Vanaf 1989 maakte Jakob Dylan, de jongste zoon uit het huwelijk van Bob met Sarah, vier albums met zijn band The Wallflowers. Nu is er een eerste soloalbum, opgenomen bij producer Rick Rubin thuis. Net als Johnny Cash en Neil Diamond krijgt Jakob de naakte kaalslagbenadering: akoestisch, tot het minimum uitgebeende arrangementen die de essentie van de songs blootlegt.
Jakob Dylan is een tamelijk conventionele singer-songwriter. Zijn liedjes zijn somber van sfeer en hebben mooie beschouwende teksten. Zijn warme stem heeft een schurend, doorleefd kartelrandje, maar vergeleken met zijn vader is hij een nachtegaal. Een vergelijking waar hij heel tragisch natuurlijk niet aan ontkomt, hoe onterecht dat ook is. Anderzijds had hij zonder die achternaam dit album nooit kunnen maken.
Dylan blijft prima overeind in de intieme, buitengewoon fraaie opname. Meestal in zijn eentje, zich begeleidend op akoestische gitaar en soms een bas, in enkele nummers een beetje versterkt en begeleid door David Ferguson, Jason Boesel en zangeres Z Berg. Wel was het slim het album met tien tracks compact te houden, want de songs neigen wat naar eenvormigheid. De weinige momenten dat er een wat lichtere toon gezocht en het tempo wat opgevoerd wordt levert dat meteen de minst sterke nummers op.
De aandacht wordt niet met geweld afgedwongen, maar als je de moeite neemt toch geconcentreerd te luisteren is hier veel te genieten voor de liefhebber van ingetogen americana. Je gaat als het ware ‘dingen zien’. Interessante muzikant, niks mis mee.
Aanvullende informatie:
10 tracks, speelduur 38:02
Label: Columbia
Distributie: Sony BMG
Website: www.jakobdylan.com