De omstandigheden
Wie meer van mijn hand leest weet inmiddels dat ik zelfgebouwde monitoren gebruik gebaseerd op een Focal kit. De speaker kabels wederom bi-wire Ocos. De aansturing is gebaseerd op een Teac loopwerk, Monarchy Audio anti jitter box en Monarchy Audio 22B d/a converter, daarnaast een Musical Fidelity E50 tuner en via de in mijn Sphinx ingebouwde phono print en de Sphinx tape out kon ik genieten van mijn vinyl collectie. Mijn eigen subwoofer ging ditmaal terzijde, die is “te lief” en te neutraal om de Jadis bij te staan. Later meer hierover, maar ik kan op voorhand vast verklappen dat het laag prima werd ondersteund door een nieuwe Rel Q150 die net wat meer “slamm” geeft. Vermeldenswaard is dat de sub werd aangesloten via de speakon aansluiting, dus paralel aan de speakers zelf. De Jadis Orchestra Reference heeft de plus als massa en inverteert dus de fase. Dat merkt u niet omdat hier met de terminals al rekening mee is gehouden. De Jadis is boven op een Standesign rek gezet en was daar muis en muis stil. Geen brommende trafo’s, geen brom uit de speakers en geen ruis. Een diepe zwarte stilte die slechts werd verscheurd als de eerste tonen aan de buizen werden toevertrouwd. En dan kwam de Orchestra Reference met veel plezier tot leven.
Het Franse gevoel
Wat draai je met de mooie herinneringen aan Brive als eerste op een Jadis, natuurlijk Patricia Kaas. Het iele vrouwtje waar mijn vrouw en ik intens van kunnen genieten. Haar stem zorgt voor kippenvel en zij weet mij vaak tot tranen te beroeren. De Orchestra zorgt niet voor dat intense gevoel. Patricia’s live vertolking van Le Mot De Passe geeft niet de rillingen die ik gewend ben. Daarentegen staan de instrumenten heel mooi om haar heen gedrapeerd en zijn zeer indringend. Het volgende nummer van de cd Les Eternelles laat een groot podium horen door de weergevers en vooral de fluit en de percussie stijgen ver uit boven de middelmaat. Mijn muzikale reis gaat verder naar Ierland waar Mary Black haar roots heeft. Babes In The Wood heeft wat meer impact met een iets opgedraaid laag (ja ja een echte toonregeling). Wederom valt op hoe helder de percussie over de stem heen klinkt en de met plezier aangeboden aandacht trekt. Adam At The Window geeft met de Jadis een wat drogere stem weer, maar maakt onomstotelijk duidelijk dat er op een elektrische piano wordt gespeeld en niet op een akoestische.
Amerikaanse dames zat in het cd rek. Een nieuwe ster aan het firmament is Jane Monheit. Weken wachtte ik op de cd die in de USA op nr. 1 staat in de jazz top 100. We lopen wat achter in de lage landen. Haar cd is niet de makkelijkste om weer te geven en loopt snel vast op een transistor versterker. De ruime dynamische mogelijkheden van buizen komen hier tot hun recht en de dame mag haar gang gaan. De Train Song van Holly Cole laat een overweldigend doortekend laag horen, fraaie percussie maar ik mis het uitsterven van haar stem. Dat duurt normaal wat langer dan op de Jadis. Drie damesstemmen nog in vogelvlucht, Diana Krall zingt Broadway op onnavolgbare wijze, haar stem is en tikkeltje aan de harde kant, de dynamiek ruim, het geheel is levendig en de drums fraai. Laurie Anderson weet van de cd Tightrope het nummer Same Time Tomorrow met een redelijk holografisch beeld neer te zetten. Hier is niet de Jadis de beperking maar de weergevers. Dat er geen golvend laag door de kamer stroomt is wel een eigenschap van de Orchestra. Tot slot van dit dames uurtje Bette Middler die dwingt tot een experience met de divine. Van die cd draaide ik de nummers 11, 12 en 14. Zij heeft daar een zeer fraaie stem, het zijn ondergewaardeerde opnames, die mij wat minder “bij de kloten grijpen” dan ik met transistor klasse A gewend ben.
Een enkele heer slechts in dit internationale gezelschap. Hugh Masekela. Stimela galmt door de kamer. Indringend is de ellende van de zwarte mijnwerkers waar ook Philip van Deijk door geraakt wordt. Veel detail, een stevig beeld en een goed verstaanbare Masekela maken het luisteren tot een belevenis. De Eagles, wat zijn we weer origineel, doen hun best het Hotel California aan de man te brengen en de cd laat een brede doortekende menigte horen en instrumenten die gebruik maken van het middengebied profiteren ruim van de KT90’s die inmiddels volkomen op temperatuur zijn. De impact mist en dat is toch een verschijnsel dat aan buizen toe te schrijven is. Gewend als ik ben aan transistor ben ik blij met de Rel subwoofer. Die geeft een korte doch krachtige “slamm” aan het geheel. Zonder de sub zouden mijn speakers te lichtvoetig zijn met een Jadis uit deze prijsklasse. Een buizenversterker is eerder subtiel dan “aanvallend” en maakt muziek dynamisch (piano, slagwerk) en direct. Maar grijpt wat minder hard in de edele delen van de man. Excuses voor het taalgebruik, het maakt echter hoop ik wel duidelijk wat ik bedoel.
Radio 4 zou de muziekkeuze kunnen waarderen. St. Martin-in-the-Fields met Iona Brown op viool is en blijft een klassieker. Het allegro van La Primavera van de Vier Jaargetijden staat groots in de luisterruimte. De viool vormt een scherp contrast met het orkest en de opzwepende klanken houden de aandacht vol spanning vast. Idem bij de Toy Symphonie van Mozart waar een rijkdom aan instrumenten te horen is en de trom extra “vel” lijkt te hebben op de Jadis. Dynamiek alom. Beethoven zet de Vijfde in en hier spreekt kracht en ruimte. Het is wederom meer subtiel dan overdonderend, misschien vraagt een groot orkest een krachtiger versterker. Maar de muziek bevat spanning en solo instrumenten zijn makkelijk te volgen. Tenslotte Nigel Kennedy die zich ook vergreep aan de Vier Jaargetijden. Een totaal andere interpretatie dan St. Martin, maar niet minder fraai. Zijn muziek klinkt mij wat te mager en te luidruchtig. Ik denk dat dat komt door het minder aanwezige laag van de Jadis en de grote transparantie. Nigel heeft wellicht de uitvoering juist zo bedoeld als een “angry young man playing the violin”.