REVIEW

Dead Can Dance – Anastasis

Eric de Boer | 01 september 2012

Goed, het mag dan zestien jaar geduurd hebben. Er was al tijden sprake van een nieuw album van deze formatie die zich als echte pre-gothic slash wereldmuzikanten een trouwe schare fans hebben toegeëigend en dat album is eindelijk uit. Oh, wat hebben de fans –mijzelf incluis- zich moeten behelpen met het oude oeuvre van Dead Can Dance! Maar geen nood, want Brendan Perry en Lisa Gerrard spelen al weer wat jaren samen en brengen nu Anastasis uit.

De tiende langspeler die Dead Can Dance aan zijn collectie albums mag toevoegen is er één met een intrinsieke waarde. Spiritueel en muzikaal gezien. Gerrard en Perry zijn namelijk trouw gebleven aan de typische DCD-sound. Veel sfeer, etherische zang met in het geval van Lisa de bekende invloeden van Afrikaanse en West-Aziatische komaf en de algehele dromerigheid komen weer terug naar voren. Duidelijke muzikale verwijzingen naar hun eigen verleden zijn goed hoorbaar. De draailier, Perry’s gitaarspel, de strijkers en natuurlijk de hevig dramatische percussie zijn dan ook goed vertegenwoordigd en hier en daar komen titels uit het verleden in me op. Ik noem Spleen And Ideal, Within The Realm Of A Dying Sun en in iets mindere mate zelfs Into The Labyrinth. Na Perry’s album Ark was het niet ondenkbaar geweest dat Anastasis meer dark wave-invloeden met zich mee zou brengen, maar het tegendeel is waar. Het nieuwe album opent met een echt Dead Can Dance-nummer in de vorm van het excellent uitgevoerde Children Of The Sun. Brendan Perry’s stem, feitelijk gedragen door verslavend klinkende percussie in een zweem van reverb. Op het eerste gezicht komt het album hierdoor wat minder subtiel op de luisteraar over, maar storend wordt het nergens. Dit is duidelijk Dead Can Dance, zonder drastische wijzigingen. Lisa’s vocalen wisselen de ‘Perry-nummers’ meteen af vanaf de track Anabasis en geven het album een meer etherische tint, terwijl de tracks die Brendan wat betreft de vocalen op zich neemt juist meer een aards karakter met zich meebrengen. Erg mooi en bijna filmisch is de track Return Of The She-King met een vrij Keltisch karakter, hoewel dit qua zang meer iets voor Loreena McKennit zou zijn dan voor Lisa Gerrard. Een klein minpuntje, hoewel niet wereldschokkend. De duisternis treedt in op tracks als Opium en Kiko, maar de afsluiter van Anastasis laat een diepe indruk op me achter met het ingetogen All In Good Time, dat tekstueel niet had misstaan als laatste gedicht uit het complete werk van een oude filosoof. Lees de tekst er maar op na, hiervoor hebben de Engelsen echt het woord ‘soothing’ uitgevonden.

En met die laatste bezielde bemoediging van literair niveau kom je er als luisteraar achter dat het tiende studioalbum van Dead Can Dance eigenlijk geen noviteiten biedt. Niet de –misschien verwachte- drastische ommezwaai, er is geen enkel verwijs naar beïnvloeding of progressie in welke richting dan ook. En dat zou in het geval van Dead Can Dance ook eerder gevaarlijk zijn dan logisch. Het is prijzenswaardig dat Perry en Gerrard zo dicht bij hun eigen sound zijn gebleven na al die tijd en er ook nog een nieuw en boeiend album van hebben weten te maken! Precies waar de albumtitel ook voor staat; Anastasis is Grieks voor herrijzenis. Het oude keert terug, ongeschonden, hernieuwd. Maar niet noodzakelijkerwijs vernieuwd, eerder trouw aan zichzelf. Waarvoor hulde! De productie van het album is prima, hoewel dit niet de meest audiofiele of dynamische plaat van Dead Can Dance zal worden. Het album zal ook niet tot de top drie albums van de echte fans van Dead Can Dance bezetten, maar persoonlijk acht ik Anastasis hoger dan bijvoorbeeld Aion. En de rest is persoonlijks smaak, nietwaar? Binnenkort treedt Dead Can Dance op in Utrecht (het concert was overigens al erg snel uitverkocht). Voor diegenen die een kaartje hebben weten te bemachtigen belooft het een memorabel concert te worden. De rest moet het doen met onder andere dit album, wat zeker geen straf is!

Aanvullende informatie:
Label: PIAS
Speelduur: 56:26 minuten
Website


EDITORS' CHOICE