NIEUWS

Cisco`s denktank

Redactie AV & Domotica | 07 september 2007
In het gebouw van de toekomst wordt alles op internet aangesloten en geïntegreerd, van zonwering en airco tot en met verlichting en beveiliging. Deze integratie maakt een gebouw niet alleen beter beheersbaar, maar geeft ook eindelijk op eenvoudige wijze een eenduidig inzicht in hoeveel energie precies waaraan opgaat. “En dat is de eerste stap tot energiebesparing.” Een gesprek met Robbert Kuppens, directeur Europa van Cisco’s ‘denktank’ voor internetoplossingen.

Het IP-netwerk gaat een cruciale rol spelen in gebouwen en huizen van de toekomst. Niet alleen als infrastructuur voor telefonie, dataverkeer en video (ook wel triple play genoemd), maar ook als communicatiemiddel tussen de verschillende systemen die gebouwen en huizen verlichten, verwarmen, koelen, beveiligen et cetera. 

Kuppens is directeur Europa binnen de Internet Business Solutions Group, een ‘denktank’ die zich bezighoudt met vernieuwende ideeën voor internetoplossingen. Hij hield zich al langer bezig met domotica en zag dat de integratie van systemen nog niet echt van de grond kwam. Dat kwam voornamelijk door het ontbreken van standaarden die een koppeling met internet eenvoudig en tegen lage kosten realiseerbaar maken. Hij zag ook dat al die ‘slimmigheidjes’ in een gebouw pas echt meerwaarde hebben als ze worden geïntegreerd. Daarom startte hij vier jaar geleden het zogenaamde Connected Real Estate-initiatief bij Cisco, de fabrikant van netwerkapparatuur die zijn kaarten toen vol op IP-netwerken zette. IP, dat staat voor Internet Protocol, is een protocol dat het mogelijk maakt om verschillende vormen van communicatie – data, spraak, beeld – over fysiek een en hetzelfde netwerk te sturen. En als je al over dat netwerk kunt bellen en je camerabewaking erop kunt aansluiten, waarom sluit je dan ook niet de gebouwbeheersystemen en domotica erop aan, zo dacht Kuppens indertijd.

Een idee dat nog ver van de werkelijkheid af stond, want op dat moment – 2003 – werden IP-netwerken hooguit in greenfield-situaties geïmplementeerd voor telefonie en dataverkeer, en soms camerabewaking. In bestaande gebouwen hield men vast aan traditionele telefonie via een PBX en beveiliging via CCTV. Nog vrijwel niemand wist wat telefonie over IP inhield, ook niet de bedrijven die netwerken implementeren. Pas toen die implementatiepartners zich in de technologie gingen verdiepen en hun klanten over IP begonnen te adviseren, ging het ineens snel. Kom je nu bij een bedrijf over de vloer dat ofwel zijn telefonienetwerk ofwel zijn datanetwerk wil vervangen, dat is er helemaal geen discussie meer over welke technologie wordt gebruik, niet bij de eindklant en ook niet bij de implementatiepartners.


Standaardisatie

“Ik zie dat de gebouw- en huisautomatiseringsmarkt nu in dezelfde fase zit als IP-telefonienetwerken destijds”, zegt Kuppens. Heel lang was er geen standaardisatie, maar met nieuwe standaarden zoals Zigbee en Z-Wave, die goedkope IP- en draadloze communicatie mogelijk maken voor gebouwautomatisering, zet dat nu versneld door. Tegelijkertijd zijn de prijzen fors gedaald. Bij nieuwbouw wordt nu in sommige projecten vanaf het begin nagedacht over hoe alle systemen in het gebouw kunnen worden geïntegreerd met IP-netwerken, zowel bedraad als draadloos. Architecten gaan er langzaam maar zeker in geloven en zien dat het een grote kostenbesparing met zich meebrengt om IT-ers al aan de tekentafel bij een project te betrekken, in plaats van wanneer een gebouw er al helemaal staat. “Alleen ontbreekt het nog aan kennis om deze technologie te implementeren. De installatiebranche loopt op dit gebied logischerwijs nog achter. Als zij dat kennisgat weten te dichten, kan het met connected real estate wel eens net zo snel gaan als met IP-telefonienetwerken”, voorspelt Kuppens.

Hij ziet het ook binnen Cisco gebeuren. “Vier jaar geleden hebben we dit onderwerp opgepakt. De eerste twee, drie jaar zijn we vooral bezig geweest met het zogenaamde evangeliseren, zowel intern als extern, maar je ziet dat dit laatste jaar de markt de ontwikkelingen snel oppakt. Binnen Cisco is connected real estate nu een van de speerpunten.”

Kuppens denkt dat de manier waarop woningen en kantoren in de toekomst beheerd worden, fors gaat veranderen. “Als je alles in een gebouw koppelt aan internet, dan kun je het gebouw van buitenaf beheren. In dit Cisco-kantoor hebben we al een aantal ruimtes op die manier ingericht. Je kunt op je laptop bijvoorbeeld de lichten aan of uit doen. En dan niet zoals in deze gewone kamer alle zes tl-buizen in één keer, maar je kunt ze stuk voor stuk regelen. Zo kun je voorkeurssettings opgeven, waarbij het systeem weet hoeveel licht je in een bepaalde ruimte wilt. Het is zelfs mogelijk dat waneer er één van de tl-buizen stuk gaat, de anderen iets feller gaan branden zodat je dezelfde lichtopbrengst houdt. Tegelijkertijd gaat er een seintje naar de facility manager dat er een nieuwe tl-buis moet worden ingedraaid.” Cisco doet door deze eigen toepassing ervaring op met hoe zo’n geïntegreerd systeem werkt. 


Wie wordt klanteigenaar?


Terwijl wij in Nederland voorzichtig de eerste stappen zetten, doen ze in sommige Aziatische landen en het Midden-Oosten al behoorlijk wat ervaring op. Kuppens constateert dat ze daar een forse voorsprong hebben op Europa: “Nieuwbouw wordt daar direct voorzien van de allernieuwste technologie.” Maar ook van een land als Italië kunnen wij nog veel leren, meent hij. “Daar hebben energieleveranciers via internet inzicht in de gas- en elektriciteitsmeters van huishoudens. Italianen hoeven dus niet meer zelf hun meterstand door te geven, dat gebeurt automatisch. Met als voordeel dat de leverancier kan monitoren. Mocht er ergens een gasleiding lekken, dan zien ze dat en kunnen ingrijpen.”

Wat maar aantoont dat domotica niet in alleen de b-to-b markt zijn nut bewijst, maar zeker ook in de woningmarkt. “Straks zou bijvoorbeeld je energieleverancier jouw woning kunnen gaan beheren zodat jij als consument een zo laag mogelijke energierekening krijgt. Het zou overigens net zo goed je telefonie- of internetprovider kunnen zijn, want diverse aanbieders zullen met elkaar gaan concurreren wie de ‘klanteigenaar’ wordt. De consument krijgt dan nog slechts één aanspreekpunt voor zowel gas en elektra als tv, telefonie en internet: alles wat een ‘connected home’ comfortabeler, effectiever en efficiënter maakt voor de bewoner(s). Die werelden groeien naar elkaar toe.” Kuppens noemt het de volgende stap na triple play: niet alleen telefonie, tv en internet via één leverancier, maar ook alle andere faciliteiten. En dit alles inzichtelijk gemaakt via internet. 

Het voorbeeld uit Italië laat zien dat domotica een belangrijke rol kan gaan spelen in het terugdringen van het energieverbruik. Te meer omdat door de integratie van verschillende systemen deze beter op elkaar kunnen worden afgestemd, meent Kuppens. “Nu zijn airco’s en verwarmingen nog volledig gescheiden. Te gek voor woorden natuurlijk. Kijk maar eens in kantoren hoe vaak de ene ruimte wordt gekoeld, terwijl in de andere de verwarming aan staat.”

Bedrijven moeten beter nadenken hoe ze bijvoorbeeld de overtollige warmte uit hun datacenter kunnen hergebruiken elders in het gebouw. De meeste datacenters worden nu inefficiënt gekoeld met lucht, waarbij de airco wordt afgestemd op de temperatuur op de warmste plek in een datacenter. Overal wordt in dezelfde mate gekoeld, waardoor het op bepaalde plaatsen in het datacenter gewoon koud is, terwijl op andere plaatsen de airco het maar ternauwernood aan kan. “Dit soort situaties kun je nu inzichtelijk maken en daardoor beter managen. Je kunt warmte die je op de ene plek teveel hebt, op een andere plek hergebruiken. Dat zullen we ook wel moeten, want anders krijgen veel datacenters straks een gigantisch probleem met hun energievoorziening, zeker in de zomer”, zegt Kuppens.

EDITORS' CHOICE