Van alle musici en componisten uit de vermaarde Franse familie Couperin is Francois Couperin (1668- 1733) zonder twijfel de grootste. Vandaar dan ook de eretitel achter zijn naam: ”Le Grand”. Daar moet wel aan worden toegevoegd dat zijn oom, Louis Couperin, (1626-1661) bewonderd organist-componist, tot de glorie van deze omvangrijke muzikanten-dynastie – enigszins vergelijkbaar met de Duitse tegenvoeters, de familie Bach – op zijn eigen markante wijze heeft bijgedragen.
Maar goed; nu over Francois, uit wiens omvangrijke Pieces De Clavecin, een oeuvre van 240 korte stukken, de jonge Franse claveciniste Violaine Cochard er 50 op een set van twee cd’s heeft vastgelegd. Het is een selectie uit het Eerste (1713) en Tweede Boek (1717-1717) en deze werken, voor zover geen dansen als Rigaudon, Passepied, Menuet of Gavotte, zijn grotendeels karakterstukjes, impressies, op bepaalde stemmingen of gemoedstoestanden toegesneden muzikale trouvailles, of vrouwenportretten, met titels als La Florentine, La Flateuse, Les Grâces Naturèles. Kennelijk was dat in die tijd in de mode, want andere grote Franse barokcomponisten zoals Rameau, hadden er ook een handje van.
Violaine Cochard maakt van deze composities stuk voor stuk briljant geslepen juweeltjes,bezield en flonkerend in hun steeds wisselende karakters en expressies en de wijze, waarop ze de kleuren en ritmische finesses in rijk gevarieerde register-keuzes laat schitteren, is fantastisch, in een soms adembenemende virtuositeit. Wat mij betreft is Violaine Cochard de Franse Janine Janssen van het clavecimbel, met een prachtig door Laurent Soumagnac gebouwd instrument. Een aanrader, en niet alleen voor liefhebbers van Franse barokmuziek!
Aanvullende informatie:
Couperin, Ordres pour clavecin 2,4,9 & 11.
Violaine Cochard.
(Met Pierre Hantai track 1 cd 2)
Ambroisie/Naive AM 156.
2cd’s.
Speelduur: resp. 75 en 52 min.