NIEUWS

Geluid opnemen bij video Deel 1: De microfoon

Ulco Schuurmans | 04 januari 2015

Zonder microfoon geen geluid bij de video-opname. Daarom zit er altijd een interne microfoon in de camcorder of videofilmende fotocamera. Maar de ene microfoon is de andere niet. Er is verschil tussen een interne en externe microfoon, er is sprake van een drietal elektrische constructies en breed, gericht of volgens een bepaalde geluidskarakteristiek opnemen. Deel 1 van geluid opnemen bij video behandelt de werking en toepassingen van microfoons in en op de camera.

In tegenstelling tot hetgeen menig amateur denkt is een cameramicrofoon allerminst digitaal. Het gaat om geluidsgolven die een bepaald oppervlak (doorgaans een membraanpje) binnen de microfoon in trilling brengen. Deze trillingen zet een zogenaamde transducer om in elektrische stroompjes. En deze stroompjes gaan vervolgens naar het opnamedeel voor audio (= het geluid) binnen de camera. Aldaar vindt verwerking plaats tot analoge of digitale audiosignalen volgens het toegepaste videoformaat. Elk videoformaat heeft daarbij zijn eigen geluidsspecificaties en wijze van opslag en/of compressie.

Verschillende microfoontypen
Een microfoon bestaat ruwweg uit een deel dat het geluid opvangt (het kapsel aan de voorzijde), het deel dat de stroompjes verwerkt in de houder en een aansluiting voor de geluidsrecorder. Microfoons zijn qua werkingstechniek te verdelen in dynamisch, condensator en electret. Bij een dynamische microfoon brengen geluidsgolven een membraan in trilling. Deze trillingen tranduceert de membraan (diafragma) over op een spoeltje dat in een magneetveld hangt waardoor er elektrische stroompjes gaan lopen. Elke geluidsfrequentie wekt zo zijn eigen specifieke stroompje op. Dynamische microfoons zijn robuust en kunnen relatief hoge geluidsdrukken aan. Zij raken niet gauw overstuurd en zijn veel minder gevoelig voor het irritante rondzingen op podia en in zalen. Als belangrijkste beperking geldt het geringere bereik bij hoge frequenties en het missen van fijne toonnuances. Overigens is dat bij video zelden een bezwaar. Dynamische microfoons zijn favoriet bij spraak, harde zang en krachtige muziekuitvoeringen.
Bij de condensatormicrofoon is zoals de naam al aangeeft sprake van een ingebouwde condensator. Deze condensator staat onder elektrische voorspanning en heeft voeding nodig. Ook dient de microfoon het signaal elektrisch te versterken. Doorgaans betrekt de condensator deze voeding uit de camera (Fantoomvoeding 48V) zelf maar het kan ook via een batterijtje. De geluidsdruk van de golven verplaatst de membraan binnen de condensator waardoor de capaciteit verandert. Deze capaciteitsverandering zet de condensator-microfoon om in elektrische stroompjes. Condensatormicrofoons zijn heel gevoelig en geven het geluid in al zijn fijne nuances weer. Zij zijn echter ook minder robuust, duurder en gevoelig voor oversturing. Condensatormicrofoons met een groot membraan zijn heel geschikt voor het opnemen van zang, omgevingsgeluid en koren. Typen met een kleinere membraan zitten vaak in dasspeldmicrofoons, headsets en vergadermicrofoons.
De electretmicrofoon lijkt veel op het condensatortype. Ook hier een elektrostatische werking met twee permanent elektrisch geladen plaatjes waarvan er eentje kan bewegen zodat de spanning verandert. De electretmicrofoon is goedkoop en ook geschikt voor hoge tonen. Bekende nadelen zijn een eigenkleuring van het geluid en er is een aparte batterijvoeding nodig.

De geluidskarakteristiek
Een belangrijke vraag bij de geluidsopname is: Wat pikt de microfoon nu eigenlijk op? Als eerste het frequentiebereik. Het menselijk gehoor kan in optima forma een frequentiegebied van 20 tot 20.000 Hz waarnemen. In de praktijk is het echter eerder 40 tot 15.000 Hz. Ook de geluidsregistratie bij video heeft meestal bij de standaard videoformaten en weergave door tv-toestellen geen breder frequentiebereik nodig. Alleen bij het inzetten van veldrecorders voor audio en professionele camcorders kan een hoger frequentiebereik meer nuance en natuurlijkheid in de geluidsopnamen aanbrengen.
Ten tweede de opnamehoek waaronder het geluid wordt opgevangen. Een zogenaamde richtmicrofoon pikt uitsluitend het geluid op dat recht van voren komt. Ook overbrugt deze microfoon grotere afstanden tot de geluidsbron. Een cardioïde microfoon met een niervormige karakteristiek pakt ook het geluid dat van opzij komt mee. Wel vermindert daarbij de geluidsterkte bij het vergroten van de afstand. Een zogenaamde omnidirectionele microfoon registreert zelfs geluid dat van achteren komt.
U vindt de gerichtheid op het geluid vermeld in graden. Echte richtmicrofoons zoals shotguns (lange staven) pakken minder dan 30 of zelfs 20 graden. Standaard niervormige microfoons 40 tot 60 graden of iets meer.
Voor camcorders en videofilmende fotocamera’s verdienen microfoons met enige richtgevoeligheid de voorkeur. Anders pikt de geluidsopname teveel omgevings- of bedieningsgeluid mee. Een genre apart vormt de dasspeld (Lavalier)-microfoon. Deze dasspeld spelt u op de kleding dichtbij de mond. Het Lavelier-type is geoptimaliseerd voor het perfect registeren van spraak op korte afstand zonder het meenemen van ongewenst omgevingsgeluid.

Mono of stereo?
Stereo geluid van een microfoon voor video-opnamen is minder vanzelfsprekend dan u wellicht denkt. Bij interviews en spraak is het bijna altijd mono. En zelfs bij muziekopnamen zet de geluidsman vaak een aparte microfoon per instrument en/of zanger om deze op een mengpaneel te kunnen mixen. Daarom zijn externe richt- en interview- of zangmicrofoons vaak in mono uitgevoerd.
Omdat wij nu eenmaal stereo op de tv willen zit er standaard een stereomicrofoon in of op de amateur- en menig professionele camera. Verwacht daarbij echter geen wonderen van. Zonder een goede stereo opstelling van de microfoons blijft het behelpen. Steeds meer fabrikanten laten stereo elektronisch simuleren door de ingebouwde geluidstechniek. Dat geldt met name ook voor Dolby Surround 5.1. Feitelijk is daarvoor een speciale opstelling van vijf microfoons vereist. Iets dat u niet gauw zult doen en dan helpt de audiotechniek van de camera een handje.
Een veel gebruikte opstelling voor stereocapsules bij microfoons is X-Y. Een X-Y-opstelling maakt gebruik van twee identieke microfoons met een nierkarakteristiek. De membranen staan 90 graden ten opzichte van elkaar gedraaid op minder dan 1,7 cm van elkaar. Deze microfoons zelf staan beide 45 graden van de geluidsbron afgedraaid. Hiermee is een zeer compacte opstelling voor stereomicrofoons zonder gebruik van statief of kans op faseverschuiving mogelijk.


EDITORS' CHOICE