waaraan moet een goede muziekruimte thuis voldoen?
De Criteria.Er zijn tenminste 11 en ongetwijfeld nog meer criteria verantwoordelijk voor het predikaat “goed”. Hierna worden de belangrijkste min of meer in willekeurige volgorde toegelicht, waarvan eerst een kort overzicht:
- Een proportioneel juiste verhouding tussen de grootte van het luidsprekersysteem en de grootte van de ruimte waarin ze moeten spelen. Dit aspect staat niet voor niets boven aan de ranglijst, want het is volledig verantwoordelijk voor de mogelijkheid om een correcte schaalafbeelding van de muzikale presentatie neer te zetten in om het even welke ruimte thuis. Daarmee is deze verhouding in grote mate verantwoordelijk voor het realisme en de overtuigingskracht van de totale audioset, zelfs als de hardware en de opstelling beide uitstekend in orde zijn.
- Een functionele Footprint. Het vloeroppervlak van de ruimte sluit zo goed mogelijk aan op het gebruiksdoel van de ruimte.
- Voldoende Hoogte. Over bruto en netto hoogte van de ruimte en het nut van een meer dan gemiddelde hoogte.
- Symmetrie en Mogelijkheden tot symmetrische opstelling. Symmetrie had ook bovenaan de lijst kunnen staan, zo belangrijk is het.
- Voldoende vrijheid bij het Verfijnen van de Opstelling. Dit lijkt zo`n simpel punt.....
- Correcte plaatsing van ramen, deuren en andere vaste elementen in de ruimte. Want in de praktijk zitten die bijna altijd net verkeerd …..
- Vrije hoekruimte ten behoeve van Bass-Management. Er zijn verticale (staande) en horizontale (hangende) hoeken, zodat er in principe meer vrije hoekruimte is dan op het eerste gezicht lijkt.
- Een spaarzame, dedicated inrichting. Objecten die voor muziekweergave niet-essentieel zijn horen zeker niet in de luisterdriehoek thuis; wie nog wat gaat neemt ook psychologische factoren in aanmerking.
- Goede Afmetingsverhoudingen of Ratio`s. Er hoeft niet altijd een nieuwe ruimte gebouwd te worden om goede ratio`s te krijgen. Het kan en zal natuurlijk wel Ă©Ă©n van de criteria zijn die u niet gemakkelijk gaat wijzigen en daarmee kan het een compromis zijn dat u moet sluiten.
- Akoestische Neutraliteit van de Ruimteconstructie en een voor de inhoud van die ruimte correcte Nagalmtijd. Het belang van een correcte nagalmtijd is veelomvattend. De nagalmtijd kan een uitwerking hebben op alle voor muziekweergave essentiële kwaliteitsaspecten.
- Beheerste Reflecties, met name rond de Eerste Reflectiezones. Dit omvat doorgaans behandeling van vlakke en harde wand- en plafondoppervlakken in de diverse eerste reflectiezones.
Het is duidelijk dat het niet bij alle 11 criteria om louter akoestische aanpassingen van de ruimte gaat; dat is wel aan de orde bij de punten 7, 10 en 11 en in principe ook bij punt 9. De andere criteria betreffen fundamentele keuzes omtrent het basisontwerp en de functionele inrichting van de ruimte zelf of – indien de ruimte reeds bestaat – omtrent hoe om te gaan met de reeds aanwezige constructieve elementen in de ruimte. U kunt of wilt wellicht niet de hinderlijke en ongebruikte schoorsteenmantel of scheidingswand weghalen, maar u kunt misschien wel de opstelling zodanig aanpassen dat er niet langer een storende asymmetrie door wordt veroorzaakt. Na toelichting van deze 11 aandachtspunten kunt u voor uzelf ongetwijfeld het een en ander op een rijtje zetten.
1. Proportioneel juiste verhouding Luidsprekersysteem en Ruimte: Grondvoorwaarde voor een correcte Ruimtelijke Schaalafbeelding.
Dit is vanuit akoestisch oogpunt gezien het fundament voor een geslaagd huwelijk tussen de grote drie – hardware, opstelling en akoestiek – en veel aandacht gaat in dit artikel uit naar deze parameter.
Het belang ervan kan simpel samengevat worden:
- Er bestaat een proportionele verhouding tussen het gebruikte luidsprekersysteem en de beschikbare ruimte. Een te grote luidspreker in een te kleine ruimte levert een mismatch op van de eerste orde en heeft consequenties die vele malen groter zijn dan bijvoorbeeld de nadelen van zoiets als een wat krap bemeten versterker of de net-niet perfecte diepteweergave van een budget CD-speler ten opzichte van een beter model.
De consequenties die voortkomen uit een proportionele mismatch tussen het luidsprekersysteem en de ruimte omvatten altijd de totale muzikale presentatie en zijn niet te corrigeren, behalve door deze verhouding beter in balans te brengen. Dat betekent ofwel verhuizen, ofwel verbouwen, ofwel een luidsprekersysteem neerzetten dat wel in een goede verhouding tot de ruimte staat.
Aan de hand van twee praktijkvoorbeelden kan duidelijk worden dat het bovenstaande heel ver reikt en minder zwartwit is als nu misschien lijkt. Hiernaast staan twee foto’s van luisterruimtes waarin compromissen gesloten werden ten aanzien van de footprint en vorm van de ruimte enerzijds en de verhouding van de luidsprekers tot die ruimte anderzijds.
In het onderste voorbeeld is het grootste probleem primair dat van een veel te groot luidsprekersysteem in een te kleine ruimte. Daarnaast is ook sprake van een voor muziekweergave ongelukkige vorm van de ruimte zelf. In het bovenste voorbeeld speelt de vorm van de ruimte een soortgelijke maar kleinere rol vanwege het dipolaire werkingsprincipe van de luidspreker. Strikt genomen is de ruimte ook aan de kleine kant voor een lijnbron met deze afmetingen, maar het dipolaire werkingsprincipe reduceert de nadelige uitwerking hiervan tot aanvaardbare proporties.
De vorm van de ruimte maakt het voor beide systemen moeilijk of onmogelijk om een correcte schaalafbeelding van de muzikale presentatie neer te zetten. De grootsheid van een ruimtelijk beeld kan in deze twee ruimtes niet neergezet worden op de manier zoals deze systemen dat behoren te doen. Beide combinaties van systeem en ruimte zadelen de eigenaars op met onvermijdelijke compromissen die een min of meer ernstige beperking opleveren voor de prestaties van de uiteindelijke muziekweergave.
De ironie wil, zeker in het tweede voorbeeld, dat een kleiner luidsprekersysteem in principe wel goed in staat kan zijn om in deze ruimte een correcte schaalafbeelding neer te zetten. Hoe dat mogelijk is blijkt aanstonds.
In het geval van de zolder met de dipoolluidsprekers is er sprake van een acceptabel compromis, terwijl er op de zolder met het grote dynamische systeem in principe sprake is van een onacceptabele luistersituatie. De eigenaar heeft bovendien een zeer aanzienlijke financiële investering gedaan om zowel een groot en kostbaar luidsprekersysteem als een volkomen volwaardige aansturing van dat systeem aan te schaffen en de ruimte legt in dit geval het systeem zodanige beperkingen op dat dit onmogelijk als een groot systeem kan klinken. Het zal geen verrassing zijn dat deze eigenaar inmiddels is begonnen om een volwaardige ruimte voor dit systeem te bouwen – klik hier om zijn project te bekijken.
Wat beide voorbeeldruimtes delen is hun onvermogen om een proportioneel correcte muzikale schaalafbeelding in de ruimte te projecteren als een groot luidsprekersysteem moet worden gebruikt.
Middels een aantal kunstgrepen is het mogelijk om de ruimte voor het geluid ogenschijnlijk (of eigenlijk, orenschijnlijk) groter te maken dan deze in werkelijkheid is. Het is echter niet mogelijk om de signatuur die de begrenzingen van een driehoekige ruimte oplegt aan de schaalafbeelding helemaal uit te bannen. De oorzaak hiervoor is terug te voeren op de afmetingen van ruimte en luidsprekersysteem plus de verhouding daartussen.
De tekening hierboven stelt een luidsprekersysteem voor in een ruimte die proportioneel correct is. Het totale afstraalpatroon van deze luidspreker – de schaalafbeelding van de muzikale presentatie dus – past voor het grootste deel binnen de ruimtebegrenzingen. Een relatief klein systeem kan in een relatief kleine ruimte op die manier een realistische en complete afbeelding neerzetten, zelfs van een groot orkest – dit verschijnsel is niet nieuw en in feite algemeen bekend.
Hoewel de schaal van die afbeelding vele malen kleiner is dan een echt concertpodium, is de afbeelding zelf (voorgesteld door de cirkel) wel volledig en correct. In feite moet u zich in plaats van een cirkel hier een bolvorm voorstellen om het beeld compleet te krijgen.
In de tekening hierboven is sprake van een proportioneel incorrecte situatie. Een groot luidsprekersysteem projecteert ook een duidelijk grotere ruimtelijke afbeelding. Zo groot dat deze niet in zijn geheel in de ruimte past; het afstraalpatroon wil in principe gedeeltelijk buiten de fysieke grenzen van de ruimte treden.
In de praktijk wordt het lichtgrijze deel van de cirkel dat ogenschijnlijk buiten de ruimte valt uiteraard gewoon door de wanden teruggekaatst. Klankmatig hoeft er geen enkel probleem te zijn in deze situatie, maar wel is zo niet mogelijk om een complete afbeelding van het concertpodium neer te zetten op een realistische manier. Het zal hoorbaar zijn dat het systeem eigenlijk een beduidend grotere ruimte nodig heeft om open te kunnen bloeien; de schaal van het geprojecteerde geluidsbeeld is veel groter dan de ruimte toestaat om realistisch neer te zetten.
In een ruimte met schuine zijwanden komt er nog een ander, specifiek probleem in beeld dat de kansen op een correcte schaalafbeelding nog verder reduceert: de driehoekige vorm van de ruimte heeft enerzijds de neiging om al het afgestraalde geluid overwegend naar beneden te drukken en in het middendeel bijeen te brengen (convergeren) en anderzijds zorgt deze vorm ervoor dat duidelijk meer geluidsinformatie vanuit het linkerkanaal terechtkomt in het geluidsveld van het rechterkanaal en omgekeerd dan bij een normale rechthoekige ruimte het geval zou zijn. Een vorm van mechanische overspraak als gevolg van de vorm van de ruimte dus.
De tekening hierboven laat voor twee reflecties zien hoe dat in zijn werk gaat. Hoewel dergelijke verschijnselen ook in een rechthoekige ruimte voorkomen zijn ze veel minder identiek dan in een ruimte met schuine wanden. Bovendien zijn ze minder talrijk, want meer gevarieerd. De signatuur die dit verschijnsel met zich meebrengt is daadwerkelijk hoorbaar als een beperking waar weliswaar op ingespeeld kan worden, maar die nooit helemaal weggaat.