Bij video spelen de close-up en het medium shot een belangrijke rol om personen en objecten pakkend in beeld te brengen. Daarnaast zijn er echter ook overzichts- en ori‘ntatiemomenten in het filmisch verhaal nodig. Dan komen de totaalshot en de groothoekopnamen in het videovizier. Dit artikel behandelt de praktische toepassing van deze opnametypen.
Het overzichts- of totaal shot heeft bij video de naam om niet te boeien. Alleen geschikt om een korte indruk van de omgeving te geven. Verder meer iets voor landschapsfotografen. De groothoek heeft wat meer aandacht. Handig voor kleine ruimtes, bij interviews op korte afstand en (super)groothoek effecten tot de fisheye aan toe.
Wie echter goed oplet bij documentaires, videoverslagen en grote actiescenes merkt dat de totaalopname en de groothoek-opnamen vaker filmisch worden ingezet dan menigeen denkt. Reden te meer om eens nader bij de praktijk van dit type video-opnamen stil te staan.
De objectieven
Het kunnen opnemen van totaal- en groothoekshots is afhankelijk van de brandpuntsafstand die daarbij past. Het brandpunt van het video-objectief wordt daarbij vergeleken met het 35 mm kleinbeeldsysteem en de beeldhoek opgegeven in booggraden. Een brandpuntsafstand van 45-50 mm komt overeen met het gezichtsveld van het menselijk oog, circa 45 graden. Vanaf 80/85 mm treedt er een zichtbaar telelens-effect op, het onderwerp komt dichterbij en de beeldhoek wordt kleiner tot beneden de 30 graden.
Van een groothoek is sprake als het objectief een korter brandpunt heeft. In de praktijk vanaf 35 met een beeldhoek van circa 63 graden. Voor een zoomlens op de camcorder is dat al heel wat. De videofilmende fotocamera en camcorder met wisseloptiek kunnen echter nog veel meer groothoek aan. Van 75 tot 84 graden, de 24 en 28 mm groothoek. Bij de supergroothoek, 21 - 17 mm of korter, is dat 92 tot 120 graden. En dan is er ook nog de visooglens (fisheye) met 180 graden of meer.
Afhankelijk van de sensorgrootte van de camera kan het aantal millimeters voor de brandpuntsafstand verschillen. Is de sensor kleiner dan kleinbeeld dan dient ook de brandpuntsafstand kleiner te zijn om hetzelfde brandpunt bij kleinbeeld te evenaren. Al gauw gaat dat daarbij om een factor 1,5 tot 2 kleiner en dat is lastig bouwen bij zoomobjectieven. Daarom is de groothoek op een standaardzoomobjectief voor de camcorder vaak beperkt. U kunt deze vergroten door een groothoekconverter voor het objectief te bevestigen.
De scherptediepte
Bij een kortere brandpuntsafstand neemt de scherptediepte toe. Er is steeds meer scherp tussen voor en achter in het beeld. Bij een beetje diafragma is algauw alles scherp in het beeld. Dat kan handig zijn bij interviews op geringe afstand en het opnemen in kleine ruimtes. Wie de dieptescherpte wil verminderen zal het diafragma verder moeten open draaien.
U kunt hiermee ook visuele diepte scheppen. Maak een doorkijkje, plaats een silhouet of object in de voorgrond. Er ontstaat meteen perspectief tot aan de achtergrond. Bij de totaalshot werkt dit al heel aardig. De groothoek geeft pas echt ruimtelijke dynamiek, tot het absurde aan toe.
De totaalshot
In feite is een totaalshot gewoon een overzichtsopname. Deze beelduitsnede laat simpelweg de gehele scene, het landschap, interieur of bouwwerk zien. De kijker thuis kan zich daarmee oriÔnteren (waar is het, hoe ziet de omgeving er verder uit) en het straks meer in close-up getoonde onderwerp beter in diens perspectief plaatsen. Totaalshots waarin verder niets gebeurd vervelen inderdaad snel. U kunt daar op verschillende filmische manieren verandering in aanbrengen:
1. Beweeg de camera door het landschap. Een panbeweging vanaf het statief.
2. Laat een of meerdere objecten zich door het landschap bewegen.
3. Zelf door het landschap gaan rijden of lopen. Ook opnamen uit ballonnen en helikopters of met camerazwenkarmen doen het in deze goed.
4. De natuur in de vorm van overdrijvende wolkenluchten, wind, opdwarrelend stof en het spel van licht en donker gaat dit actiewerkje voor u doen.
5. Achteraf bij de montage een bewegingsfilter aanbrengen. De Duitsers noemen dat camerafahrten maken.
Gebruik de totaalopname in het filmisch verhaal en bij de montage bij voorkeur in afwisseling met close-ups en halftotalen.
De groothoekshot
Het gebruik van grotere groothoeken gebeurt in de videopraktijk voor vier doeleinden. In de eerste plaats om grote gebouwen en scenes er in hun geheel op te krijgen. Zeker als u niet verder achteruit kunt lopen en/of een hoger camerastandpunt niet mogelijk is.
Ten tweede het opnemen in krappe ruimten. Bijvoorbeeld in een molen, graftombe, kelder of een kleine kamer. De groothoek brengt alles en iedereen in beeld. Als derde bij interviews en een drukke menigte brengt de groothoek de cameraman lekker dichtbij. Weinig kans dat er iemand nog tussen kruipt of in de weg staat. Let er in al deze opnamesituaties op dat de groothoek aan de beeldranden kan gaan vertekenen of vervormen. Bij goedkopere voorzetobjectiefjes kan de scherpte naar de randen verlopen en/of vignettering optreden.
Als vierde bij het creatief gebruik van (super)groothoeken. Daar gaat het nu juist om de vertekening of extra beelddynamiek. Voorwerpen voorin het beeld worden veel groter weergegeven dan zij werkelijkheid zijn. Het landschap erachter spat uiteen in een grote ruimte waarin objecten al snel kleiner uitpakken. En wolkenluchten of hoge objecten komen imposant in beeld.
Experimenteren
Kortom, gebruik die totaal- en groothoekshot op hun waarde voor het filmisch verhaal en een creatieve aanpak. De mogelijkheden bij camcorders en videofilmende fotocamera's met wisselobjectieven zijn heel groot. Ga er eens lekker mee experimenten.