Bud Powell is ontegenzeggelijk één van de grootste jazz pianisten die ooit geleefd heeft. De meeste jazz liefhebbers zullen hem kennen als de invloedrijke bebop pianist die hier en daar qua stijl wat leende van Art Tatum en Teddy Wilson, maar die verder met name beïnvloed werd door Thelonius Monk.
Toch heeft hij enkele opmerkelijke composities op zijn naam staan. De eerste Blue Note lp waarop hij uitsluitend werken van eigen hand speelt is Time Waits.
Hij laat zich in deze melodieen begeleiden door een fantastische rhythm tandem; Sam Jones op bas en ‘Philly’ Joe Jones op drums. Powell mag het dan in zijn leven niet altijd even makkelijk hebben gehad - hij werd in 1945 het slachtoffer van door rassen motieven ingegeven lichamelijke mishandeling, herstelde daar nooit meer volledig van en moest vervolgens tot aan zijn dood in 1966 blijvend psychofarmaca gebruiken - het heeft hem er niet van weerhouden om ook in de tweede helft van zijn carrière een aantal prachtige composities te creeren.
Zoals deze acht langzame en medium tempo melodieen waarvan John Abbey en titelnummer Time Waits de meest excellente zijn. ‘Philly’ Joe Jones valt met name op door zijn beheersing. Bekend als hij is door zijn viriele extraverte stijl verdient hij een compliment voor de terughoudende wijze waarop hij hier de leider begeleid en ondersteunt.
De prachtige, uit mei 1958 daterende mono opname is op excellente wijze door Bernie Grundman gemastered en door Classic Records vastgelegd op een schijf van 200 gram zwaar vinyl.