Dat de nieuwe 700 Serie-luidsprekers veel van de traditionele Bowers & Wilkins-waarden aanbieden in een nog verfijndere vorm, dat kon je al ontdekken bij eerdere reviews, zoals de 702 S3 en de 703 S3. Die waren gericht op muziek in stereo. Maar hoe presteren de middenklassers van Bowers & Wilkins als je ze inzet voor films en gaming?
Bowers & Wilkins 700 S3
De introductie van de nieuwe generatie 700 Serie-speakers van Bowers & Wilkins ging gepaard met veel demonstraties met muziek en veel reviews van stereo-opstellingen. Maar de fabrikant voorziet traditiegetrouw eveneens het nodige om met deze luidsprekerfamilie een surroundopstelling te bouwen. Ook interessant, want de 700 Serie-luidsprekers zijn populair bij muziekliefhebbers en die willen misschien wel eens een omhullende surroundervaring bij het filmkijken. Een én-én-verhaal, met andere woorden.
In deze review gaan we precies dat bekijken, met een 5.x-opstelling gebouwd van Serie 700-speakers. Sommige van de individuele modellen zijn ook apart gereviewd als muziekweergevers, zoals dus de 703 S3 die we hier voor de linkse en rechtse kanalen gebruiken. De opstelling die we hier bekijken bestaat uit een paar 703 S3-vloerstaanders, een paar 705 S3-boekenplankspeakers en een HTM71 S3-centerspeaker.
Onze rekenmachine vertelt ons dat je hiervoor ongeveer 10.000 euro neertelt. Het blijft uiteraard een surroundopstelling – daar komen nu eenmaal meer speakers aan te pas. Dit is wel een van de hoogste configuraties die je met de nieuwe 700 Serie kunt bouwen.
Het kan iets duurder, maar ook goedkoper. In theorie kun je een 5.x-opstelling met instapmodellen en uitkomen op iets meer dan 4.000 euro. Dan werk je met kleine boekenplankspeakers en een kleine centerspeaker.
Veel configuraties mogelijk
Waarom is er nu zo’n enorme prijsvork mogelijk? Tja, het eerste dat opvalt als je de line-up van de nieuwe 700 S3-reeks van naderbij bekijkt: er zijn veel modellen waardoor veel flexibiliteit ontstaat. Er zijn meerdere opties om een surroundopstelling samen te stellen, naargelang je ruimte en budget. De 700 S3 Serie is immers een uitgebreide lijn, met drie vloerstaandermodellen, twee boekenplankmodellen én twee centerspeakers.
Vergeleken met de concurrentie is dat behoorlijk uitgebreid. En er is bovendien een bijkomende kloof tussen de verschillende 700 S3-modellen. Er zijn namelijk 700 S3-luidsprekers mét tweeter-on-top en toestellen zonder. Bij die laatste is de tweeter deel van de behuizing.
De tweeter erin of erop-keuze heb je zelfs als je shopt voor een centerluidspeaker uit deze reeks. Er bestaat langs een kant de compacte HTM72 S3 met een carbon dome-tweeter geflankeerd door twee Continuum-woofers. En dan is er langs de andere kant de HTM71 S3: een stukje groter én met volwaardige tweeter-on-top. Dit massieve onderdeel is helemaal hetzelfde als bij de andere 700 S3-modellen; het is ook een van de elementen dat danig aangepakt werd bij deze generatiewissel. Je kunt dus kiezen voor een goedkopere opstelling met de instapmodellen uit de 700 Series S3 of een high-end aanpak met tweeter-on-top-speakers. Een praktisch opmerking die hierbij hoort: door de tweeter-on-top is de HTM71S3 betrekkelijk hoog voor een centerspeaker. Iets om rekening mee te houden als je hem op een tv-meubel voor een muurgemonteerde televisie wil hangen.
Over tweeter-on-top gesproken: een van de vernieuwingen van de 700 Serie is dat er nu twee vloerstaande modellen zijn met die constructie. De 702 S3 en 703 S3 zijn echter niet zomaar een kleinere en een grotere versie van dezelfde luidspreker. De 702 S3 is bovendien uitgerust met een Flowport die naar beneden wijst en een andere voetconstructie. Dat maakt dat dit topmodel wel anders (en we durven stellen na beiden te horen: beter) presteert dan de 703 S3. Je betaalt er echter heel wat meer voor én het neemt meer plaats in. Als het kan qua plaats en budget én je vindt stereoprestaties echt belangrijk, zouden we aanraden om voor de 702 te gaan.
Subwoofer en Atmos?
En qua subwoofer? Waar je vroeger bij grote merken wel eens per speakerlijn bijhorende subwoofers zag, is dat tegenwoordig eerder zelden. Ook bij Bowers & Wilkins. Zij verwijzen naar de bestaande DB4S van circa 2.000 euro als dé partner voor de 700 Serie. Het bestaat al even, maar is wel beschikbaar in passende kleuren. Behalve één: Mocha. Als je die nieuwe (en best mooie) kleur kiest voor je 700 S3-set, dan ga je geen matching DB4S vinden. Maar in een surroundverhaal is dat misschien minder erg. Of wordt er gekozen voor zwart omdat dit minder afleidend is tijdens een vertoning. Je kunt natuurlijk je eigen keuze maken qua subwoofer. Voor onze test hebben we een ELAC Sub 2050 gebruikt.
Er zijn ook geen toegewijde 700 Serie-speakers voor de hoogtekanalen. Een reflecterende Dolby-speaker die bovenop de hoofdsurroundkanalen wordt geparkeerd is natuurlijk lastiger als er op dezelfde plek al een tweeterbehuizing te vinden is. Wil je muurgemonteerde speakers of in het plafond Atmos-klare weergevers monteren, dan moet je kijken naar Bowers & Wilkins CI-aanbod. Die is behoorlijk ruim.
Wat is er nieuw?
In de reviews van de 702 S3 en de 703 S3 lees je al veel over wat er allemaal vernieuwd is bij deze derde generatie van de 700 Serie. Voor de volledigheid: deze luidsprekerfamilie is natuurlijk nog ouder. Voorheen droeg het een CM-etiket; de voorouder van de 702 S3 bijvoorbeeld, heette de CM10. Bij de 703 S3, 705 S3 en HTM71 S3 die wij testen, is de tweeter-on-top een belangrijk element dat vernieuwd werd.
Bij de S2-generatie was de tweeter-behuizing kleiner en niet uit één blok aluminium. Bij deze luidsprekers is de tweeter aanzienlijk verlengd (wat onder meer ongewenste uitstraling van de achterkant van de tweeter laat uitdoven) en beter akoestisch ontkoppeld van de behuizing. Dit is eigenlijk iets overgenomen van de 800 Serie D4, minus de Diamond-tweeter. De 700 Serie S2 stellen het met een Carbon Dome versie.
Qua behuizing is de voorkant of baffle die licht gebogen is een blikvanger, net als de drivers die bij de 703 S3 en 705 S3 uit de kast komen. Nog een designelement geleend van de 800 D4-lijn, bedoeld om refractie (micro-weerkaatsingen van geluid op de voorkant) te vermijden.
Timbre-matching
Bij deze 10K-opstelling spreek je duidelijk over een surroundopstelling uit een hogere middenklasse. Hier hoort een betere AV-receiver bij, met voldoende vermogen om die iets taaiere Bowers & Wilkins-luidsprekers deftig aan te sturen zodat dynamische pieken in films goed gebracht worden. Een subwoofer mag uiteraard ook niet ontbreken. Hoogtespeakers voor een Dolby Atmos- en DTS:X-ervaring zijn optioneel, maar welke filmfanaat wil dat nu nog missen?
We sluiten de Bowers & Wilkins-set eerst aan op onze vaste Denon AVR-X6300H. Met de gebruikelijke bronnen: een Apple TV 4K, een Xbox One X en een Oppo UDP-203. Zoals gezegd gebruiken we een subwoofer van ELAC, en we sluiten de vier hoogtekanalen aan die verzorgd worden door betaalbare DALI Alteco-luidsprekers. Hoewel dat geen impact heeft op de prestaties, geven we nog even mee dat het geheel hangt aan een Sony KD-65AF9-tv. Kamerkalibratie passen we altijd toe, in het geval van de Denon is dat Audyssey.
De centerspeaker is een belangrijk element in een surroundopstelling, dus focussen even op de HTM71 S3 tijdens ‘Everything Everywhere All at Once (Prime Video, DD 5.1). Het is wel eens leuk een actiefilm te zien zonder een Marvel- of DC Comics-figuur in de sterrol, en die ook nog eens een relatief originele insteek heeft. Vergeleken met veel actiefilms bouwt het ook iets trager op, met veel dialogen die de clash tussen Chinese en Amerikaanse cultuur grappig in beeld brengen.
De Bowers & Wilkins-center toont zich op dat vlak geen tegenvaller. Stemmen zijn prominent en goed geplaatst, met iets meer frisser detail dan doorsnee modellen. De integratie met de 703 S3’s links en rechts van het scherm is ook heel goed; het zijn echt speakers die bij elkaar horen.
Hoor ze vliegen
Het stuk ‘Maritime Mayhem’ (ja, zo heet het echt in het filmmenu) van ‘Kong vs Godzilla’ (Apple Movies, Dolby Atmos) is een feest voor spektakelliefhebbers. Raketten worden door gevechtsvliegtuigen afgevuurd en bewegen realistisch van voor tot achteraan in de kamer. Brokstukken vliegen in het rond, een groot deel van het US Navy-budget wordt tot scheepswrakken herleid. Kortom, er gebeurt veel. Dat exacter positioneren van geluidseffecten is alvast een troef van deze speakers. Je krijgt een indruk van in de actie te zitten. De Denon met Audyssey heeft bovendien voor een beleefdere mix gezorgd waardoor de integratie heel goed lijkt.
Wat wel opvalt: de 705 S3’s achteraan zijn iets te ver ingedraaid, waardoor de helderheid in de zitplaats wat minder is. Bewegen we ons hoofd iets naar voren, dan klopt het plaatje beter. Of anders gesteld: deze speakers achteraan richt je toch beter zo goed mogelijk op de plaats waar je kijkt. En wat meer afstand is ook geen kwaad. Wat we horen is wel meeslepend: een echt surroundgevoel, niet overdreven bombastisch (de sub op Cinema-stand zetten scherpt dat wel aan) en de ondersteunde muziek met veel kracht neergezet. Het is geen knallende ervaring, wel fijner en iets cinefieler.
Het ergens een stereotiep idee, maar we associëren de 700 Serie altijd meer met muziek dan met surround. Dat idee gaat niet helemaal weg, al is het misschien correcter om ze te zien als iets audiofieler dan de HT-georiënteerde weergevers van sommige Amerikaanse merken. Dat is ook geen nadeel. De performance van ‘Leia’s Theme’ op de Blu-ray van John Williams’ ‘The Berlin Concert’ (Dolby Atmos) is dan ook spectaculair in zijn echtheid. Dit werk is zachter en emotioneel, en de jachthoorn in het bijzonder staat er met veel textuur.
De afsluitende ‘Imperial March’ – het nochtans deftig aangekleed publiek gaat uit z’n dak als het begint – blijft indrukwekkend gebracht. Niet helemaal kolossaal, de verpletterende macht van het Keizerrijk symboliserend, maar wel groots en met net iets meer die strijkers in de schijnwerpers.
De eigenschappen die we appreciëren aan deze Bowers & Wilkins-speakers kunnen ook interessant zijn voor gaming. Vooral bij sommige spelgenres, zoals tactical shooters, waar de audio aanwijzingen bevat die je helpen, bijvoorbeeld om een tegenstander te lokaliseren.
Bij het veroveren van sectors in ‘Battlefield 2042’ waren de inslagen van tankgranaten redelijk heftig, en lukte het bijvoorbeeld prima om tijdig een aanvallende helikopter snel op te sporen. En er zijn natuurlijk ook heel wat games die qua sfeerschepping nog meer dan films vertrouwen op een surroundervaring. ‘Assasin’s Creed Valhalla’ bijvoorbeeld, met zijn knapperende kampvuren en rauwe Viking-kreten in de verte.
Even met een Zweed
Het is niet vaak dat we een surroundopstelling met verschillende receivers testen, maar omdat de Bowers & Wilkins-luidsprekers iets langer op bezoek kwamen gebeurde dat toch. Dus naast onze vaste Denon AVR-X6300H die hierboven de hoofdrol speelde, hebben we ook enkele weken de gloednieuwe Primare SPA25 gebruikt. Dit is een krachtige 9.1 AV-receiver op basis van Hypex-versterking en met Dirac. Toen wij er mee aan de slag gingen stond de software nog niet helemaal op punt (onder meer qua Dirac-implementatie), maar was het wel op een niveau dat de prestaties op punt stonden. Zo’n receiver-wissel is behoorlijk interessant om te doen omdat op papier AV-receivers heel gelijkaardig kunnen lijken. Zeker als je enkel kijkt specs en features.
In de praktijk is het versterkergedeelte echter zeer belangrijk, zowel qua prestaties en dynamiek als qua tuning. In dit geval merken we toch wel wat verschillen tussen de Denon en Primare, waarbij de Zweedse receiver inzet op een neutraler en iets gedetailleerde weergave. Dat levert een boeiende interactie op met de Bowers-luidsprekers, die van nature ook detailrijk overkomen. Vooraleer je nu denkt: “Dat klinkt als te veel van het goede”, dat viel wel mee. Wel zorgde een (niet 100 procent geoptimaliseerde) Dirac-meting voor een fijner en iets vlakkere balans. Die 702 S3-vloerstaanders spelen wel net wat voller en strakker.
Grootse soundscapes
We krijgen met deze setup eveneens een heel detailrijk surroundbeeld opgediend, met veel microdetails en opnieuw bovengemiddeld goede positionering. Het samenspel met de eenvoudigere Atmos-speakers is behoorlijk goed. In de tweede aflevering van het meeslepende ‘The Last of Us’ (Dolby Atmos) zijn er verschillende scènes die daardoor atmosferisch overkomen. Bijvoorbeeld wanneer het gezelschap boven een desolate Boston op een autosnelweg wandelen, waakzaam voor aanvallen door wandelende schimmels. Dat het een buitenscène is, hoor je ook goed, gewoon aan de ‘ruis’ van de achtergrond die het betrekkelijk grootschalig doen aanvoelen. De schreeuw die ze horen klinkt ook alsof het van weg komt. Meteen daarna betreden Joel en Ellie een hotellobby dat half onder water staat. De klaterende waterdruppels komen uit de center, natuurlijk klinkend en met discrete druppels hoorbaar. Het kan misschien nog net iets beter gedefinieerd, maar dat ligt wellicht aan de suboptimale Dirac-kalibratie.
Het ruimtelijke gevoel is wel geslaagd als Joel de slepende metalen deur openduwt – de echo is goed gedaan – en eenden verschrikt wegvliegen. Het is maar een snapshot uit een reeks die qua sounddesign best geslaagd lijkt, een mooi voorbeeld van hoe geluid enorm helpt bij het kaderen van de beelden en het verhaal. Wat dan weer iets minder was bij deze speaker in combinatie met Primare-receiver was het spektakelgehalte. Denis Villeneuve’s ‘Dune’ (Ultra HD Blu-ray, Dolby Atmos) heeft een tegendraadse soundtrack die eenderzijds wel in zijn complexiteit prima werd gepresenteerd, alleen miste we hier wat meer echte impact.
De Primare-Bowers & Wilkins-combinatie scoorde dan weer zeer goed bij het beluisteren van muziek via Apple Music op de Apple TV. De gehypte indierock van Wet Leg of de dromerige Ijsland-ode van Damon Albarn klonken, in Dolby Atmos, heel verfijnd en detailrijk. Onder meer bij de ‘The Cormorant’ zweven die rare synthklanken echt door de kamer, en ook de heftige saxofoon bij ‘Combustion’ is er heel prominent. Het gevoel van in een soundscape te zitten is hier er helemaal. Even overschakelen naar stereonummers geeft uiteraard een wat andere indruk, maar door die brede, goed gedefinieerde soundstage die de 703 S3 neerzet blijft het omhullend klinken. Zelfs in deze surroundopstelling blijft het een echte Bowers & Wilkins-sound.
Conclusie
De 700 Serie mag niet bij elke surroundliefhebber top of mind zijn, de Bowers & Wilkins-luidsprekers hebben wel wat te bieden. Zoals je zou verwachten van een serieus merk als dit matchen ze heel goed met elkaar. Het bouwen van een surroundopstelling die goed ‘klikt’ qua timbre en aansturing is dus relatief eenvoudig. De tweeter-on-top levert in dit geval een stukje extra microdetail, heel fijn en exact. Hierdoor krijgt je een surroundervaring waarin geluidseffecten goed gepositioneerd zijn en fraai bewegen.
Wel ga je hier een stukje rauwheid missen dat spektakelfilms overweldigend neerzet. Daar staat tegenover dat bij films met subtielere soundtracks gaat kunnen genieten van alle audiodetails. En qua muziekweergave kun je ook rekenen op knappe prestaties. Kortom, de 700 Serie heeft in z’n derde generatie ook wel iets uniek te bieden aan surroundliefhebbers.
Bowers & Wilkins 700 S3 in surround
Overzicht prijzen | www.bowers-wilkins.com
Beoordeling 4.5 / 5