Vijfendertig jaar geleden werd in The Manor Studio begonnen met de opname van een instrumentaal werk dat in die vorm op dat moment uniek was. Het was geschreven, en werd voor het grootste deel ook uitgevoerd, door een onbekende jongeman die al sinds zijn tienerjaren bezig was met het maken van opnames.
Richard Branson nam een gouden beslissing door dit werk te accepteren en het vervolgens uit te brengen als de eerste release van zijn nieuwe Virgin label. Het zou een gigantisch succes worden.
Ik heb het hier over Mike Oldfield’s bijna vijftig minuten durende ‘Tubular Bells’. Het eerste in een serie van gelijksoortige albums waaronder een aantal varianten op de eersteling zoals ‘Tubular Bells II’, ‘Tubular Bells III’ en ‘The Millennium Bell’.
De originele versie werd later door Oldfield nog eens opnieuw uitgebracht als ‘Tubular Bells 2003’ waarin de stem van John Cleese op een gegeven moment de gebruikte instrumenten aankondigt.
Ook al is deze laatste versie in Oldfield’s optiek de ultieme, voor mij - en waarschijnlijk voor de meeste kopers van het eerste uur - horen die instrumenten benoemd te worden door de artistieke duizendpoot Viv Stanshall. In vergelijking met mijn eerste exemplaar klinkt Classic Records’ ‘afgestofte’ 200 gram versie een stuk helderder en opener waardoor, zelfs voor iemand als ik die het origineel kan dromen, het verrassingselement bij het steeds opnieuw toevoegen van een instrument sterker overkomt en het lijkt alsof het om een geheel nieuw werk gaat dat slechts in de verte herinneringen oproept aan klanken uit een ver verleden.