De KEF R11 is het vlaggenschip in de nieuwe R Serie van het eerbiedwaardige Britse merk. Tijdens een presentatie in Wisseloord eerder dit jaar luisterde ik naar een pre-productie model dat - ondanks dat ik de ruimte en aangesloten apparatuur niet kende - al zeer veelbelovend klonk. Maar er gaat niets boven de akoestiek van de eigen luisterkamer en vertrouwde referentie-apparatuur. En dus offreerde ik mezelf nadrukkelijk voor een review, wanneer het definitieve model beschikbaar was. Begin november was het eindelijk zo ver. En mijn inmiddels hooggespannen verwachtingen werden niet alleen ingelost, maar ook behoorlijk overstegen.
KEF R Serie
De vorige R Serie van KEF is nog steeds populair, maar dateert inmiddels alweer van 2011. Op zich vind ik het een zeer geruststellende gedachte dat KEF voor hun producten een lange levenscyclus hanteert, maar de ontwerpers in Maidstone hebben in de tussentijd natuurlijk niet stilgezeten. Ze brachten het inmiddels legendarische jubileummodel LS50 op de markt, de KEF Blade kreeg een kleine broer in de Blade 2, en er werd een compleet nieuwe Reference serie ontwikkeld. Na een herziening van de entry-level Q-serie vorig jaar is nu dus de R Serie aan de beurt. En alleen al de aankondiging dat er geen énkel onderdeel uit de vorige serie voor is hergebruikt vind ik uitermate prikkelend.
KEF R11: Design
Laat ik beginnen met te waarschuwen dat de R11 eigenlijk een tweepersoons luidspreker is. In ieder geval wat uitpakken en opstellen betreft. KEF heeft een duidelijke instructie op de doos afgedrukt, en ik kreeg het in mijn eentje ook wel voor elkaar, maar voor minder ervaren uitpakkers adviseer ik toch een paar helpende handen. De R11 is met zijn hoogte van één meter dertig een markante verschijning. Omdat KEF voor de nieuwe R Serie kleinere basluidsprekers van 165 millimeter heeft ontwikkeld is de kast relatief smal. Twintig centimeter slechts, en daarom worden losse voeten van gegoten metaal meegeleverd die na montage aan weerszijden iets meer dan 5 centimeter uitsteken, waardoor de zijwaartse stabiliteit aanzienlijk beter wordt.
In de voeten, die je monteert terwijl de luidspreker nog in de - aan de onderkant geopende - doos zit, worden kegelvormige spikes gedraaid die vloeiend aansluiten bij de vorm van de voet en er op die manier één geheel mee lijken te vormen. Met een meegeleverde steeksleutel zijn ze in hoogte te verstellen om de kast exact loodrecht te kunnen plaatsen, en met de eveneens meegeleverde kleine zeskantsleutel kan de spike door middel van een kleine inbusmoer in de voet worden gefixeerd, zodat hij niet meer zal verlopen. Een setje van vier netjes afgewerkte onderlegschijfjes met een krasvrije vilten onderkant en een gecentreerd gat waar de spike in valt completeren het accessoirepakket dat in elke doos zit. Tot slot vind je daar ook nog een summiere maar heldere gebruiksaanwijzing, en twee ‘stoppen’ van zwart schuim die uit een in elkaar geschoven ‘buis’ en kern bestaan, en die indien nodig geheel of gedeeltelijk in de baspoorten kunnen worden gestoken om de laagweergave te tunen.Â
Het paartje R11’en dat rechtstreeks vanuit Maidstone bij mij werd afgeleverd was uitgevoerd in fraai bruinrood walnoten, en volgens de opdruk op de doos een ‘matched set’. En matched geldt in dit geval niet alleen voor de drivers maar ook voor het (echte) fineer, waarbij de ‘vlammen’ in het hout duidelijk per zijde van de luidspreker bij elkaar horen, maar toch subtiel verschillen. Het hout is mat gelakt en past zeer fraai bij de bronskleurige drivers. Naast deze uitvoering is de nieuwe R Serie leverbaar in hoogglans wit en hoogglans zwart, met bijpassend gekleurde drivers. Bij elke luidspreker zit naast de doos met voeten en spikes ook een frontje dat met magneten op de baffle wordt bevestigd. Met deze frontjes breekt KEF nadrukkelijk met een decennialang gehanteerde stijl van een houten of metalen frame met daarop gespannen doek. De frontjes van de nieuwe R Serie zijn geperst uit 11 lagen resonantievrij microvezelmateriaal dat aan de randen mooi is geschuurd zodat het geheel een wat fluweelachtige uitstraling krijgt. Op de plaats van de drivers zijn honderden kleine gaatjes geboord die het geluid doorlaten. Ik moest er even aan wennen, maar vond het uiteindelijk toch wel heel fraai. Omdat ik bij de eerste beluistering echter óók het gevoel had dat de frontjes nét niet 100% akoestisch transparant waren heb ik ze tijdens de luistersessies voor de zekerheid verwijderd.
KEF R11: Techniek
Het voordeel van een eigen, goed uitgeruste R&D afdeling is dat KEF doorlopend innoveert. De nieuwe R Serie bevat daardoor een zeer belangrijke primeur, namelijk de twaalfde generatie van de unieke Uni-Q module. Deze concentrische (‘coïncidentele’ zeggen ze zelf) mid/hoog driver wordt met elke generatie beter en verfijnder. Dit keer vonden de ingenieurs van KEF een manier om de luchtspleet tussen de midrange-conus en de daar middenin geplaatste tweeter geheel luchtdicht te maken zonder dat de zuigerbeweging van de conus wordt gehinderd. Hierdoor ‘lekt’ er aan de voorkant geen valse lucht meer weg, wat leidt tot minder vervorming en een hogere belastbaarheid. Een ander voordeel van eigen R&D is dat KEF niet aan externe bedrijven gebonden is als ze techniek van een andere serie willen transplanteren naar een nieuw model. De nieuwe R Serie bevat daarom meerdere technieken die zijn oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor de LS50, de Blade 2 en de nieuwe Reference serie. Om te beginnen de flexibele baspoort uit de LS50. Deze voorkomt staande golven in de pijp, waardoor de getunede geluidsgolven er ongehinderd doorheen kunnen stromen, met minder vervorming tot gevolg.
Een volgende ‘trickle down’ techniek is de Shadow Flare van de Reference Serie. Deze gewelfde ‘ring’ die rond de Uni-Q mid/hoog unit wordt geplaatst zorgt ervoor dat de driver de randen van de kast niet meer ‘ziet’, waardoor er geen vervorming door diffractie meer optreedt. Hierdoor ontstaat een aanzienlijk nauwkeurigere afbeelding en een ruimtelijker geluidsbeeld. De laagunits zijn eveneens geïnspireerd op de Reference Serie. De diameter van de uit aluminium en papier samengestelde conus is van 200 millimeter teruggebracht naar 165 millimeter. Hierdoor zijn de conussen lichter en wordt de weergave sneller. Deze woofers zijn voorzien van een ‘undercut pole piece’. Wie per se wil weten hoe dat werkt kan er op internet van alles over vinden, voor nu is het voldoende om te vertellen dat hierdoor een veel grotere lineariteit ontstaat. De aandrijving van de unit wordt een stuk nauwkeuriger, met opnieuw minder vervorming en een hogere belastbaarheid als gevolg.
Een laatste belangrijke innovatie is wat KEF ‘Constrained Layer Damping’ noemt. In luidsprekerkasten worden al decennialang ‘braces’ aangebracht, balken of opengewerkte panelen die hard waren verlijmd met de wanden van de luidspreker. Het idee hierachter was dat zo de kastresonantie werd verminderd, waardoor er minder energie verloren ging aan de kast en de weergave minder kleurde. Dat werkte prima, maar de ingenieurs van KEF ontdekten dat ze met een ‘lossy’ verbinding tussen de braces en de kastpanelen een nog betere demping konden bereiken. Je ziet het er aan de buitenkant allemaal niet aan af, maar het is goed om te weten dat onder het redelijk klassieke uiterlijk van de KEF R11 een wereld aan hypermoderne techniek schuilgaat die volledig in dienst staat van de best mogelijk weergave.
KEF R11: De Setup
De KEF R11 set werd middels AudioQuest Castle Rock luidsprekerkabel aangesloten op mijn PrimaLuna Dialogue Premium HP Integrated versterker. Als bron dienden een dedicated Mac mini als Roon Server, die via het met AudioQuest Forest CAT700 bedrade netwerk en een D-Link switch met iFi iPower voeding verbonden was met een Bluesound Node2, die als Roon eindpunt diende. De Bluesound was middels een AudioQuest HawkEye coaxiale digitale kabel op mijn NAD M51 DAC aangesloten, en de analoge interlink tussen converter en versterker was een AudioQuest Water. De set stond opgesteld in mijn onlangs aangeschafte Creaktiv Trend 3-3 audiomeubel.
De luidsprekers werden ongeveer 3 meter uit elkaar geplaatst, en na enig schuifwerk kwam ik uit op ongeveer 9 graden toe-in en een afstand tot de achterwand van 40 centimeter. Zo hoefden de baspoorten niet gedempt te worden met de meegeleverde schuimproppen, die mijns inziens altijd een heel klein beetje ten koste gaan van de schoonst mogelijke en meest dynamische weergave. Omdat de luidsprekers echt gloednieuw waren heb ik ze eerst 48 uur laten inspelen, overdag op redelijk asociaal volume - mijn werkkamer ligt gelukkig een goed geïsoleerde verdieping hoger - met de onvolprezen Isotek Full System Enhancer vanaf de NAS, ’s avonds met het geluid van de televisie of muziek, en ’s nachts op lager volume met internetradio.
KEF R11: Luisteren
Al tijdens het inspelen kon ik niet om de indruk heen dat KEF met de R11 een zéér goede luidspreker in handen heeft. Een uitgebalanceerd tonaal spectrum met diep laag, een kleurrijk maar neutraal middengebied en een verrukkelijk gedetailleerd hoog dat geen moment scherp of wit klonk. Die eerste indruk bleef na twee dagen inspeelcorvee fier overeind. Het kiezen van de muziek die je als eerste zult gaan spelen op nieuwe luidsprekers is een spannende zaak, maar de keuze voor deze premiere was enige tijd geleden al gemaakt. De eerder dit jaar uitgebrachte theater-soundtrack The Road Is Just A Surface van Anja Garbarek (dochter van Jan, inderdaad) bevat alles wat je nodig hebt om een luidspreker het vuur eens flink aan de schenen te leggen. Menselijke stem, heel veel kleine details, een breed frequentiespectrum, een ruimtelijkheid om in te verdwalen en een zelfs naar niet-hedendaagse maatstaven een verpletterende dynamiek.
Het album luistert als een hoorspel, en terwijl het verhaal zich steeds verder ontvouwde merkte ik dat de iPad voor aantekeningen onaangeroerd op schoot was blijven liggen. De weergave had me volledig in haar greep gehad, en dat lag niet alleen aan de buitengewone artistieke prestatie van mevrouw Garbarek. Wat de KEF R11 namelijk extreem goed bleek te kunnen is verdwijnen. Ik heb zelden een luidspreker in huis gehad die zó snel de pleiterik maakte uit het geluidsbeeld. De weergave was kleurrijk en een heel klein tikje neigend naar warm. Maar dat vind ik eigenlijk wel lekker. Absolute neutraliteit kan naar mijn smaak al gauw wat zakelijk worden. Maar er waren absoluut geen uitschieters die me in negatieve zin opvielen. Van het laagste laag - en ze kunnen diep, die R11’en - tot het hoogste hoog is er evenwicht, samenhang en transparantie.
Ik weet zeker dat de R11 ook met solid state versterking geweldig zal klinken, maar de match met de PrimaLuna buizenversterker pakte gewoon subliem uit. Niks wolligheid en overhangend laag, de bas was snel en soepel. Anja klonk weer - en mensen die mijn schrijfsels al langer lezen kennen dit - als dat leuke buurmeisje waar je al jaren heimelijk verliefd op bent. Haar articulatie was zeer goed te volgen, de verstaanbaarheid was voortreffelijk, en de plaatsing bijna spookachtig precies. De Uni-Q mid/hoog unit van de 12e generatie wierp daarnaast een geluidsbeeld de kamer in waar ik tot nu toe het bestaan wel van had vermoed, maar dat ik nu voor het eerst vanaf mijn eigen bank beleefde. Een bubbel van muziek die zich niets van de grootte van mijn kamer aantrok en mee pulseerde met de ruimtelijke informatie in de opname.
Wat ik de R11 ook voerde, het muzikale resultaat was steeds overtuigend. De pas geleden uitgekomen remaster van …And Justice For All van Metallica, de eerste versie waarop na al die jaren eindelijk een keer bas te horen is, knalde schedelzwiepend strak de kamer in. On Photography, mijn favoriete modern-klassieke werk van Gavin Bryars, met het hemels zingende Latvian Radio Choir, bracht me in al zijn verstilde pracht tot vochtige-ogen-vervoering. Het klonk allemaal even gemakkelijk en vanzelfsprekend, waardoor de R11 als een echte muzikale omnivoor mag worden geclassificeerd. Een opname die ik graag gebruik om natuurlijke ruimtelijkheid en dynamiek te beoordelen is Moten Swing #1, de eerste track van de uitgebreide 5CD box Complete Live at the Crescendo van Count Basie & His Atomic Band. Deze verbluffend goed geremasterde live-opname uit 1958 begint met geroezemoes van het publiek, en de band begint nog wat aarzelend te spelen. Althans, zo lijkt het. Want zoals we van hem mogen verwachten zet The Count van achter de piano een strak getimed intro neer waar na 53 seconden vanuit het niets een loeistrak en snoeihard gespeeld blazersakkoord in ontploft. Die ‘stab’ werd zonder blikken of blozen ook op schrikbarend hoog volume zonder vervorming en in dimensionele proportie weergegeven, maar het was vooral de sfeer in het stukje dat eraan vooraf ging dat door de KEF R11 bijna levensecht werd weergegeven. De eerder opgemerkte bubbel van geluid was er weer, en hij strekte zich tot achter de luisterpositie uit. Met mijn ogen dicht kon ik me met gemak inbeelden dat ik ‘front row’ bij het concert zat, met een zaal vol uitbundige gasten om me heen. En dat is misschien wel de meest opvallende kwaliteit van de KEF R11: hij zet muziek neer op een manier die je onweerstaanbaar meevoert naar het moment van de opname. Het ‘is’ er gewoon; dat beeld, die zanger, dat laag, die verre trompet diep in het geluidsbeeld, en je hoeft geen enkele moeite te doen om het te horen. Uren heb ik geluisterd, het was lang geleden dat het zó laat werd op doordeweekse dagen. Ik heb ze, toen het afscheid onvermijdelijk was geworden, met een bezwaard gemoed (en opnieuw in mijn eentje) weer ingepakt.
KEF R11: Conclusie
Wie KEF de afgelopen jaren volgde, heeft een indrukwekkende ‘winning streak’ aan nieuwe luidsprekers voorbij zien komen, die allemaal hun eigen grote klasse hebben. De vér boven zijn afmeting spelende LS50, de extreem ruimtelijke en coherente Blade 2, de machtige full-range high end Reference Serie. En ik heb het gevoel dat het muzikale DNA van de nieuwe R Serie, en dan in dit geval dat van de R11, de beste eigenschappen van allen in zich draagt. Vooral de 12e generatie Uni-Q die - letterlijk - het hart van deze luidspreker vormt is van grote klasse. Zo schoon, transparant en dynamisch hoorde ik dit unieke concept nog niet eerder spelen.
Als je hem goed aanstuurt, met een versterker en front-end waarbij zowel kracht als finesse een belangrijke rol spelen, dan stijgt de R11 tot grote hoogte. Door zijn slanke uiterlijk en typische luidsprekerbezetting zijn er niet te ontkennen visuele overeenkomsten met de Reference 5, maar het gaat voor mij beslist verder dan alleen het uiterlijk. Ik heb heel even getwijfeld of ik het op kon schrijven, maar ik zou deze luidspreker tekort doen als ik het niet deed: de KEF R11 is wat mij betreft een soort mini-Reference. Een meesterlijk ontwerp. Gaat dat horen.
KEF R11
Adviesprijs: 4.998 euro per paar
nl.kef.com