar het echte hoogtepunt moet dan nog komen. Op het podium staat de Steinway vleugel waarachter opnieuw Frédéric D’Oria-Nicolas plaatsneemt. Daarnaast een lichtbak met daarboven een camera die de zandgeschilderde beelden van de Russische kunstenaar Arthur Kirillov op een groot doek projecteert. De pianist speelt delen uit ‘Kinderszenen’ van Robert Schumann (1810-1856) en tijdens zijn spel vormen de handen en vingers van Kirillov met zand de in elkaar overvloeiende afbeeldingen die op ontwapenend ontroerende wijze de muzikale boodschap intensiveren. In één woord schitterend.
Wanneer we even later de pianist spreken horen we dat het zijn droom is om een werk op het podium te zetten waarin de muziek niet alleen door visuele, maar ook door geurindrukken versterkt zal worden. Hij heeft al een werk in gedachten. Terwijl we daarna van het Arsenal naar het restaurant lopen voor het onvermijdelijke diner dat de avond zal besluiten – alors, c’est la France, n’est ce pas? – bedenk ik me dat zo’n combinatie wat mij betreft voorlopig te hoog gegrepen is. Ik ben al blij wanneer iemand uit de Nederlandse hifi wereld dit Franse initiatief over zal nemen en hetzelfde lef tentoon zal spreiden dat mij de laatste uren zoveel plezier gegeven heeft.