Met de Digital Drive Plus-familie biedt Velodyne subwoofers aan die enorme kracht – 1,25 kW RMS, iemand? – huwen aan uitgebreide controlemogelijkheden, kamerkalibratie en een geavanceerde DSP. Over functierijk gesproken. Maar hoe zit het met de bassen?
Velodyne
De naam Velodyne vereist bij bouwers van thuisbioscopen weinig uitleg. Het staat al sinds z’n oprichting in 1983 bekend als een Amerikaanse meesterbouwer van subwoofers, met daarnaast nog wat andere audioproducten als hoofdtelefoons. Wat minder bekend is, is dat het bedrijf in 2019 de oceaan overstak en zich vestigde in Duitsland.
Velodyne met thuisbasis in Hamburg richt zich volledig op de productie van subwoofers. Er is nog wel een Amerikaanse Velodyne, maar dat is een verzelfstandigd bedrijfsonderdeel gespecialiseerd in liDAR – een radartechnologie die cruciaal is voor autonome auto’s (tenzij het Tesla-logo op je wagen prijkt, maar dat is een ander verhaal). Die elektrische auto’s parkeren we even, om aan de slag te gaan met de Digital Drive Plus DD-12+. Zonder radar, maar wel met een aantal interessante eigenschappen.
Om het te situeren: het is een forsere subwoofer uit het hoger segment, geschikt zowel voor eigen thuisbioscopen als voor projecten. Het toestel bezit wel wat features die kenners zullen aantrekken. De Digital Drive Plus-familie van Velodyne bestaat overigens al een aantal jaar, maar dat maakt de vier modellen uit deze reeks zeker niet voorbijgestreefd. Integendeel, deze ‘betere’ subwoofers zijn nog even relevant als bij hun lancering. En dat heeft allemaal te maken met hun zeer uitgebreide functionaliteit en digitaal aangestuurde drivers.
Premium bouwkwaliteit
Met een prijskaartje van circa 5.000 euro voor het model met een 12-inch woofer spreek je over een subwoofer voor iemand die z’n bassen serieus neemt. De insteek van de Digital Drive Plus-toestellen laat gebruik toe bij een eigen thuisbioscoop of als aanvulling bij high-end stereospeakers. De brede connectiviteit en sturingsmogelijkheden maken dat de sub zeker ook een plek kan krijgen bij projecten op een hoger niveau.
Naast de DD-12+ die we hier bekijken, is er nog een iets compactere DD-10+ die beter past in kleinere ruimtes. Aan de andere kant van de schaal zit de immense DD-18+, een 64,5 kg wegende mastodont met een 18-inch woofer. Zijn wij even blij dat distributeur Mafico niet dat toestel heeft opgestuurd. De DD-15+ ten slotte, vult de spagaat tussen ons testtoestel en die aardbevingopwekker. De woofergrootte is wel anders per Digital Drive-model, maar de functionaliteit en aansluitingen en zélfs het vermogen zijn grotendeels hetzelfde.
De DD-12+ bevat dus net als zijn broers een klasse D-versterker die volgens de fabrikant 1.250 Watt RMS kan leveren, met pieken tot 3 kilowatt als dat nodig is. En ja, bij een subwoofer kun je wel eens bij een goede knal een stevige piek krijgen. Velodyne stelt dat het volledige bereik van de DD-12+ gaat van 10,5 tot 300 Hz.
Stoere cijfers zoals wel meer fabrikanten publiceren, maar in dit geval is het bedrijf eerlijk genoeg om toe te geven dat de respons +/- 3dB begint aan 18,7 Hz. Dat is een cijfer dat ondersteund wordt door enkele snelle metingen aan onze kant. Diepe subbassen levert de DD-12+ effectief, wat een fraai resultaat is voor een 12-inch woofer. Je kunt dus wel verwachten dat de diepste LFE-effecten gereproduceerd worden.
Volledig pakket
Het is niet enkel het formaat, de prijs of de omvang die deze Velodyne onderscheidt van de andere subwoofers die we recent getest hebben. Al bij het worstelen om de 40 kilogram aan subwoofer uit zijn verpakking te halen, valt ons oog op een grote doos met accessoires die meegeleverd worden. Hierin vinden we onder meer een degelijke USB-meetmicrofoon, een hele collectie kabels en een ministatief. Oh ja, en twee cd-roms – dat is ook alweer een tijdje geleden dat we daarmee geconfronteerd werden.
Een blik op de achterkant van de DD-12+ werpen volstaat om opnieuw duidelijk te maken dat dit geen doorsnee subwoofer is. De achterzijde staat namelijk propvol ingangen, waaronder ook een of twee die we nog nooit eerder op een subwoofer gezien hebben. Zoals een video-uitgang.
De Velodyne-subwoofer zelf is een mooie verschijning. En al helemaal in de Ebony-uitvoering die we op bezoek krijgen. We moeten door deze donkere houtsoort met lichtere tinten meteen denken aan de gelijkaardige kleuroptie die je bij Monitor Audio vindt. Er is ligt bovendien een mooie vernislaag op. Het zorgt voor een meer naadloze look – en je weet meteen waarom je de meegeleverde witte handschoenen nodig hebt.
De Ebony-afwerking is bijzonder. Al is het bij ons testtoestel vrij donker waardoor het op afstand bijna als zwart overkomt. Bij een stereo-opstelling gaat een subwoofer vaak in het zicht staan, dus het is wel fijn dat er aan de afwerking net iets meer is gedaan. Een klassieke kubus zoals de meeste sub is deze DD-12+ zeker niet. De zijwanden zijn gebogen en lopen taps naar een smallere achterzijde toe. Een iets andere vorm dus, dat vooral bedoeld is om staande golven in de behuizing te voorkomen. De behuizing komt wel heel solide over.
De grote woofer van de Velodyne zit vooraan gemonteerd in de gesloten behuizing. Eerst zie je ‘em niet, want standaard is er een groot rooster met luidsprekerdoek gemonteerd. Haal je die weg, dan zie je niet enkel de 12-inch driver maar ook een schermpje. Ernaast zijn nog wat draaiknoppen en een USB-aansluiting. Er is nog een hoofdrol weggelegd voor die USB-poort.
We knikken goedkeurend als we de dempende voeten onder deze Velodyne onder ogen krijgen. In dit prijssegment verwachten we uiteraard wel dat de fabrikant hieraan gedacht heeft. Niettemin toch een schouderklopje, want een goede akoestische ontkoppeling is belangrijk bij subwoofers zodat de luidspreker weinig of geen energie overbrengt op de vloer.
Onze indruk is wel dat Velodyne voor goede demping heeft gezorgd. Positief, al durft men in het hogere segment ook wel subs op een eigen platform te plaatsen.
Klaar voor elk scenario
Wat het smörgåsbord aan aansluitingen vooral duidelijk maakt, is dat deze hogere Velodyne gemaakt is om te passen in heel wat scenario’s. Wie minimalistisch zijn AV-receiver wil aansluiten op een LFE-ingang kan dat. Maar er zijn nog zoveel andere opties, zoals terminals waarop je luidsprekerkabels kunt aansluiten aangevuld met een eigen volumecontrole. Dat is onder meer handig als je een stereosysteem wil uitbreiden met een sub, maar je stereoversterker beschikt niet over een toegewijde sub-uitgang. Is dat er wel of ben je bezig met het bouwen van een thuisbioscoop, dan heb je zowel ongebalanceerde cinch- als gebalanceerde XLR-ingangen.
Die beide opties heb je ook als passthrough (om een tweede subwoofer aan te sluiten) of als een high-pass output (om bijvoorbeeld naar actieve speakers te gaan). Een trigger-ingang, een aansluiting voor een extern IR-oog en RS-232-in/uitgangen laten controle op afstand toe. En dan is er nog een ethernetpoort, iets dat je wel heel zelden op een subwoofer tegenkomt. Deze kan gebruikt worden voor IP-controle.
En de video-uitgang?
Hoe zit het nu met de video-aansluitingen op deze subwoofer? Een sub als videobron, we zijn het zelf nog nooit tegengekomen. Waarvoor heb je het dan nodig? Bij deze Velodyne heeft het allemaal te maken met de ingebakken DSP-mogelijkheden en kamerkalibratie waar de Digital Drive Plus-familie sterk op inzet.
Hoewel kamerkalibratie bij thuisbioscopen vaak gebeurt via een AV-receiver of -processor, zijn er ook subwoofers die zelf beschikken over software om akoestische problemen te identificeren en op te lossen. In een 2.1-stereoverhaal is zo’n slimme sub in het bijzonder een nuttige toevoeging. Stereoversterkers beschikken immers zelf zelden over eigen kamerkalibratie, op uitzonderingen als de NAD M30 en Anthem STR na. Een sub kan met z’n krachtige subbassen echter wel kamermodes activeren, wat het geluidsbeeld vertroebelt en meer. Dan is een kalibratiefunctie op de subwoofer mooi meegenomen.
Je kunt dus deze Velodyne huwen met je high-end luidsprekers en eventuele problemen aanpakken veroorzaakt door de ultrabassen die uit deze sub komen. En ja, ook in een surroundopstelling waarbij je werkt met een processor met eigen kamercorrectie kan een subwoofer met eigen kamerkalibratie nuttig blijven. Het werkt dan in tandem met de kalibratiefunctie op je AV-receiver.
Terug naar die video-uitgang. Over de kalibratiefunctie gaat we het zo dadelijk hebben. Maar we geven nu al mee dat je in een expertmodus veel parameters handmatig kunt aanpassen. Dat kan via een laptop. Maar er is een tweede optie: een tv-interface die je bedient met de meegeleverde remote.
Twee keer automatisch kalibreren
Diep onder de motorkap duiken en sleutelen aan geluidsinstellingen wil niet iedereen doen. Daarom biedt Velodyne drie niveaus van kalibratie: Self-EQ, Auto-EQ Plus en Manual EQ. De eerste twee maken het kalibreren eenvoudig door het alles te automatiseren. Het enige wat je moet doen is de kabel van de meegeleverde microfoon vooraan aansluiten op de subwoofer en op je zitplek parkeren. Je vindt een ministatief (met een zware voet!) in de doos om dat makkelijker te maken, maar er is ook een houder om de microfoon te bevestigen op een eigen statief. Kies je voor Self-EQ, dan produceert de subwoofer zijn eigen testtonen om zo een gepaste frequentiecurve te creëren. Interessanter vinden we toch de Auto-EQ-optie omdat deze veel meer parameters zal aanpassen, waaronder de crossover-functie, fase en volumeniveau. Kortom, Auto-EQ Plus gaat ingrijpender te werk maar het resultaat is wel veel beter.
De Auto-EQ Plus-optie vereist wel een beetje meer werk. Je moet immers de meegeleverde cd met testtonen door alle speakers afspelen, zodat de DSP in de subwoofers ‘hoort’ wat er scheelt met je kamer en de nodige aanpassingen kan uitbrengen. “Maar ik heb geen cd-speler!”, het is een kreet die in 2022 wel eens kan weerklinken. Gelukkig kun je bij Velodyne een WAV-bestand downloaden met dezelfde testtoon die meer dan een uur zich herhaalt. Dat is een ruime veiligheidsmarge, want de eigenlijk duur van Auto-EQ Plus is ongeveer vier-vijf minuten. De meetmicrofoon stel je op dezelfde manier op als bij Self-EQ.
Voor ons testwerk hebben we het audiobestand gewoon toegevoegd aan Roon, zodat we het eenvoudig konden afspelen op onze Lyngdorf TDAI-3400 die we voor het stereogedeelte gebruiken. Bij de Denon AVR-X6300H die in de testruimte onze 5.1.4-opstelling aandrijft, bleek Roon eveneens een makkelijke manier om het af te spelen. Of we hadden het audiobestand op een USB-stick kunnen plaatsen en daarvandaan afspelen.
Of doe het handmatig
Bij Manual EQ ga je op dezelfde manier te werk, incluis het afspelen van de Velodyne-testgeluiden. Je verbindt echter ook een Windows-laptop met daarop de Velodyne-app via een USB-kabel met de subwoofer. En vooraleer je nu zenuwachtig begint te kijken naar je fonkelnieuwe laptop zonder cd-lezer, blijf kalm. De desbetreffende software is ook gewoon online te downloaden bij Velodyne. In de app kun je heel wat parameters aanpassen en naar de subwoofer sturen. De interface is wel wat old-school, en toont veel dropdown-lijstjes waarin je cijfertjes kunt aanpassen. Maar je kunt ook op een grafische doelcurve klikken op frequentiepunten en ze aanpassen qua niveau en Q-factor. Er zijn ook zes presets, te selecteren met de remote. Die kun je in de Velodyne-app ook individueel aanpassen.
Als je apps gewoon bent die eigenlijk de software in de sub rechtstreeks bedient… wel even goed opletten. De software op je laptop zal aanpassingen eerst moeten synchroniseren met de subwoofer. Dat duurt echt niet lang maar is niet helemaal ‘onmiddellijk’. Je moet er ook echt voor op een knop drukken.
Helaas is er geen macOS-versie van de Velodyne-software beschikbaar. Je hebt het enkel nodig bij het opstellen van je muzieksysteem of surroundopstelling, dus eventueel kun je werken met een geleend Windows-apparaat.
Vanuit de tv-interface kun je eveneens de parameters van Manual-EQ aanpassen, al gaat dat minder vlot dan via de software. De Velodyne-interface op je televisiescherm toveren vereist een verbinding via composite video of S-video. Bij een nieuwe tv en veel AV-receivers vind je die inputs niet langer, al blijft onder meer Denon er bij zijn AV-receivers wel aan vasthouden. Online vind je ook converters voor enkele tientjes. Maar wij zouden aanraden dat je toch via de software werkt. Zaken aanpassen gaat via deze weg veel vlotter.
Gecontroleerd en ultradiep
Eerst laten we de DD-12+ onze Monitor Audio Silver W12 in de woonkamer vervangen. Een beetje overkill, dat klopt, gegeven dat de high-end Velodyne ondersteuning moet geven leveren aan een bescheiden stereo-opstelling met twee muurgemonteerde Focal On-Wall 301-luidspeakers. Die slanke speakers hebben wel een subwoofer nodig om echt een vol geluidsbeeld te creëren. Bovendien zijn de uitgebreide instellingen in de interface van de Lyngdorf TDAI-3400 geweldig qua integratiemogelijkheden, en laten ze veel tweaking toe. Dat bleek ook al toen we hier enkele maanden geleden met een GoldenEar-subwoofer aan de slag gingen.
‘The Da Vinci Code’ is ondanks de aanwezigheid van Tom Hanks niet bepaald een denderende film, maar de soundtrack die Hans Zimmer ervoor componeerde mag er nog wel zijn. ‘Chevaliers de Sangreal’ opgevoerd op ‘Live in Prague’ bijvoorbeeld, halen we zelfs graag boven voor subwoofertests. Het bouwt traag op en voegt op Zimmeriaanse wijze steeds meer lagen toe, een gestage opbouw die de Velodyne uitstekend ondersteunt.
We vertrouwen nu puur op de Auto-EQ, wat al een mooi en subtiel resultaat geeft waarbij bastonen heel accuraat worden neergezet. Het valt opnieuw op dat het toevoegen van een betere sub meteen het geluidsbeeld ruimtelijker en grootser laat overkomen. Met RoomPerfect erbij was het resultaat nog net beter geweest, omdat het kalibratiesysteem van de Lyngdorf ook zou ingrijpen op de hogere frequentieprestaties van de Focals. Maar dat is al heel knap. Ook bij ‘Circle of Life’ op hetzelfde album tonen de Velodynes zich kwiek en snel genoeg om de Afrikaans getinte percussie te brengen.
De Lyngdorf, uitgerust met een HDMI-module, gebruiken we ook om in 2.1 naar ‘Mortal Engines’ te kijken. Deze door Peter Jackson-ondersteunde verfilming van de bekende boekenreeks van Philip Reeve geldt als een enorme flop, maar qua visuals en geluidseffecten heeft het nog wel wat te bieden. Het concept van grote steden die met veel lawaai rondrijden en op elkaar jagen, roept in elk geval om een subwoofer die de zware impact- en rolgeluiden kan overbrengen. Hoewel het hier ‘gewoon’ 2.1 betreft, draagt de DD-12+ sterk bij aan een volle presentatie die heel wat spannender klinkt dan gewoon stereo.
We hebben de sub ook niet al te overweldigend ingesteld maar kiezen eerder voor een subtiele aanwezigheid – een rol die goed past bij de Velodyne. Het is al voldoende om bijvoorbeeld Shrike, een angstaanjagende, meedogenloze robot, een dreigende aanwezigheid op het scherm te maken. Ook bij andere films en bij tv-series is er dat stukje meer dat de kijkervaring naar een hoger niveau tilt. Een autodeur die met kracht wordt dichtgegooid bijvoorbeeld.
Als sub bij de DALI-surroundopstelling in de testruimte toont de DD-12+ zich een uitstekende aanvulling. We besluiten het hier te houden op Self-EQ vooraleer de Velodyne te integreren in het groter geheel met Audessey op de Denon AVR-X6300H-receiver. Bij de autorace in ‘Ready Player One’ toont de subwoofer een prima leverancier van goed getimed laag, accuraat en goed getimed waardoor de actie op het scherm zeer goed ondersteund wordt door de geluidseffecten. Het is een zeer chaotische scene waarin er waanzinnig veel gebeurt. Misschien niet met het allerdiepste laag, maar wel met veel losse effecten die via alle kanalen op je afkomen. De meerwaarde van een betere subwoofer zoals deze toont zich hier wel in de helderheid en positionering van die geluidseffecten. Ze worden niet ondermijnt door een te wollige bas, integendeel. Ook bij ‘Interstellar’ is de controle van deze Velodyne heel welkom om de orgels in de soundtrack van Hans Zimmer – daar is ‘ie weer – met veel body over te brengen. Het is ook genieten van de impact van de donder en spookachtige effecten bij de beginscène van ‘Ghostbusters: Afterlife’ – een film met een verrassend goede surroundsoundtrack.
Conclusie
Door de aanwezigheid Self-EQ en Auto-EQ is deze high-end subwoofer van Velodyne eigenlijk wel voor iedereen geschikt. Je kunt hem dus bijna in plug & play-modus toevoegen aan een surroundopstelling. De echte kracht van deze knappe subwoofer zit hem echter in de vele tweaking die mogelijk is en de uitgebreide connectiviteit. Een nieuwe app die dan ook voor macOS (of een mobiel OS) bestaat of een modernere tv-output waren mooi geweest, maar dat alles verandert niets aan de kern van de zaak: de Velodyne DD-12+ is een spectaculaire subwoofer die vooral in de handen van een iemand die zich wil verdiepen in basweergave zal uitblinken.
De DD-12+ heeft het vermogen te over om veel lucht te verplaatsen en diepe subbassen te produceren, en dat met verrassende finesse en controle. Een of meerdere van deze units kunnen een thuisbioscoop naar een hoger niveau tillen. Maar ook voor muziek en stereosystemen vinden we deze Velodyne heel geschikt.
Velodyne Acoustic Digital Drive Plus DD-12+
4.999 euro | www.velodyneacoustic.com
Beoordeling 4,5 op 5