Ben je nog een jong aanstormend talent als je 27 bent en dag na dag volle zalen trekt. Zo vol als het Oude Luxor Theater op dinsdag 6 juni 2006 in Rotterdam.
Of ben je dan op een punt aangeland dat je mag zeggen dat je het aan het maken bent en een publiek aan je hebt gebonden. Ik denk het eigenlijk wel, zeker als het daverende applaus nog naklinkt in mijn oren.
Applaus voor Wende Snijders die dat na een spettende performance meer dan verdiende.
Haar optreden was een mengeling van muziek, zang en theater. Muziek van vijf uitstekende muziekanten als pianist Bart Wolvekamp, altviolist Ro Krauss, violiste Jeanne Biessen, celliste Katja Dirven-Didychenko en multi-instrumentalist Rogier Bosman (percussie, accordeon, trompet en hoorn). Zij zorgden voor een stemmige begeleiding en het fundament waarop Wende kon bouwen. De dame in kwestie speelde zelf op de piano alleen een Engelse ballade. Verder gebruikte ze slechts haar stem. Veelal alleen voor Franstalige chansons als ‘Je suis comme je suis’, ‘La solitude’ en ‘Padam padam’. Nummers van haar debuut CD: ‘Quand tu dors’. Wat ze afwisselde met onder meer het schitterende ‘La vie en rose”. Alles wat ze zong bracht ze met veel dramatiek, expressie en hartstocht. Waardoor het niet heel erg was dat ik nauwelijks Frans versta, ik kon aan haar gezicht en haar lichaamstaal zien waar het ongeveer over moest gaan. Het leed van een geliefde die vertrekt. Het uitzichtloze bestaan als je eenzaam bent. Het verdriet als je wordt bedrogen. De kracht toch door te gaan en je schouders onder het leven te zetten zolang de bloemen bloeien de hemel blauw kleurt boven de brug waaronder je slaapt. Wende sleept je mee.
Haar stem gaat van fluisterniveau tot een explosie van geluid waarin je alles geeft. Het ene moment is haar stem als een krolse kat die tegen je been wrijft, het volgende moment kan ze uithalen als een Parijse hoer op Place Pigalle. De vergelijking met Piaff is niet verwonderlijk. Alleen is Wende geen tere en door het leven getekende vrouw maar een frisse Hollandse meid met een paar stevige benen en een in een paardenstaart getrokken bos blond haar. Krachtig in de bloei van haar leven. Misschien zou je dat niet zeggen als ze tussen de chansons door, haast op dichterlijke wijze, haar vriend of ex-vriend ontrouw met Russische dames toedicht. Op een niet mis te verstane wijze die past bij de sfeer die ze dan schept: het leven aan de zelfkant van de maatschappij. Die uitingen horen in het theater dat ze opvoert en in het geheel van de show. Het geeft haar bovendien de tijd om haar stem tot rust te laten komen, iets dat hard nodig zal zijn als je haar agenda bekijkt. Het Oude Luxor zit tegen het einde van een reeks concerten die in augustus 2005 begon en in juni 2006 eindigt. De maanden januari tot en met april heeft ze gebruikt voor haar nieuwe CD die in september uit zal komen.
Wende is niet anders te omschrijven dan als een brok dynamiet die de zaal in vervoering bracht. Een zaal die haar verraste door bij de tweede toegift spontaan te gaan meeklappen. Iets waar ze niet op rekende en wat duidelijk verbazing op haar gezicht bracht. Het was het eerste wat haar van haar à propos bracht en ze riep hard: “Nee niet doen. Dit heb ik echt nog nooit meegemaakt”. Hoe fris is dit ontluikende talent nog denk je dan bij jezelf. Hoe ver zal ze nog kunnen gaan in dit genre van chansons. Dat hoeft voor mij niet altijd in het Frans te zijn, Engels gaat haar goed af en haar eigen taal Nederlands moet haar kunnen bekoren. Het wachten is op haar komende CD om dat te proeven.
Wende is een groot talent dat we van harte moeten koesteren in Nederland. Zoals mijn vrouw terecht opmerkte, als je Wende aan de Fransen geeft krijg je haar nooit meer terug. Die sluiten haar in de armen als de nieuwe Barbara, Piaff, Gréco of één van de andere coryfeeën. Het zou zonde zijn Wende te zien vertrekken zoals we aan de USA Karin Mulder zijn kwijtgeraakt. Talent moet je zuinig op zijn en de enige manier om dat te tonen is het bezoeken van haar concerten, het kopen van haar CD’s en haar overladen met donderend applaus. Ze verdient het, ze gaf de zaal alles waar het om vroeg en deed er nog een schepje bij. Ze kwam zoals ze is: “Je suis comme je suis”. Woorden die zingen in mijn hoofd. Wende doe me een plezier: “Ne me quitte pas”.
Met vriendelijke groet,
René van Es.