REVIEW

Buddy & Julie Miller

Bobvos | 19 oktober 2001

Met hun titelloze debuutalbum onder gezamenlijke naam hebben Buddy en Julie Miller eindelijk een jarenlange gekoesterde wens in vervulling gebracht. Het kwam er maar niet van: Buddy had het ook zo druk met zijn rol als stergitarist in Emmylou Harris` begeleidingsband Spyboy en zijn productieklussen voor o.a. Greg Trooper, Emmylou Harris en Bill Mallonee`s Vigilantes of Love. Ook moesten er de nodige solo-albums worden volgespeeld en gezongen: Buddy`s "Your Love and Other Lies" (1995), "Poison Love" (1997) en "Cruel Moon" (1999); Julie`s "Blue Pony" (1997) en natuurlijk het door het nummer "I Still Cry" (Ilse DeLange, Kasey Chambers) bekend geworden "Broken Things"(1999).

Nu is er dan na lang wachten de eerste schijf onder gezamenlijke naam met elf prachtige liedjes. Zeven ervan geschreven door Julie, één op beider naam en drie covers: Dylan`s "Wallflower", de rockende Richard Thompson opener "Keep Your Distance" en "Rock Salt and Nails" van Utah Philips. Het minste nummer is nog het heftige "You Make My Heart Beat Too Fast", waarin Buddy tekeer gaat al was hij Steve Earle. Hoogtepunten daarentegen zijn er genoeg, zoals het door een akoestische gitaar begeleide "Forever Has Come To An End" en het countrygetinte "Little Darlin", waarin de viool van Larry Campbell naast Buddy`s gitaarwerk een belangrijke rol speelt.

Wat natuurlijk het meest in deze nummers tot de verbeelding spreekt is de prachtige samenzang van het echtpaar: Buddy`s soulvolle countryzang, volgens de al eerder genoemde Steve Earle de beste van zijn generatie, wordt heel schoon aangevuld door Julie`s ietswat kinderlijke pop- en rockstem. Dat Julie ook de hoofdrol kan vervullen bewijst ze in het experimentele en dromerige "Dirty Water", wat erg aan het Spyboy-materiaal doet denken. Emotioneel als altijd schreef ze ook de tekst van "Rachel", een herinnering aan een 17-jarige slachtoffertje van de moordpartij die plaatsvond op Columbine High School in 1999, waarbij dertien jonge mensen de dood vonden.

Duidelijk is dat de Millers met deze plaat een "monument" gemaakt hebben en ze zich op het hoogtepunt van hun carrière bevinden.


EDITORS' CHOICE