De Vlaamse schrijver, columnist en ex-drummer Herman Brusselmans (Hamme, 1957) leverde onlangs zijn nieuwe boek Trager dan de Snelheid af. Net als zijn vijftig (!) eerdere boeken is de (deels autobiografische) roman gelardeerd met muziek en citaten uit de pop.
Voor de serie De Muziekbeleving Van… sprak HiFi.nl met muziekliefhebber Brusselmans. In de platenkast van de Gentse rock ’n roll-auteur prijkt muziek uiteenlopend van John Cale, Radiohead, De Mens, Travoltas, REM, The White Stripes, Wolfmother, Uriah Heep Madrugada en Led Zeppelin. “Ooit heb ik bedacht een boek te schrijven over de muziek die me beïnvloed heeft, in om het even welke betekenis van het woord. Maar ik heb er de puf helaas niet meer voor.”
Vee & operette
“Ik stam uit een geslacht van veehandelaren. De muzikale traditie was, zacht gezegd, nogal gering. We kregen de eerste platenspeler pas op mijn twaalfde, een Troika. Daar speelden ze operette op af. Ik durf met klem te zeggen - en ik zeg niet gauw iets met klem - dat operette de verschrikkelijkste muziek op de hele wereld is. Een regelrechte marteling. Mijn vader Gust is vorig jaar overleden. Hij was van ‘31. Voor hij stierf heb ik nog gevraagd, ‘pa, van wie was jij eigenlijk fan in de jaren zestig? Stones, Beatles?’Hij wist niet waar ik het over had.”
Metalhead in Hamme
“Thuis in Hamme was ik into hardrock, nog steeds mijn favoriete genre trouwens. Nu heet dat metal en is in honderd subgenres onderverdeeld. Led Zeppelin, Deep Purple, Uriah Heep. Bij het enige platenwinkeltje van Hamme kocht ik Look at Yourself van Uriah Heep. Alleen al door die naam, een personage uit een boek van Dickens, was ik ongelooflijk geïntrigeerd door die groep. En door hardrock. Dat haar! Die hete wijven! Ik heb nog aan de wieg gestaan van de enige Uriah Heep-fanclub van Hamme. Alle vier de leden hadden lang haar, al was mijn vader ook daar erg op tegen.”
Shadows in de koeienstal
“Vanaf zeer jonge leeftijd wilde ik drummer worden. Maar mijn vader was van het type die dat niet goed vond. Mijn moeder ging daar dan uiteindelijk tegenin, dus kreeg ik uiteindelijk toch een drumstel, een Koreaans merk met golfplaten als cimbalen. Op mijn vijftiend had ik mijn eerste rocktrio, Assimtoot. We hadden geen zanger, dus werden we een instrumentale band. We wilden The Shadows naspelen, Apache en FBI, dat konden we wel dachten we, maar dat bleek toch wat hoog gegrepen. We repeteerden bij ons thuis in de koeienstal. Het gebeurde niet zelden dat de mensen klaagden; is het nou gedaan met die herrie!”
The Smiling Disease
“In de jaren tachtig kreeg ik een nieuw drumstel, ben serieus gaan oefenen met de koptelefoon op. Ik richtte een nieuwe band op, The Smiling Disease; rock à la Pixies, Soundgarden, Nirvana. De band was genoemd naar een ziekte die in Japan in het ziekenfonds zit; dat je de hele dag moet lachen naar je klanten en dat de lachplooi er ’s avonds uit moet worden gemasseerd door een therapeut. Maar dit terzijde. Eén keer hebben we in De Vooruit gestaan, het Paradiso van Gent. Ik moest als schrijver optreden, maar deed dat alleen als The Smiling Disease ook op mocht treden. Als schrijver had ik geen enkele zenuwen, maar als muzikant scheet ik mijn broek vol bagger. Een dag na het optreden zijn we na een vergadering gesplitst, de gitarist háátte optreden, zo bleek. Er zijn nog cassetteopnames van, die liggen ergens te verloederen in een archief.”