Wat kunt u zelf doen?
Geen paniek, want u kunt zelf al vele instellingen doen die de beeldweergave al behoorlijk zullen verbeteren. Het beste is om daarvoor een calibratie-DVD te gebruiken. Hiermee kunt u bijvoorbeeld de contrastwaarden en helderheid instellen door middel van de testbeelden. Verder is het verstandig te experimenteren met het uitzetten van sharpness en andere digitale ‘verbeteringen’ van uw weergever. Meer over het instellen van uw video- maar ook audiocomponenten vindt u in het artikel: Home Cinema Instellen.
Wat u echter zelf niet kunt doen, is de afregeling van de ‘grayscale’, oftewel de grijswaarden van een weergever. Dit dient namelijk te gebeuren met gespecialiseerde apparatuur, wat kosten met zich meebrengt en een ervaren specialist. Eigenlijk is het redelijk simpel: de kleur grijs wordt namelijk gemaakt door delen rood, groen en blauw te mengen. Wanneer het aandeel van iedere kleur op het grijsniveau correct is afgesteld, dan worden tevens alle andere kleuren perfect weergegeven. Deze mix van kleuren noemen we kleurtemperatuur en de waardes hiervan worden uitgedrukt in graden Kelvin. Voor video-opname dient de temperatuur te zijn ingeregeld op 6500 graden kelvin, om precies te zijn het D65 punt. Zit de weergever boven deze waarde, dan zal het beeld te blauw zijn, hetzelfde geldt wanneer de weergever onder deze waarde zit, het beeld zal dan namelijk te rood zijn. De Imaging Science Foundation heeft deze video- en industriestandaard voor videomateriaal bepaalt. Meer over deze organisatie wordt in de volgende passage vertelt.