REVIEWDynaudio

Dynaudio Focus 600 XD

Max Delissen | 09 december 2015 | Dynaudio

Dynaudio is één van die hifi-merken die altijd bewust een beetje in de luwte zijn gebleven. De mediacampagnes van dit Deense bedrijf kenmerken zich door een soort oprechte bescheidenheid die voor regelmatige bezoekers van dat land ook herkenbaar zal zijn in de volksaard van de Denen. In tegenstelling tot het beeld wat daardoor kan ontstaan zijn ze bij Dynaudio wel degelijk enorm trots op wat ze maken, maar daar doen ze liever niet al te gewichtig over. Daardoor staat Dynaudio dan ook niet bekend als een verwoed innovator. Nadat ik gedurende de laatste weken van mijn vakantie intensief met de actieve ‘digitale’ Focus 600 XD van het merk heb mogen spelen vind ik het echter tijd geworden om eens radicaal verandering in die overduidelijke misvatting te brengen.

Het gaat goed met Dynaudio. Heel goed zelfs. Een groot deel van het succes is te danken aan de immens populaire draadloze XEO serie die al aan zijn tweede generatie toe is en die in onverminderd grote aantallen over de toonbank gaat. Kennelijk is de combinatie van een strak en tijdloos design, een geweldige geluidskwaliteit en ‘geen luidsprekerkabels’ voor een steeds grotere groep muziekliefhebbers bijzonder aantrekkelijk. Dynaudio zag zich door dit succes gesterkt in hun visie dat geïntegreerde luidsprekers een belangrijke ontwikkeling zijn voor de toekomst. En het zou best eens kunnen dat ze gelijk hebben, want er komt volgens mij een tijd dat ‘we’ onze luidsprekers rechtstreeks aansluiten op een soort netwerk-switch en via een smartphone of tablet de hele wereld aan muziek en beeld kunnen ontsluiten. Zo ver zijn we misschien nog niet, en het blijft een beetje koffiedik kijken, maar de ontwikkelingen in de mainstream mediawereld wijzen zowel voor audio als beeld steeds meer in die richting. En dan is het goed om je daar als merk op tijd in te gaan verdiepen. Dynaudio is daar inmiddels niet meer de enige in, maar ze waren wél de eerste luidsprekerfabrikant die op de markt kwam met een systeem dat rekening houdt met die mogelijkheid. Die term ‘geïntegreerde luidsprekers’ heb ik, voor de duidelijkheid, zelf bedacht om aan te geven wat voor product het is: echte luidsprekers met ingebouwde versterker(s) die naast een analoge ingang ook een digitale aansluiting hebben, waardoor eenvoudige integratie met de meeste moderne entertainment-installaties mogelijk is.

Techniek
Dynaudio ontwikkelt en maakt haar luidsprekers tot op de dag van vandaag volledig in eigen huis, zelfs de kasten worden in een eigen fabriek gebouwd. Die werkwijze biedt (naast aanzienlijke voordelen op het gebied van kwaliteitsbeheersing) de mogelijkheid om voor elk model en type de units te maken die er het meest geschikt voor zijn. Bij een oppervlakkig vergelijk zou je de units in de Focus 600 XD kunnen aanzien voor de units in de ‘passieve’ Focus 340 luidspreker, maar ze zijn volledig uniek voor deze serie waardoor we in feite met een totaal nieuwe luidspreker te maken hebben. Geen standaard Focus-met-ingebouwde-versterker dus. De twee woofers (180 mm), de volledig nieuw ontworpen middentoner (150 mm) en de tweeter (28 mm) komen uit de nieuwe Esotec+ range van Dynaudio. Hiervoor worden Esotec+ magneten gebruikt die een veel sterker magneetveld hebben. En omdat Dynaudio de omvang van de magneten niet heeft aangepast hebben we met extreem krachtige units te maken die elk worden aangedreven door een eigen digitale versterker van 150 Watt.
Die versterkers zijn een verhaal apart. In tegenstelling tot Klasse ‘D’ versterkers (die door de wat onhandig gekozen letter-aanduiding vaak ‘digitaal’ worden genoemd terwijl het in feite schakelende analoge versterkers zijn) blijft het digitale signaal in de Focus tot aan de luidsprekerunits ook echt volledig digitaal. Er vindt weliswaar een omzetting naar een ander digitaal formaat plaats (PCM naar PWM) maar daarbij treden geen verliezen op die bij een omzetting van digitaal naar analoog wél kunnen voorkomen. Dit versterker-principe is al met succes toegepast door fabrikanten als NAD, TacT en Lyngdorf. In een luidspreker biedt het grote voordelen omdat je met een goede DSP (Digital Signal Processor) zaken als wisselfrequentie, fase, vervorming en timing perfect onder controle kunt houden zonder in te leveren op kwaliteit. Dat zou een ongelooflijk zuivere en transparante weergave moeten opleveren waar ‘controle’ geen ingewikkeld issue is maar een simpel feit. En reken maar dat je met 600 brandschone Watts aan versterking in elke luidspreker de zaak goed op stelten kunt zetten…
Onderaan op de achterkant van de kast vind je de naast de entree voor de netkabel en de aan/uit knop een flink aantal aansluitingen en schakelaars. Met de schakelaars stel je zaken in zoals de hoeveelheid hoge tonen (+1, 0 en -1dB), de status van de luidsprekers (Master, Slave of External, en dat laatste betekent dat je ze ook op de traditionele manier met een voorversterker kunt gebruiken), de gevoeligheid van de analoge ingang (+6, 0 en -6dB) en de zone. Als je alleen de directe ingangen gebruikt heb je die zone-schakelaar eigenlijk niet nodig, je hoeft er alleen voor te zorgen dat hij op beide luidsprekers hetzelfde is ingesteld. Maar omdat je de Focus 600 XD ook met de draadloze Hub van de Xeo serie én met de binnenkort te verschijnen Connect hub kunt combineren is het nodig dat deze schakelaar er op zit. Op het aansluitpaneel zitten twee ‘Directe’ ingangen, een digitale en een analoge. Bij de digitale ingang is voor een coaxiale aansluiting gekozen. Blijkbaar gaat Dynaudio ervan uit dat de toekomstige eigenaar van een set Focus 600 XD een digitale speler gebruikt die voorzien is van zo’n uitgang. Ik snap de ‘audiofiele’ afweging die hierbij gemaakt is, maar ik had daar eerder een (van zichzelf keurig galvanisch gescheiden) optische ingang verwacht, of misschien zelfs wel een a-synchrone USB ingang zodat je een laptop of (zoals in mijn geval) een als streamer ingerichte Mac mini rechtstreeks aan kan sluiten. De analoge ingang is op lijn-niveau, en elke luidspreker heeft er maar één. Om bijvoorbeeld een phonotrap aan te kunnen sluiten (daar kom ik straks op terug) heb je dus twee losse, lange analoge mono-interlinks nodig. Lange kabels heb je overigens ook nodig voor de coaxiale digitale ingang. Bij digitaal aansluiten dient één van de luidsprekers als ‘master’ (daar sluit je de bron op aan) en die luidspreker verbind je met eenzelfde coaxiale digitale kabel met de andere luidspreker, die je dan met de betreffende schakelaar achterop als ‘Slave’ moet instellen. Die tweede digitale interlink kun je in principe achterwege laten, de ‘Master’ luidspreker kan ook draadloos met de ‘Slave’ communiceren. Dan beperk je echter de resolutie tot 24/96, terwijl met een compleet bekabelde setup 24/192 mogelijk is. Die ‘on the fly’ downsampling bij 24/192 bestanden werkt overigens perfect, ik heb daar in de praktijk geen negatieve invloed van kunnen waarnemen. Maar als je dan toch met 24/192 bestanden aan de gang wil doe je dat natuurlijk ook het liefst ‘all the way”. Ga er dus vanuit dat bij de aanschaf van een set van deze luidsprekers ook met een (redelijk ruim) kabelbudget rekening gehouden moet worden (ook dáár kom ik op terug).

MERK





EDITORS' CHOICE