Dit artikel is eerder verschenen in Elex 7/90 (een uitgave van Elektuur). Een redelijk oud ontwerp derhalve, maar naar onze mening zeker nog actueel. Veel bouwplezier!
Aangezien de meeste signaalbronnen - CD-spelers, tuners, etc. -tegenwoordig meer dan voldoende signaal leveren om rechtstreeks een eindversterker uit te sturen, hoeft een voorversterker in wezen geen versterking te geven. Daarmee is het mogelijk geworden om een voorversterker te construeren die supereenvoudig van opzet is en tegelijk over superieure technische eigenschappen beschikt. Is dat niet precies wat we altijd al hadden gewild?
Hoewel het ons aller vak en hobby betreft, gebiedt de eerlijkheid toch te bekennen dat elektronica niet altijd zaligmakend is. Zeker bij audioschakelingen geldt dat alle elektronische bewerkingen in negatieve zin iets aan het signaal toevoegen.
Er komt altijd een spoortje ruis bij, er ontstaat — hoe weinig ook — onvermijdelijk wat vervorming en bovendien wordt het uitstuurbereik noodgedwongen beperkt tot de hoogte van de gebruikte voedingsspanning.
Daarom is het met name in audiokringen een goed gebruik om nooit méér elektronica ergens in te stoppen dan strikt noodzakelijk. Hifipuristen gaan hier vrij ver in. Deze categorie is van oudsher sowieso wars van extra`s als toonregeling, stereo-breedte-regeling, equalizers en wat dies meer zij. Tegelijk valt bij hen echter duidelijk een hang naar simpelere versterkerschakelingen te bespeuren.
Deze voorversterker is in wezen ontworpen volgens dezelfde puristische filosofie van "alles weglaten wat niet strikt nodig is". Alleen hebben wij het dit keer echt rigoureus aangepakt. Dat leverde een voorversterker op die in ieder geval onmiskenbare praktische voordelen bezit: hij is bijzonder gemakkelijk te bouwen, is relatief goedkoop en heeft géén voedingsspanning nodig. Daarnaast — en dat is veel belangrijker — biedt deze "passieve pre-amp" een dusdanige kwaliteit dat geen enkele audiofiel om dit ontwerp heen kan: een onmeetbaar lage vervorming, extreem goede signaal/ruisverhouding en een nagenoeg onbegrensde uitstuur baarheid.
Versterker zonder versterking
De ingangsgevoeligheid is bij verreweg de meeste voorversterkers en geïntegreerde versterkers vastgelegd op ca. 200 a 250 mV. Dat is een norm die nog uit het verleden stamt waarschijnlijk, want de meeste audio-signaalbronnen leveren veel meer uitgangsspanning dan 200 mV. Doorgaans produceert moderne apparatuur signalen van rond 1 V (of meer) en dat is een spanningsniveau dat toevalligerwijs exact overeenkomt met de ingangsgevoeligheid van de doorsnee eindversterker.
Ergo conclusio: Zolang er geen behoefte bestaat aan toonregeling e.d., hoeft een voorversterker in wezen geen spanningsversterking te leveren. De bronsignalen zijn tegenwoordig groot genoeg om een eindversterker volledig uit te sturen. Een en ander betekent dat de inhoud van een voorversterker beperkt kan blijven tot een stel in- en uitgangsbussen, een ingangskeuzeschakelaar en eventueel een volumeregelaar.
Actieve componenten hoeven er niet in. De enige signaalbron waarbij het dan mis gaat is een platenspeler, want daarvoor blijft een speciale voorversterker met frequentiecorrectie nodig. Liefhebbers van "goede oude" analoge grammofoonplaten kunnen hun passieve pre-amp echter in een later stadium altijd nog uitbreiden met een dergelijke voorversterker, dus ook dat hoeft geen bezwaar te zijn.