ARTIKEL

Scrat

Kilian Bakker | 20 augustus 2009

Wat is er voor de verstokte audiofiel leuker dan het aanschaffen van nieuwe geluidsdragers, exotische accessoires of nóg betere apparatuur? Gezellig spelen met kabels, dempers en de opstelling van de luidsprekers, onbegrijpelijk vertaalde handleidingen haastig doorbladeren of meteen opzij leggen want er moet muziek klinken. Dat is immers waar de HiFi-hobby om  draait.

Voor deze ongeneeslijke aandoening bestaat geen remedie zodat familieleden en kennissen de patienten vaak (tot op zekere hoogte) laten begaan. Maar daarmee is het aankoop-dilemma van de audiofiel niet verminderd, integendeel. Naast de brede keus aan apparatuur in een bepaalde prijsklasse komt men tegenwoordig steeds vaker voor de volgende keus te staan: nieuwerwets of toch ouderwets? Single-Ended Triode of juist Klasse D, of mischien een (voor-) versterker met digitale of modulaire ingangen?

Gaat de cd-speler naar een nieuw baasje omdat hij wordt vervangen door een SACD variant of komt er een platenspeler naast te staan zodat er weer kan worden genoten van de oude LP collectie? Het grootste dilemma in het `nieuwe tijdperk` van de HiFi moet wel meerkanaals zijn want hoe combineer je de kwantiteit van bijvoorbeeld vijf kanalen met de kwaliteit van een zo goed mogelijke weergave? Een gedegen audiospecialist kan helpen bij het vinden van de juiste combinatie maar desondanks zal de muziekminnende hobbyist(e) zelf de keuze tussen minimalistisch klassiek of multifuncioneel modern moeten maken.

Scrat?

Vrijwel iedereen kent de Ice Age animatiefilms, met de hypernerveuze oer-eekhoorn Scrat die met name gedurende de eerste film tevergeefs probeert om de zo begeerde eikenoot te pakken te krijgen. Daar heeft hij alles voor over maar toch ontglipt het rotding hem elke keer weer. Gelukkig is het vinden van de gewenste muziekweergave voor de meeste audiofielen geen zaak van levensbelang maar ik heb door de jaren heen heel wat liefhebbers gezien die qua gedrevenheid aardig in de buurt kwamen van Scrat. Perfectionisme kan helpen bij het optimaliseren van een systeem en het is vaak een belangrijke drijfveer voor audio ontwerpers maar het kan ook leiden tot onrust en ontevredenheid. Wanneer een kien oor voor detail omslaat in audiophila nervosa kan een muziekliefhebber verworden tot een audioneuroot die met een Scrat-achtige uitdrukking achter de luidsprekers zit. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn.


EDITORS' CHOICE