Het gaat niet om de verpakking, het gaat om de inhoud. Het zal wel zijn, maar doe ons dan toch maar die knappe blondine/brunette (schrappen wat niet past). Dan kunnen de anderen, die zogezegd geen belang hechten aan de kwaliteit van de verpakking, zich ontfermen over de lelijke eendjes. Iedereen tevreden. Toch?

Wat dit alles met de Meridian Explorer te maken heeft? Wel, het eerste waar je mee geconfronteerd wordt als je ‘m aankoopt, is de verpakking. En die is heel fraai. Zo’n beetje van Apple niveau, zelfs. Niet dat de styling van Meridian op één of andere manier doet denken aan de producten die uit China Cupertino komen, maar het kwaliteitsniveau ervan is gelijkaardig. En dat zorgt meteen al voor de nodige ‘positive vibes’.

Wat?
Okee, de Meridian Explorer is een USB DAC. Het apparaatje is ontworpen met slechts één doel voor ogen: de – per definitie inferieure - DAC die in de pc/Mac zit omzeilen, zodat een betere geluidskwaliteit kan gerealiseerd worden. En aangezien de Explorer enkel over een USB-ingang (mini type B) beschikt, betekent dat meteen ook dat hij niet kan gebruikt worden in combinatie met andere geluidsbronnen. Meridian wil graag € 299 voor de Explorer hebben. Dat is ietsje meer dan wat AudioQuest voor de DragonFly vraagt – naar ons idee de rechtstreekse concurrent van de Explorer -, maar veel scheelt het niet.

Connectiviteit
De Explorer wordt geleverd met een USB-kabeltje van 17 cm. Voldoende om ‘m vlotjes aan een laptop te kunnen koppelen, maar al gauw te kort als je een desktop machine gebruikt. Sowieso vinden we dit een betere oplossing, dan die waarbij de USB DAC zoals een USB geheugenstick gewoon in de poort moet geplugd worden. Vooral ook omdat de kabel die er bij dergelijke ontwerpen aan de audiokant uitkomt voor een zekere hefboomwerking op de USB-poort zorgt. Niet ideaal, dat.

“Meridian stelt dat de Explorer niet alleen een USB DAC is, maar meteen ook een voorversterker en een hoofdtelefoonversterker. Ze hebben een punt.”

Het apparaatje heeft de vorm van een klein kokertje – het is 10 cm lang en 3 cm breed –, en is volledig in metaal uitgevoerd. Aan de ene kant zit de USB-poort waar we het eerder al over hadden. Aan de andere kant bevinden zich twee minijack poorten. Eentje daarvan is een analoge stereo uitgang, die bestemd is voor hoofdtelefoongebruik. De andere is een gecombineerde analoge/optisch digitale uitgang. Daar kan je een losse versterker op aansluiten – waarschijnlijk zal je daartoe een stereo minijack/stereo cinch verloopkabel voor moeten gebruiken –, of je kan de uitgang gebruiken als digitaal optische poort.

Waar je die laatste toepassing voor nodig zou hebben? Joost mag het weten. Het verschil tussen de hoofdtelefoonuitgang en de analoge aansluitmogelijkheid van de andere uitgang, zit hem erin dat het signaal dat door de hoofdtelefoonuitgang gaat eerst langs een volumeregeling passeert, terwijl dat bij de andere uitgang niet het geval is. Als je hier dus een eindversterker op wil aansluiten die niet over een volumeregeling beschikt, dan heb je een probleem. Onze ‘desktop’ eindversterker – een vintage Onkyo Integra M-508 – heeft wél een volumeregeling, maar die laat zich niet zo gemakkelijk bedienen. En dus hebben we deze voor de test toch maar gekozen voor de hoofdtelefoonuitgang van de Explorer.