Bij het opnemen met de camcorder of videofilmende fotocamera kan er natuurlijk altijd wat mis gaan. Een verkeerde belichting, een kleurafwijking, ongewenste camerabewegingen, een afwijkend contrast en verkeerd ingezoomd zijn daarbij de meest voorkomende problemen. Dankzij de hulp van een aantal correctiefilters vallen met een daartoe geschikt montagepakket de minder ernstige gevallen van beeldfouten goed te verhelpen.
Voor een montagepakket zijn videobeelden grafische plaatjes met pixels. Schort er iets aan de kwaliteit van deze beeldpixels dan kan de software proberen deze door middel van grafische berekeningen te verbeteren. Doorgaans gaat dat via een instelbare filtermodule toegespitst op de geconstateerde beeldafwijkingen of -fouten. Met behulp van regelaars, het intypen van correctiepercentages of kleurenwielen kunt u de beelden nauwkeurig achteraf corrigeren. Naar keuze lokaal, het desbetreffende fragment los knippen, of de corrigerende beeldbewerking toepassen op de gehele videoclip of montage in de tijdlijn.
Wanhoop dus niet bij lichte of matige beeldfouten. De correctiefilters uit de montagesoftware kunnen veel repareren. Echter geen wonderen verrichten.
Filters
Onder een videofilter wordt een type effect verstaan dat het beeld aanpast. Deze filters kunnen artistiek van aard, maar ook gewoon voor correctie van het beeld bedoeld zijn. Daarmee behoren de filters tot een van de belangrijkste instrumenten voor beeld editing. In geval van een correctiefilter is de werking van toepassing op een opname of andere beeldfout. Bijvoorbeeld correctie op de helderheid, contrast of kleurzweem.
Filters vindt u doorgaans onder een (effect)menu, tabblad of in een bibliotheek. Het activeren van een dergelijk correctiefilter kan door dit met de muis over een doelclip te slepen of de menuoptie bij een aangeklikte video clip te selecteren.
In welke mate u filtercorrecties kunt aanbrengen hangt af van de verfijning en professionaliteit van het gebruikte montagepakket. Eenvoudiger montagesoftware voorziet in enkele eenvoudige doch relatief grof werkende schuifregelaars voor helderheid, contrast, verzadiging en kleur. Andere NLE-software voorziet in zeer fijne en nauwkeurige correcties tot op pixelniveau aan toe. Behalve met het handje is het veelal ook mogelijk om een automatische filtercorrectie te laten uitvoeren. Kijk eerst gewoon of het resultaat bevalt. Zo niet dan alsnog handmatig het beeld corrigeren.
Helderheid en contrast
Twee relatief eenvoudig te hanteren filters zijn die voor de helderheid en het contrast. Helderheid of brightness regelt zoals de naam al aangeeft de helderheid van het beeld. Dit is nuttig bij een licht onderbelicht of overbelicht videobeeld. In feite gewoon een belichtingsprobleem. Zo lang er nog enige details in de te donkere of te lichte partijen zitten kan trekken aan de schuifregelaar of het intypen van percentages in het brightness-filter uitkomst bieden. Is het beeld gewoon te flets dan is het raadzaam ook eens het verzadigingsfilter, saturation, uit te proberen. Daarmee zijn de kleuren intenser/dieper in te stellen.
Het contrastfilter regelt de verhouding tussen de hoge lichten en diepe schaduwen in maximaal 256 grijsstappen (de tinten). Hoe minder grijstinten er zijn, des te harder en lijntekenachtiger het beeld uitpakt. Hoe meer grijstinten des te zachter en ‘gladder’ het videobeeld er uitziet. Ook dit filter werkt door het met de muis trekken aan een schuifregelaar of het intypen van percentages in het geopende filtervenster.
Een aantal montagepakketten zoals Adobe Premiere gebruikt aparte filters zoals Shadows en Hightlights of respectievelijk de schaduwen en hoge lichten beter te doortekenen. In de praktijk gewoon een verfijning van het helderheidsfilter. Een ander krachtig filter uit Premiere Pro is Levels, heel geschikt voor het bijregelen van de witten, zwarten, de kleurintensiteit en gamma. Helderheid en contrast zijn samen met de verzadiging dikwijls ook gekoppeld aan correcties voor de kleurweergave. Een combinatie van zowel de kleur zelf als diens intensiteit.
Bewegingscorrectie
Alle optische en elektronische beeldstabilisatoren ten spijt: het is en blijft mogelijk dat er ongewenste bewegingsonrust of lelijke schokjes in het beeld te zien zijn. Steeds meer montagepakketten hebben hiervoor een softwarematige stablisatiecorrector aan boord. Dit filter doet drie dingen:
1. Een bewegingsanalyse maken. Welke beweging hoort er wel in en welke niet;
2. Het kiezen van de meest geschikte rekenmethode om de ongewenste beweging er uit te halen. In een aantal gevallen kunt u de mate en wijze ook nog (deels) zelf instellen. Dat kan voorkomen dat de stabilisator ook wel gewenste beweging verdelgd;
3. Voert de berekeningen rustig in de achtergrond uit zodat de editor rustig verder kan werken.
N.B. Laat eerst een proefstukje uitrekenen of de correctie voor stabilisatie bevalt. Dat voorkomt teleurstellingen en onnodig lang wachten op het resultaat.
Methoden voor kleurcorrectie
Kleuren kunt u op verschillende manieren corrigeren en aanpassen. In de praktijk gaat daarbij om de methoden:
- De RGB-waarden. De invoervelden of schuifregelaars voor Rood, Groen en Blauw;
- De Verzadiging (saturation). De kleuren worden harder of zachter ingesteld;
- De Hue heeft betrekking op de instelling van de waarden rood, oranje, geel, blauw, groen en violet in het pure kleurenspectrum. In de praktijk zijn er drie primaire kleuren, drie secundaire kleuren en drie tertiaire kleuren;
- De Tint geeft aan hoeveel wit er bij een kleur gemengd wordt;
- De Shade (schaduw) bepaalt hoeveel zwart er aan de kleur wordt toegevoegd;
- De Tone (kleurtoon) geeft aan hoeveel grijs er aan een kleur wordt toegevoegd.
Dan is er ook nog de helderheid, Luminantie, voor het gehele kleurenbeeld. Bij montagesoftware voor gevorderden kunt u, afhankelijk van het gebruikte filter, al deze parameters nauwkeurig opgeven.