REVIEWB&W

Tentlabs XO-3 en XO-Supply

René van Es | 03 juni 2004 | B&W

Waarin dan?

Klik hier voor een vergrote afbeeldingZowel de klok als de voeding vindt een plaatsje in mijn Teac VRDS T-1 loopwerk. Die is tegenwoordig aangesloten op een Monarchy Audio DIP Upsampler die het signaal omzet naar 24 bit 96 kHz. Daarachter een Assemblage D2D-1 anti jitter kastje en tenslotte aan Apogee Mini-Dac D/A converter. Het digitale circuit is van voor tot achter bekabeld met Apogee Wyde-Eye kabel, waar mogelijk gebalanceerd, anders via 75 Ohm cinch. Vanaf de DAC tot aan de speakers loopt Crystal Cable met onderweg Marsh Sound Design versterking, Focal/JMlab luidsprekers en actieve subwoofer. De netsnoeren zijn vervangen door eigenhandig gemonteerde Lapp kabel of door Crystal Cable. Om de netspanning schoon en zuiver te houden krijgt de set spanning via een Kemp Powersource lichtnet filter. Onder het loopwerk een set Acoustic Analysing TVA dempers die vooral de laagweergave sterk verbeteren en de speler ontkoppelen van het Spectral audio meubel. Een complete lijst van kabels en apparatuur staat zoals gewoonlijk onderaan te recensie.


Clock, re-clock

Met de handicap niet heen en weer te kunnen schakelen naar de vroegere situatie start ik na 24 uur warmdraaien de eerste CD. “Café Blue” van Patricia Barber. Hoe afgezaagd. Track vier laat niet zoveel verschil horen maar op track zes begint het feest. De verschillende damesstemmen zijn veel beter los van elkaar hoorbaar. De definitie en omranding van de stemmen is opgewaardeerd. Net als het knippen van de vingers op “Ode to Billy Joe”. De weergave van lage tonen is rustiger en doortekender dan ik mij herinner van vroeger. Barber had vaak de neiging tot boemen en overdrijving in de lagere regionen en dat is nu in de hand te houden. Die rustiger basweergave zet zich ook door op “We get requests” van Oscar Peterson. Track zes laat gemakkelijker de “vocale begeleiding” van bassist Ray Brown horen. Zijn gemompel verdwijnt nog al eens naar de achtergrond op andere en op mijn vroegere sets. Rachel Ferrell verrast met zowel de live-CD als haar studio album “First Instrument”. Deze ervaringen, die ik beluister via het re-clock circuit, vormen de aanzet tot verder experimenteren waarbij de DIP Upsampler de nare eigenschap vertoont regelmatig een koude start nodig te hebben. Omdat het in en uit pluggen van verbindingen hem in de war maakt wat telkens het tijdelijke einde betekent van hoge tonen weergave.

Klik hier voor een vergrote afbeeldingVoortbordurend op Oscar Peterson ben ik gaan wisselen tussen de twee digitale uitgangen (normaal geklokt en met re-clock), tussen de twee upsamplers en rechtstreeks op de DAC. Op de zesde track begint het met een gestreken bas en zachte tingels op percussie. Zowel met het strijken als met de tingels kun je aardig wat doen. Zo blijken de tingels op de normaal geklokte uitgang te klinken als “ting” en via de re-clock meer als “tringgggggg”. Des te meer componenten ik in de digitale trein koppel des te meer ik de meest realistische “tringggggg” nader. De ultieme stap is uiteindelijk via de re-clock uitgang de Monarchy box in, de Assemblage door en dan de DAC in. De omgekeerde stap, van re-clock direct de DAC in zonder jitter reductie of upsampling lijkt daar nog het dichtste bij te komen. Dus zonder enige andere tussenkomst dan Tentlabs elektronica ben je al beter uit. Met de CD “Piano Bar” van Patricia Kaas gaat het nog een stapje verder. Het eerste nummer begint met geluidjes weergegeven over lage tonen heen en het uiteindelijk zacht inzetten van de stem van Kaas. Het laag in deze CD bepaalt voor een groot deel de sfeer en de juiste weergave. Een gegeven dat ik leerde bij Jan de Jong van “de Jong en Warnaars” en waar ik hem zeer dankbaar voor ben. Hier is de meest optimale weergave slechts bereikbaar via re-clock, upsampling, jitter reductie en dan 24/96 de dac in. Bij elke stap minder moet je inleveren op het gebied van ruimtelijke weergave en ambiance. Met alle hens aan dek beleef je de geluidjes, ze springen voor je oog heen en weer. Als later meer percussie is ingezet zweeft dat voor je in de ruimte. Dat betekent dat de laagweergave optimaal is thuis, het kan nog beter met andere speakers in een andere akoestiek, zolang die in ieder geval via de re-clock loopt. Maar evenzeer dat een upsampler en jitter reductie geen kwaad kunnen. Iets wat Guido Tent al vermoedde terwijl een vriend die mij opmerkzaam maakte op Tentlabs, nu juist dacht dat al mijn kastjes de vuilnisbak in konden. Ik verklaar dat als volgt:

  • De clock en re-clock zorgen voor ultra lager jitter.
  • Dat wordt deels teniet gedaan door de Monarchy Audio DIP Upsampler die ik ervan verdenk dat hij lang niet zo ultiem klokt.
  • De Assemblage D2D-1 haalt de door de Monarchy toegevoegde klok-onregelmatigheden er zo goed en zo kwaad als het kan uit.
  • De DAC doet de rest. Die heeft profijt van een XLR ingang boven cinch door toepassing van een trafo in het gebalanceerde circuit.

Tentlabs XO (c) XingoHet is toch een hele opgave om een CD weer te kunnen geven. Vier kastjes met in totaal zes voedingen en drie digitale interlinks zijn ervoor nodig om de voorversterker van signaal te voorzien. Hoe complex kan een mens het maken. Het resultaat is er gelukkig naar. Ik heb geen spijt van de upgrade. Meer muziek komt aan de orde. Zonder AB vergelijking is het lastig om een zuiver oordeel te vormen en voorbeelden aan te halen. Daarom beperk ik mij tot algemene indrukken die zich laten vertalen in de vorm van meer detaillering en meer rust in het geluid. De klanksignatuur van de Teac is duidelijk anders geworden. De Tentlabs klok doet veel meer goed dan de Trichord klok dat destijds deed. Het trage en logge wat een Teac soms heeft met de vette aanzet in het laag heeft plaats gemaakt voor een lichtvoetigheid die vanuit de lage tonen weergave evenredig is ondersteund. Het laag is teruggebracht tot normale proporties waar speakers en akoestiek zich happy bij voelen. De winst in ruimtelijke stereo weergave in hoogte, breedte en diepte zijn evident. Precisie is niet alleen toegenomen maar vormt een wezenlijk onderdeel van de spanning die inherent is aan muzikale emotie. Hoe je het ook wendt of keert, de Teac is een nog begeerlijker bezit geworden en een nog fijner loopwerk. In het licht bezien van de stap naar een duurdere Teac is de XO 3 met XO Supply een regelrecht koopje. Zelfs met een prijskaartje van 228 euro. Een ieder die zich ooit in de klok materie heeft verdiept weet overigens dat dat geldt voor elke speler, van low end Takkie-Yakkie tot high end Wadia en consorten. En er is meer te halen bij Tentlabs. Zoals een klok in uw DAC en zelfs een link tussen loopwerk en DAC waarbij een master-slave klok situatie ontstaat. Dan kan het datasignaal los van het kloksignaal getransporteerd worden.

Klik hier voor een vergrote afbeelding

MERK

EDITORS' CHOICE