Charlotte Gainsbourg? Is dat niet de dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin? Inderdaad ja, maar waag het niet om dat tegen de dame in kwestie te zeggen. Ze wordt er liever niet aan herinnerd.
Tenslotte bewijst ze al jaren dat ze het op eigen benen en met haar eigen talenten ook uitzonderlijk goed doet. Dat begint al op jeugdige leeftijd als het op 21 juli 1971 geboren petekind van Yul Brynner op 19 december 1984 haar filmdebuut maakt in ‘Paroles et Musique’.
In het volgende jaar komt haar eerste single ‘Lemon Incest’ uit. (‘inceste de citron’ als woordspeling op ‘un zeste de citron’) De opschudding die de bijbehorende video creeert - Serge en Charlotte liggend op een bed, omgeven door rook en veren - gaat grotendeels voorbij aan de veertienjarige die haar meeste tijd doorbrengt in een internaat. Weer een jaar later komt haar album ‘Charlotte Forever’ uit.
De muziek en de teksten zijn van de hand van haar vader en één van de nummers is het eerder uitgebrachte ‘Lemon Crest’. Films maakt Charlotte aan de lopende band waarbij ze, eveneens in 1986, op het 39e filmfestival van Cannes al een César krijgt voor haar rol in ‘L’éffrontée’. Het duurt echter tot 2006 voordat zij opnieuw een album opneemt. Voor ‘5.55’ - met tien Engelstalige en één Franstalige song - laat zij zich voor de muziek bijstaan door het Franse elektronische duo Nicolas Godin en Jean-Benoît (Air) terwijl zij zelf samen met Jarvis Cocker (ex-Pulp) en Neil Hannon (The Divine Comedy) tekent voor de teksten.
Het resultaat is een opeenvolging van dromerige Air-pop, overgoten met een sausje uit de keuken van papa Gainsbourg, af en toe enigszins aangezet door de - vooral vanwege zijn werk met Fela Kuti gewaardeerde - Nigeriaanse drummer Tony Allen. In album opener en titelnummer ‘5.55’ bezingt Charlotte het tijdstip waarop zij ontwaakt. Even aannemend dat dit gebeurt in een bed is dat misschien ook wel de optimale plek om deze cd te beluisteren en je samen met je geliefde door die zachte fluisterende, hijgende zuchtzingende stem mee te laten voeren naar een warme plek onder de dekens.
Waarmee de cirkel weer rond is en we terug zijn bij - sorry, Charlotte - ‘Je t’aime, moi non plus’.