Zelfbenoemd ‘muziekidioot’ Vic van de Reijt (Breda, 1950) is de bekendste singleverzamelaar van Nederland. Daarnaast is hij - waarschijnlijk beter bekend als - literatuurbobo. Van de Reijt is publicist en schrijver, uitgever bij Nijgh & Van Ditmar en de ontdekker van onder meer Arnon Grunberg. Recent leverde hij de langverwachte biografie van schrijver Willem Elsschot af.
Van de Reijt is een muzikale alleseter, en thuis van schlager tot psychedelica, van punk tot kleinkunst, van soul tot carnavalskraker. Als ‘hoeder van bedreigde muzieksoorten’ bracht hij diverse verzamelboxen uit, onder meer de persoonlijke Top 100 van Nederlandstalige Singles en Vic’s Fabulous Fifties.
Momenteel is Van de Reijt bezig met een Italiaanse (beat)box, onder andere met internationale artiesten die in het Italiaans muziek opnamen. Een gesprek over het zwarte goud dat vinyl heet.
“Ik zat op het Onze Lieve Vrouwelyceum in Breda, ongemengd. Voilà, de eerste verklaring voor mijn zoektocht naar vinyl. Er waren geen meisjes, en je moet toch wat. Mijn eerste plaatje was Shakin’ All Over van The Guess Who uit 1965. Ik kreeg vijf gulden zakgeld per week en daar moest ook nog bier van gedronken worden. Singletjes kostten 3,95, later 4,25, maar gelukkig ontdekte ik al gauw het fenomeen ‘uitverkoop’. Bij de V&D, Spronk en Van Boxtel hadden ze geregeld opruiming; singles voor een gulden. Het waren meestal geflopte singles, of kleine hitjes, veel curieuze muziek die ik soms kende van Radio London of Radio Caroline.”
Collector items
“Ik herinner me Dirty Water van The Standells, met originele Nederlandse fotohoes, en Who are the brain police van The Mothers of Invention. Ik was ook een soulfan, Redding en Pickett enzo, maar dat moest in het geheim, want in Breda was je dan verdacht; soul was van de Ambonezen.
Veel van de singles die ik in mijn Bredase tijd kocht zijn collector items geworden. Toen ik een krantenwijk kreeg, had ik twaalf gulden per week te besteden. Van mijn eerste verdiende geld kocht ik voor 9,90 Well Respected Kinks, zo’n lekkere dikke plaat op het Marble Arch-label. Had ik opeens tien hartstikke goeie singles op één plaat. Toch is de elpee eigenlijk altijd een stiefkindje geweest in mijn verzameling, een bijvangst.”
Elpeecultuur
“Voor mijn zeventiende verjaardag kreeg ik Sgt. Pepper’s van mijn ouders. Dat was het begin van de elpeecultuur. De hoezen werden pure kunststukjes en de platen konden bijna afgedraaid worden zonder overgangen in de groef. Met twee elpees en een koffertje vol singles vertrok ik in 1969 naar Amsterdam. Daar ontdekte ik Concerto, een zeer verslavende winkel. Daar kom ik nog steeds erg graag.”