De vier hoornconcerten van Mozart behoren tot het mooiste repertoire dat voor dit instrument geschreven is. Paul van Zelm speelt ze briljant met het Combattimento Consort, op een hoorn zoals die in de tijd van Mozart gebruikelijk was, een zogeheten natuurhoorn. Ziet er eenvoudig uit, gewoon een lange buis zonder ventielen, maar het ding bespelen is lastig: er veel kunst en vliegwerk nodig is om ook andere dan de natuurlijke grondtonen van de buis te produceren.
Zoals bij veel andere soloconcerten van Mozart was een speciale relatie met een getalenteerd musicus aanleiding voor het componeren. De hoornconcerten waren er waarschijnlijk niet geweest zonder Joseph Leutgeb (1732-1811). Datzelfde kan gezegd worden voor de centrale rol die de hoorn kreeg in de orkestbezetting zoals die door Mozart gehanteerd werd.
De oorspronkelijke manuscripten staan vol met geintjes aan het adres van Leutgeb. Daardoor is het beeld ontstaan dat de partijen van de latere concerten simpel gehouden zijn om tegemoet te komen aan de fysieke beperkingen van de oudere hoornist, die ten tijde van het vierde concert zelfs zonder tanden moest zien te spelen. De kracht van de muziek zit hem dan misschien niet in de extreme moeilijkheid, hoewel er altijd nog de cadenzen zijn om te laten horen wat je als hoornist te bieden hebt, de essentie zit hem natuurlijk in de expressie. Wat dat betreft laat Mozart de veelzijdigheid van het instrument prachtig horen. Zowel het felle geschetter als de rijke, weemoedig zangerige klank die de hoorn tot een centraal instrument in veel hedendaagse filmmuziek gemaakt heeft.
Van het eerste concert is het langzame middendeel verloren gegaan, de anderen hebben allemaal de gebruikelijke indeling allegro – andante of larghetto – rondo. Vooral die finales zijn vaak echte knalstukken. Als altijd zitten de stukken vol lagen en grapjes, en is er een overvloed aan prachtige motieven en melodieen.
Van Zelm, vast lid van het Combattimento Consort, is een ware virtuoos op de natuurhoorn. Zijn beheersing van de stoptechniek, waarmee met de hand in de beker de tonen gemaakt worden die afwijken van de door de lengte van de blaasbuis bepaalde natuurtonen, is perfect. Geen moment is te horen hoe moeilijk dit is, alle aandacht gaat naar de muziek. Het instrument, een kopie van een instrument uit de tijd van Mozart, heeft een prachtige slanke klank, iets meer schetterend dan van moderne ventielhoorns.
De klasse van het Combattimento Consort Amsterdam onder leiding van Jan Willem de Vriend behoeft geen toelichting. Dit in muziek tussen 1600 en 1800 gespecialiseerde orkest benadert de klassiekers met een enorm enthousiasme en levendigheid, zoals eerder al aangeduid naar aanleiding van de Handel opera Agrippina.
Fantastische muziek, perfect uitgevoerd en in een uitmuntende geluidskwaliteit gepresenteerd. Warm aanbevolen.
Aanvullende informatie:
Paul van Zelm, natural horn
Combattimento Consort Amsterdam, o.l.v. Jan Willem de Vriend
Speelduur: 52:34
Hybride SACD; 5.0 surround en stereo
Label: Etcetera
Distributie: Codaex
Website Combattimento Consort Amsterdam: http://www.combattimentoconsort.com