Maar wat is nu echt aan de hand? Kan de iPod als bron dienen voor een serieuze Hifi installatie, en is de iPod Hi-Fi echt in staat om de traditionele stereo (HiFi) installaties te vervangen? Zoals altijd ligt de waarheid ergens in het midden. HiFi.nl is van mening dat de iPod wel degelijk een serieuze muziekbron kan zijn mits er voldaan wordt aan een aantal basisvoorwaarden. Lees daarvoor onze iPod special op www.i-fi.nl. HiFi.nl auteur Guido de Kanter bekijkt de iPod Hi-Fi vanuit een breder perspectief in zijn artikel "Jobstijding"
Jobstijding
Volledig getrouw het aloude dogma dat alleen slecht nieuws in de krant thuishoort, publiceerde De Volkskrant afgelopen woensdag een artikel onder de titel “Apple luidt doodsklok voor traditionele stereotoren”. Aanleiding voor het artikel vormde de introductie, 28 februari jongstleden, van Apple’s speakersysteem voor de iPod, de iPod Hi-Fi (370 euro). Het betreft een actief stereo luidsprekersysteem voor de iPod, gevoed door lichtnet of batterijen, dat de ambitie heeft een hele kamer te vullen met stereogeluid.
Inderdaad vermeldt de website van Apple zelfverzekerd “Introducing iPod Hi-Fi. Home stereo. Reinvented.” De doorgewinterde hifiliefhebber heeft dergelijke aankondigingen al eerder gehoord, en zou er niet wakker van moeten liggen. Hoe kan een systeempje ter grootte van een schoenendoos immers opboksen tegen onze vertrouwde stapels elektronica met passende, ‘volwassen’ luidsprekers, waarvan elk onderdeel een veelvoud moest kosten van de al prijzig aandoende iPod Hi-Fi? De vraag stellen is hem beantwoorden, zelfs al heet de nieuwe zager aan de stoelpoten onder de traditionele hifi Steve Jobs.
Wie de magie kent van een tot een optimum gebracht hifi-systeem, ongeacht de prijs, kan er niet omheen dat al het andere dat geluid voorbrengt –of het nu een brak surroundsetje is, een iPod speakersysteem of een tutti completti (een Duitse uitdrukking) setje van de Lidl– een slap en volstrekt onbevredigend aftreksel is van audiofiele muziekreproductie. Komt de iPod Hi-Fi veel verder? De Volkskrant besluit het artikel met de resultaten van een luistertest, uitgevoerd door “een panel van geoefende muziekliefhebbers”, dat een viertal mp3-stereosets vergeleek. De iPod Hi-Fi zou inderdaad genoeg geluid voortbrengen om een huiskamer te vullen met stereogeluid, maar de klank werd door sommigen als ‘blikkerig’ en ‘gedempt’ ervaren. Ik, en de volkskrantverslaggever blijkbaar ook, moet genoegen nemen met luisterervaringen uit de tweede en derde hand, omdat de iPod Hi-Fi naar goed Apple-gebruik de eerstkomende weken nog niet bij de Nederlandse dealers te verwachten is (Redactie - net voor publicatie mocht auteur Guido de Kanter toch de iPod Hi-Fi in ontvangst nemen. Zijn eerste indrukken; "Ik kan me helemaal aansluiten bij de conclusie van het Amerikaanse luisterpanel. De Apple iPod Hi-Fi lijkt waar voor zijn geld te leveren, ondanks het feit dat het geproduceerde geluid verstoken is van een fatsoenlijke hoogweergave (de iPod Hi-Fi maakt heeft geen tweeters!!) en serieuze basweergave gesimuleerd wordt door het frequentiegebied rond 100 - 150Hz een forse lift te geven. Aan de positieve kant is namelijk op te merken dat stemweergave redelijk in orde is, het geheel best ruimtelijk klinkt en dat de iPod Hi-Fi inderdaad onvoorstelbaar veel geluid kan produceren, meer dan genoeg om de gemiddelde huiskamer mee te vullen.")
In het onderhavige artikel zat het goede nieuws dus in de staart: nee, het hifi-systeem is niet opnieuw uitgevonden. Het zou ook wat zijn geweest als Apple ook in dezen water met handen had gebroken: na zulke wonderbaarlijke prestaties als de eerste computer met grafisch besturingssysteem, de eerste gebruikersvriendelijke UNIX (een krachtig maar notoir weerbarstig besturingssysteem) en miljoenenverkopen van een dik driehonderd euro kostende “Walkman” ook nog het decennialange collectieve streven van de hele audio-industrie tot een lachertje maken, dat zou echt too much zijn geweest.
Begrijpelijkerwijze was de inhoud van het artikel lichtelijk tegen het zere been van in geluidsapparatuur handelend Nederland, getuige onder andere het op de vorige pagina gepubliceerde relaas van Arthur Venis. Ik ben het eens met bijna alles wat Venis zegt, vooral waar het gaat om de grotere genot dat een traditionele installatie kan brengen.
De meer briesende reacties die elders in audiofiele kringen te horen waren naar aanleiding van het volkskrantartikel en vergelijkbare besprekingen elders, is naar mijn idee deels te wijten aan cultuur die de iPod vertegenwoordigt: die van de computer, het internet en mp3. Een nieuwe cultuur, die die naam volgens critici niet mag dragen, maar die fabrikanten van de betere hifi-apparatuur wel steeds meer klanten kost. Het is daarbij niet alleen maar marketinggeweld dat de traditionele handel buitenspel zet, maar ook domweg de vele voordelen die de nieuwe media brengen. Bovenal dat de software erg goedkoop geworden is (vind ervan wat u wilt), met een geluidskwaliteit die in het gunstigste geval die van het origineel evenaart. Vergelijk dat maar eens met een cassettedeck, het vorige medium waarop liefhebbers niet-betaalde muziek verzamelden. Mp3 c.s. zijn kwalitatief beter, in het gebruik makkelijker en veelzijdiger, en het aanbod is overvloediger. Wat een combinatie. Daarbij zou de ‘mp3-revolutie’ nog niet eens de impact hoeven hebben die hij nu heeft, maar de hifihandel en -industrie hebben er nog geen passend antwoord op verzonnen. Ik kom daar zo op terug.
Een andere factor die de hifihandel klanten kost is concurrentie uit andere gebieden van consumentenelektronica en ver daarbuiten. Was het in de jaren zeventig en tachtig nog heel normaal dat je een ‘goede stereo’ ging kopen, inmiddels heeft die drang concurrentie gekregen van een meer algemeen verlangen naar een in materiële zin perfect leven. Designer woninginrichting, hightech sportuitrustingen, allerhande snoerloze gadgets, “lekker” eten en drinken, verre vakanties, liefst meerdere malen per jaar, en niet te vergeten een kwaliteitsautomobiel, dat het aangeharkte erf weer af moet voordat de eerste glans verdwenen is. Violà hét privé-paradijsje waar de middenklasse massaal van droomt. Niet alleen blijft er nadat voor al deze genoegens betaald is (of niet), minder geld over voor hifi, de rest van deze gezegende goederen brengt ook nog eens bergen niet-muzikale afleiding. Muziek is ‘één van de dingen’ geworden, en daarvan niet persé het meest prikkelende.
Verdere erosie komt van onderaf. Bijvoorbeeld het feit dat de basiskwaliteit van beeld- en geluidsapparatuur steeds beter wordt. Uit de categorie Dvd-spelers van 40 euro presteren de meeste al heel aardig, en hetzelfde geldt voor een hifitorentje van een eurootje of 400. Niet dat ik persoonlijk me er tevreden mee zou willen stellen, maar ik kan me heel gemakkelijk voorstellen dat de gemiddelde consument, bij gebrek aan blootstelling aan wat tophifi vermag, er volkomen tevreden mee is.
Een site als Marktplaats.nl, tenslotte, brengt oververzadiging van de markt aan het licht. Aardig in dit verband zijn wellicht mijn drie broers, die allemaal erg van muziek houden en aardige setjes hebben, maar die alles bij elkaar slechte klanten zijn van de hifihandel. Broer 1 luistert naar zijn computer via een Sony TA-F590 ES met Mission 762`s (totale kosten: 200 euro); Broer 2 heeft een Marantz CD-63 SE aan een Rotel RA-960 BX met JM Lab Méganes (totale kosten: 0 euro). Broer 3 luistert naar zijn computer of een Marantz Cd-speler (nieuw aangeschaft) met een Arcam Delta-9 aan B&W DM-602`s (ook nieuw aangeschaft; totale kosten: 700 euro). Geen van de drie installaties is om droevig van te worden, en toch hebben ze, op die van ‘Broer 3’ na, geen klap gekost. Er is 600 euro besteed in de hifihandel, 300 bij particulieren via marktplaats, en drie van de genoemde apparaten zijn ‘krijgertjes’. Armlastige maar ambitieuze beginners kunnen voor beduidend minder dan 1000 euro geweldig op streek raken door handig tweedehandsjes in te kopen via het internet, en dat is voor de reguliere handel, op zijn zachtst gezegd, niet zo best.
Door deze en andere omstandigheden verkeert de markt voor traditionele hifi-apparatuur duidelijk in een crisis, maar die is niet alleen te wijten aan externe factoren. Een geluid dat ik veel hoor in kringen van ‘de handel’, is dat hifi te weinig aantrekkingskracht op jongeren uitoefent. De klanten vergrijzen, en er komen er maar weinig bij.
Wel, in een ingezonden brief roepen dat traditionele hifi superieur is, is dan niet voldoende. De superioriteit moet aangetoond worden. Importeurs zouden moeten ophouden met preken in het krimpende cirkeltje van al bekeerden en meer de boer op moeten gaan met al het fraais dat ze te bieden hebben, net als dealers, waaronder er teveel volstaan met zitten afwachten tot er een klant langskomt. Ik heb het hier over, jawel, samenwerking, want de schaal waaraan ik denk als ik het heb over ‘de boer op gaan’, kan door geen van de mij bekende partijen in zijn eentje worden gedragen. (Bovendien is de onvoorstelbare rijkdom aan keuze één van de leukste kanten aan ons ‘wereldje’, en daaraan zou generieke promotie voor hifi recht moeten doen.) Wat te denken van een ‘roadshow’, met demonstraties van tophifi in elk stadshart? Of te proberen een voet tussen de deur te krijgen bij het muziekonderwijs op middelbare scholen? Of een website te beginnen voor jongeren over hifi (redactie - daar wordt aan gewerkt hoor Guido), die niet aan een specifiek merk gebonden is? Of eens wat pijlen te richten op de vijftig procent van de bevolking die tot nu toe totaal veronachtzaamd is? (Ja, ik bedoel vrouwen.) Er is van alles te bedenken, maar er moet wel een wil zijn.
Nog een tip: probeer eens te luisteren naar wat klanten willen hebben. Ik ben al een paar jaar aan het experimenteren met de computer als bron in mijn geluidsinstallatie. De combinatie van mijn Cd’s naar de harde schijf ‘geript’ in WAV op een Powermac, met daarna een Behringer upsampler en een Proceed DAC klinkt overtuigend, schreef ik afgelopen december. “Ik haal met niet al te zorgvuldig gekozen digitale bekabeling nu al de kwaliteit van mijn ‘andere Cd-speler’, de Philips DVD-963 SA.” Het dédain waarop me deze ontboezeming is komen te staan in bepaalde kringen van ‘kenners’, grenst aan het stuitende. Gelukkig kan ik wel wat hebben, vooral in de wetenschap dat degenen die de PC als bron verafschuwen, druk bezig zijn hun eigen graf te graven. Ik weet dat veel van mijn generatiegenoten, net als ik, laaiend enthousiast zijn over de mogelijkheden die de computer biedt bij het luisteren naar muziek, maar niet tevreden zijn over de gehoormatige prestatie. Helaas hoeven ze van de handel, een enkele uitzondering daargelaten, niet veel geestdrift te verwachten bij de zoektocht naar beter geluid uit de PC. Een gemiste kans.
Naar mijn vaste overtuiging is de ontwikkeling richting de PC niet te stoppen, en deze zou dus omarmd moeten worden. Graag met behoud van het goede, en daarin zit voor bijna alle partijen in de branche een kans. Het zou droevig zijn als de belangstelling voor hifi nog verder krimpt, maar dat is onvermijdelijk als er geen omslag komt in denken en doen. Receivers met iPod-ingang en -besturing, en tot op zeker hoogte ook muziekservers, zijn een stap in de goede richting, maar nog lang niet voldoende. Het kost me niet meer dan een minuut aan denkwerk om een half dozijn nieuwe apparatencategorieën te bedenken die een audiofiel verantwoord gebruik van nieuwe media zou faciliteren. (Wie inspiratie zoekt, leze bijvoorbeeld mijn artikel over het gebruik van DACs aan de computer, en bedenke wat voor een belachelijke inspanning er nodig is om aan de PC een behoorlijk geluid te ontlokken. Het zou allemaal toch handiger moeten kunnen, denk ik dan.)
Stereo is nog lang niet dood, en zal, zelfs al blijft iedereen dezelfde koers varen, naar mijn inschatting nooit sterven. Als een paal boven water staat wel dat de markt aan het krimpen is en ook zal blijven krimpen als industrie en handel een daadkrachtig inspelen op de markt achterwege laten. Een bedrijf als Apple kan de hifiset alleen “opnieuw uitvinden” (lees: afmaken) bij gebrek aan daadkracht, visie, verbeeldingskracht en innovatie bij de rest van de industrie, waaraan ik bij deze een oproep wil doen. Is de traditionele hifi niet overbodig geworden? Laat maar eens wat zien dan.
Redactie - zoals u in het bovenstaande artikel kunt lezen heeft HiFi.nl auteur Guido de Kanter inmiddels de iPod Hi-Fi ter beoordeling ontvangen. Binnenkort kunt u het volledige verslag daarvan op HiFi.nl lezen.