Diane Schuur levert met “Pure Schuur” een mooie muur van geluid. Uitstekende stereoafbeelding die vooral in de hoogte opvalt. Trompet en stem staan een stuk boven de drums. Diepe stevige bas met echte kracht. De stem van Schuur wordt prettig weergeven, de dame kan nog wel eens “vuil en scherp” klinken. Heel transparant en lang is de naklank van percussie. Het geluid loopt niet ver buiten de speakers, maar dat komt mede door de speler en de arm. Tweede stemmen staan mooi in de achtergrond en hebben precies de juiste mate van aanvulling op de stem van Schuur.
Vooral de stevigheid van de weergave valt op met deze plaat. “Baby you got what it takes” heeft een indrukwekkende blazerssectie. Het is een funky nummer dat lekker stuwt en sterk aan een live concert doet denken. Basdrum houdt het ritme vast, bas hangt daaroverheen. Een keyboard is swingend naast een piano die meer korte tonen hamert. Pure energie die de kamer in stroomt. Dan Lincoln Mayorga op het Sheffield label. Dit is één van de eerste “direct-to-disc” opnames. Hierop is veel gebruik gemaakt van percussie en van veel verschillende instrumenten om de opname zo spectaculair mogelijk te maken. Met de ZYX lukt dat uitstekend. Breed en vol impact. Met overal woodblocks, triangels, belletjes en drums. Blazers die spuug uit de conus lekken. Lekker veel metaal zonder dat er irritatie optreedt of het geluid scheurend maakt. Veel vaart en ritme. In een volgend nummer met ragtime piano gaat het er subtieler aan toe. Daar mag de piano eerst soleren en de aandacht naar zich toe trekken. Om over te gaan tot een vol bezette band zonder dat de piano daarin ten onder gaat. Het is een heel droge opname die met vakmanschap in de matrijs is gesneden. Tijdens de opname zijn geen limiters of filters gebruikt en dat geeft een geweldige dynamiek omvang op de LP. Waar de ZYX geen problemen mee heeft. Spoort als een trein in de groef, ook tegen het einde van de plaat waar vervorming het hoogste is.
Resultaat is enorm gedreven geluid, het spettert van het vinyl af. Willekeurig welk instrument op dat moment de aandacht vraagt. Minder overweldigende muziek komt van Patricia Kaas met “Mademoiselle chante”. Een Polydor persing uit 1988. Niets audiofiels aan, maar speelt wel alsof het iets bijzonders is. Pittig en dwingend op “Quand Jimmy dit” met heel veel ritme en snelheid. De stem van Kaas staat lekker naar voren en steekt fraai af tegen de band met wederom veel blazers. Geen seconde hoef je af te vragen om wie het gaat op de plaat. Patricia is volop de hoofdpersoon. In een langzamer nummer is het eenvoudig te beluisteren hoe haar zang destijds was. Nu, jaren later, is er meer volwassenheid in haar stem. Heerlijk die jeugdige onbevangenheid van toen te horen. Heel goed van de ZYX dat hij die weet te vangen en te vertalen. Op een betere manier dan via de CD of zelfs de SACD die ik van deze opname bezit. Het had gewoon bij de LP kunnen blijven wat mij betreft. Zeker met een zo levendig element. Wie snelheid en dynamiek wil controleren kan haast niet om “Misty” van het Tsuyoshi Yamamoto trio heen. Het eerste dat opvalt is dat de ZYX weinig ellende uit de groef laat horen. Gestommel dat met veel elementen al snel naar voren komt blijft achterwege. Met als gevolg dat instrumenten beter neergezet zijn. Het zal mogelijk met de naaldvorm van doen hebben. Het element spoort wederom fabelachtig mooi door de groef waardoor de vervorming erg laag is. Dat neemt even de indruk weg dat de dynamiek groot zou zijn. Vervorming bij zware groefmodulatie associëren onze hersenen al snel als veel geluid. Zoals een mini radio op het strand van 0,5 Watt staat te schreeuwen. De ZYX houdt het allemaal heel zuiver en het verschil tussen een voluit aangeslagen pianotoets en subtiel sissende bekkens op de achtergrond is heel groot. Zonder dat de bekkens ook maar één seconde wegzakken of gemaskeerd zijn. Het belangrijkste: het is puur muziek dat er speelt en geen techno hoogstandje.
Genoeg jazz. Ik bezit een collectie met ongekend mooie klassieke opnames en die gaan gespeeld worden. Eén van de mooiste hedendaagse LP labels vind ik Tacet. Men werkt daar uitsluitend met buizenapparatuur, veelal vintage, die helemaal up to date is gebracht. Een foto van een Telefunken M5 laat zien hoeveel de machine gebruikt moet zijn sinds 1950. Het is niet te geloven dat een dergelijke recorder toen en nu in staat was/is muziek zo puur en ongerept te vangen in een magneet band. Gevoed met slechts twee Neumann M49 microfoons, met buizen versterker ingebouwd, stammend uit 1949. Gespeeld wordt een strijkkwintet van Franz Schubert door het Auryn Quartet samen met Christian Poltéra op cello. Drie violen en twee cello’s die heerlijke muziek vertolken. Ik prijs mij gelukkig met de ZYX die deze LP gewoon een stuk mooier weet weer te geven dan mijn standaard element. Geen seconde scherp, geen seconde een ontsporing. Ik kan niets ontdekken dat ik zou missen. Niet in klankkleur, dynamiek of emotie. Met veel gevoel doet de ZYX zijn werk. Heel evenwichtig. Hoogstens zou je nog net wat meer detail wensen, maar daar hangt echt geen prijskaartje meer aan van 800 euro. Eerder het dubbele tot viervoudige. Stereobeeld is gewoon goed. Niet al te diep. Belangrijker: wel op de juiste hoogte. Ik vind het persoonlijk altijd naar vanaf een balkon naar de musici te kijken. Of door een brievenbus te luisteren. Ik zie/hoor graag dat een violist voor mij staat met de viool onder de kin. Terwijl de cello duidelijk bespeeld wordt door iemand die zit. Ik moet zeggen, in dat weergave aspect is de ZYX een meester gebleken met elke LP die ik draaide in de afgelopen vier weken.
Uiteraard alleen als de opname goed is en lang niet elke LP heeft het Tacet kwaliteitsniveau. Was dat maar waar! Dan kocht u geen enkele CD meer de rest van uw leven. Authentiek klassiek opgenomen in 1971 en 1972, op plaat gezet door Decca in 1975 zijn etudes van Chopin gespeeld door Vladimir Ashkenazy. Een periode waarin Decca nog expliciet op de hoes drukte dat een stereo element noodzakelijk was om de stereo LP af te spelen. Of een mono bedraad stereo element. Wat zich uitstekend laat vangen is de piano die reikt van subtiel naar krachtige volwassenheid op dit element. Met elke nuance daartussen. Zoekend naar kritiek kan ik dat niet bedenken. Misschien een iets groter beeld? Wat deze platenspeler niet heeft en daarom ook het element niet. Prijs/kwaliteit? Niets op aan te merken. Plaatruis, het is minimaal. Vervorming, idem minimaal. Levendigheid, uitstekend. Het enige dat mij opvalt is dat met een andere speler, waar ik de plaat gisteren op draaide, ik wat meer de handen van Ashkenazy voor mij op de toetsen zag. De ZYX is in deze combinatie wat droger en meer afgemeten dan op een draaitafel die zelf grootsheid in zich heeft. Met andere woorden, de R50 Bloom H speelt heel bijzonder Chopin in een Garrard/Pro-ject, maar zal met een betere draaitafel/arm nog verder opbloeien. Daarbij is er een klein probleem. Houdt u van levendigheid dan zult u lang moeten zoeken naar een draaitafel die net zo veel leven in de brouwerij brengt als een Garrard 301. Ik ken er maar een paar. De ZYX weet de goede eigenschappen van een 301 uitstekend vast te houden en de slechte eigenschappen (rumble, terugkoppeling) prima te verbloemen. Terwijl ik dit tik speelt Ashkenazy onverdroten voort en maakt een diepe indruk die tekens de aandacht trekt. Wat een power schuilt er in deze ZYX. Haast overweldigend op sommige momenten. Een stuk verfijnder dan de brute kracht van Vladimir is een werk van Henry Purcell gespeeld door The Academy of Ancient Music onder leiding van Christopher Hogwood (klavecimbel). Op authentieke instrumenten of replica’s speelt het ensemble “Theater muziek” waaronder “Abdelazer” en “Distressed Innocense”.
Ook een Decca opname uit 1975 maar dan uitgebracht op het label L’Oiseau-Lyre dat ik altijd wat hoger schatte qua kwaliteit dan de standaard Decca. Het kan evengoed zijn dat de barokmuziek mij erg aanspreekt en dat ik daarom zoveel L’Oiseau-Lyre’s heb staan. Maak mij gelukkig met een mooie klavecimbel en je hoort me niet meer. Dat is precies wat de ZYX bereikt. Voor mij tekenen de musici zich af. In een haast volmaakte harmonie die een totale herschepping lijkt van de opname zelf. Het is gewoon heerlijk zulke muziek te kunnen beluisteren. Recenseren een straf? Nee hoor, het is pure lust. In de muziek is een klein deel gezongen, een vrouwenstem begeleid door klavecimbel en cello. Ik kan weinig anders dan ademloos luisteren. Zo dicht bij de werkelijkheid. Zo zuiver en soepel. Het klavecimbel met zijn specifieke metalige klank. De cello met zijn droeve kleur. De stem zuiver als bronwater naar voren neergezet. Omdat ik niet te beroerd ben mijzelf blij te maken gaat kant twee met “The Married Beau” en “The Gardian Knot Untied” eveneens onder ZYX door. Terwijl ik bedenk dat het element erg universeel is. Van Diane Schuur met haar blazende, stuwende band naar kwetsbare, subtiele tonen opgewekt met instrumenten uit de periode 1650-1700 is nogal een stap. Behalve op mijn draaitafel.