Dag 1 - Vrijdag 23 februari
Meteen maar stevig begonnen, met een programma van vijf films. Goed voor twaalf uur onderdak, met korte pauzes voor een kop koffie, een snelle hap en een toiletbezoek. Intens, intensief, knap vermoeiend maar uiterst bevredigend, zo`n reis rond de wereld. Van Teheran naar het negentiende-eeuwse Japan, om via Canada en Argentinië in een fotogeniek Estland te eindigen, en dan weer met de trein naar huis.
Navel
Regisseur Mohammed Shirvani heeft met zijn eerste lange film de Iraanse digitale undergroundfilm op de landkaart gezet, vindt hij zelf. Vijf moderne Iraniërs, waaronder een vrouw die lang in Amerika gewoond heeft, wonen in een huis bij Mani, die hun levens filmt met een videocamera. Vaak `s nachts, in nightshotgroene beelden. Van een verhaal is niet echt sprake, we zien gewoon stukken leven, soms als een chaotische schots-en-scheve homevideo, soms ineens prachtig gestileerd in mooie plaatjes die diepe betekenissen suggereren. Goed om te zien dat de Iraanse cinema zo veelzijdig is, dat er naast de alom bewonderde fabels (als bijvoorbeeld Blackboards ) en sociale aanklachten als The Circle ook hele andere films gemaakt worden. Maar zoals mijn filmhuiscollega Ria met wie ik de film zag terecht opmerkte: een script is niet altijd een slecht idee.
Zatoichi
De nieuwe Kitano had vooraf al veel publiciteit gekregen, als officiële openingsfilm van het festival. Zatoichi, de blinde masseur annex onverslaanbaar zwaardvechter, is in Japan een legendarisch figuur waar al vele televisieseries aan gewijd zijn. Een soort Floris zullen we maar zeggen. Kitano Takeshi werd gevraagd een nieuwe remake te maken, en zette het cliché geheel naar zijn hand. Als gebruikelijk met zichzelf in de hoofdrol. Nooit eerder waagde hij zich aan historische Samurai films, Yakuza waren altijd het minstens zo gewelddadige terrein van Kitano. De aankleding is anders, maar de Kitano-touch is alom aanwezig. Dat betekent humor, perfecte getimede en totaal onverwachte uitbarstingen van grotesk geweld (eigen aan het genre) en veel aanstekelijke verveling. In Zatoichi komt daar nog een opvallende rol voor muziek en dans bij. Het is net als bijvoorbeeld zijn veel lievere Kikujiru een heerlijke film geworden. Qua bloederig hakken kan de film met Tarentino`s Kill Bill wedijveren, de lijken vallen met enorme bossen, maar de sfeer blijft luchtig, puur entertainment van topniveau. Na afloop was er een talkshow in de kleine zaal van de Schouwburg met Kitano, waar hij zijn veelzijdigheid als televiemaker toonde door te tapdansen, vermakelijk verhalen te vertellen en een slapstickversietje van Zatoichi en een videoclip van zijn dochter, die popster wil worden, te vertonen. Op televisie is hij schijnbaar een combinatie van Paul Witteman en Paul de Leeuw, neigend naar André van Duin. Interessant figuur.
Rhinoceros Eyes
De jonge Canadese filmmaker Aaron Woodley is een neefje van David Cronenberg, en dat is te zien. Zijn film is gedraaid op digitale video, vertelde hij vooraf. Niet omdat hij dat leuk vindt, integendeel, het was puur uit budgetaire overweging. Het is er niet aan af te zien, de beelden zijn uiterst verzorgd en mooi van kleur, niet te onderscheiden van `echte` film. Een doorbraak voor het digitale medium. Het verhaal speelt in een bizar pakhuis met filmrequisieten. De autistisch aandoende Chep woont daar en komt alleen naar buiten om steeds dezelfde romantische film te zien in een lege bioscoop. Het meisje aan de kassa ziet hem wel zitten, maar Chep heeft meer aandacht voor art-director Fran, die zijn obsessie voor rare objecten deelt. Zij heeft een paar neushoornogen nodig voor een film, en het moeten wel echte zijn. Die zijn net uitgeleend aan een pornoproductie, maar Chep steelt ze wel even van de set. Dat herhaalt zich met een antieke kunstarm en een wijsvinger. De politie komt in het spel, en Chep raakt steeds verwarder. Spulletjes komen tot leven en gaan tegen hem spreken, in mooi gemaakte animatiesequenties. Een briljant spel met (B-film) genres, echt een film over film, en daarmee over werkelijkheid. Erg leuk.
Ana y los otros
De jonge regisseuse en filmdocente Celina Murga toont zich een trouw volgeling van de Franse nestor Eric Rohmer. Hij maakte talloze films over jonge zoekende mensen, prettig voortkabbelende films vol relatiegebabbel. Er lijkt altijd weinig te gebeuren, maar er zijn stiekem wel hele pure emoties aan de orde. Ana, prachtig gespeeld door Camila Toker, is precies zo. Ze gaat terug naar haar geboorteplaats, waar veel veranderd is en ze weinig meer heeft met de mensen van vroeger die ze aanspreekt. Ze is vooral benieuwd hoe het met haar ex-vriendje Mariano gesteld is, maar juist hij blijkt lastig te vinden. De film is net als het werk van Rohmer erg subtiel, waardoor hij gemakkelijk oppervlakkig of nietszeggend overkomt. Je wordt als kijker bepaald niet bij de lurven gegrepen, je moet veel zelf doen om in contact met de personages te komen, want ze geven zich niet zomaar gewonnen. Dat maakt Ana ook mysterieus en interessant.
Somnambulance
Dit is nou echt zo`n film die je verwacht op het festival. Vaag, vol niet precies te vatten betekenissen, die door je hoofd blijven spoken. Somnambulance is de buitengewoon krachtige tweede film van Estlander Sulev Keedus, en doet mee in de Tiger Award competitie voor beginnende filmmakers. Net als zijn debuut Georgica is de film opgenomen op een eilandje in de Oostzee dat een volledig afgesloten wereld suggereert. De jonge vrouw Eetla is weggestuurd door haar vader, de vuurtorenwachter. Ze wil niet naar Zweden vluchten, maar bij hem blijven. Het verhaal speelt in de herfst, winter en lente in 1944/45. Van de oorlog merk je niet veel, een paar keer zijn er soldaten, maar de invloed is enorm. Vooral op Eetla, die verteerd wordt door heftige tegenstrijdige gevoelens. Haar moeder is weg, naar de motieven en achtergronden blijft het gissen. Eetla smacht naar seks, maar is er tegelijk panisch voor. Ze vreest maagd te blijven, maar suggereert ook massaal verkracht te zijn door soldaten. De jonge arts Kasper komt langs, wat tot een ingewikkeld soort relatie leidt. Veel heftige, rauwe emoties, een film op leven en dood, die het de kijker niet gemakkelijk maakt. Alles is extra onwerkelijk door de adembenemend mooi vastgelegde lichtval die de seizoenen tekent. Een lege wereld, waarin de mens half bewusteloos ronddwaalt. Keedus wordt vergeleken met Russische meesters als Tarkovski en Soekoerov, maar heeft ook veel raakvlakken met de Koreaan Kim Ki-duk (zie ook: https://hifi.be/recensies.php?id=1839), die ook een sombere levensvisie vorm geeft in prachtige landschappen met veel water in een schrijnend contrast met de mens. Een wreed universum. En Kim komen we later nog tegen in het festival.