Mijn eerste vraag (ik stel hem wel vaker aan ontwerpers) was hoe Accuphase zijn zo kenmerkende klank krijgt.
Het antwoord was eigenlijk bijzonder voor de hand liggend “Accuphase probeert van alle componenten de beste versie toe te passen die er is. Maar het draait niet alleen om de beste componenten, het is ook belangrijk dat de diverse componenten (transistors, weerstanden, condensatoren e.d.) goed samengaan met elkaar. De beste weerstand en de beste condensator maken nog niet het beste filter. Bij Accuphase staat ook de duurzaamheid hoog in het vaandel, je kunt beter een component kiezen dat constant blijft over een lange periode dan een component dat topprestaties biedt gedurende een korte tijd.”
De reden waarom in iedere folder van Accuphase een rijtje onderdelen staat wordt mij nu duidelijk. Het is geen simpele foto van een rijtje weerstanden en condensatoren maar een door middel van trial-and-error zorgvuldig uitgekozen en uitgebalanceerde combinatie van weerstanden en condensatoren of wat dan ook waar de man al zijn liefde in heeft gestopt! Op het moment dat ik dit beschamend toegeef kijkt Takaya Inokuma mij aan met een blik van “dat wist je toch wel?”
Mijn volgende vraag: “Hoe krijgt Accuphase het voor elkaar om op een enkele uitzondering na, al jaren dezelfde klank te behouden?”
“Accuphase maakt zoals ik al vertelde gebruik van de beste onderdelen die er voor een bepaalde toepassing zijn. Dit betekent in principe dat het eindresultaat dan ook steeds hetzelfde moet zijn. Ook proberen wij binnen een bepaalde prijsklasse het beste te maken wat mogelijk is. Maar wij proberen ook nog eens innovatief te zijn. De volumeregelaar zoals toegepast in onder andere de E-550 is de beste analoge volumeregelaar die er is. Het heeft jaren gekost om deze te ontwerpen. Maar ook om deze volumeregelaar stabiel te houden, de kans dat een dergelijk systeem “op hol slaat” is altijd aanwezig. En een Accuphase mag natuurlijk nooit iets kapot maken. - ik moet weer denken aan het verhaal van een dergelijke volumeregelaar van een ander merk die daadwerkelijk een eigen leven ging leiden.”
Op mijn vraag waar Accuphase zichzelf mee vergeleek wat betreft de klank en het kwaliteitsniveau kwam een wel heel apart antwoord, onschuldig vroeg ik nog “misschien de top Sony of Denon lijn?”
“Het enige merk waar wij onze apparaten mee vergelijken is…. Accuphase. Wij vergelijken onze apparatuur niet met andere merken. Het enige wat je dan krijgt is dat je gaat lijken op het betreffende merk. Wij willen graag onze unieke klank en eigenschappen behouden en dat kan je alleen maar als je naar de vorige modellen luistert en vergelijkt. Laat andere merken zich maar met ons vergelijken.”`
De E-550 is een behoorlijk succesvolle versterker. Deze 2 x 50 Watt klasse A versterker is werkelijk uniek en heeft wat ons betreft maar één nadeel: hij is niet echt goedkoop (8500 euro)
Komt er een goedkopere versie van de E-550?
Takaya Inokuma antwoord: “Bij Accuphase is zowel de klank als de degelijkheid belangrijk. Het is voor ons geen moeite om een goedkopere klasse A versterker te maken. Maar dan komt er één eigenschap van Accuphase te vervallen: degelijkheid. En dat is iets wat bij Accuphase nogal hoog in het vaandel staat. Het is gewoon een eis bij het ontwerpen!”
Er komt dus helaas geen E-550 “lite”
Volgende vraag: “Met de komst van de digitale versterkers (de Accuphase staat toevallig naast Lyngdorf) lijkt het niet meer dan logisch dat ook Accuphase met een volledig digitale versterker komt.”
Ondanks de eerdere mededeling dat Accuphase zichzelf niet vergelijkt met andere merken zag ik toch en blik van waardering naar Lyngdorf want ook hier weer een verassend antwoord:
“Ja, wij hebben al een poging gedaan met een digitale versterker, een Multi Channel. Wij zien zeker niet op tegen een digitale versterker en hebben de kennis ook in huis maar…. Lyngdorf was waarschijnlijk de eerste die een full-range versterker volledig stabiel wist te krijgen. Dat is voor ons een zeer belangrijke eigenschap die wij al voor elkaar hebben. Wat ons echter nog niet lukt, is om dezelfde klankeigenschappen te krijgen als de vorige Accuphase modellen. Zolang de mensen nog steeds het vooroordeel van “digitaal” geluid hebben is er voor ons een taak weggelegd om dat vooroordeel weg te halen en het Accuphase geluid naar het digitale niveau te tillen.”
Vraag: “Accuphase surround setje?”
Takaya Inokuma: “Wij hebben een surround setje maar onze ervaring is toch dat de stereobelevenis een veel belangrijkere belevenis is dan die van surround. Hierbij is de impact van het beeld belangrijker dan het geluid. De Accuphase klank en kwaliteit naar surround niveau vertalen is zo kostbaar dat het gewoon geen zin meer heeft. Als je dan ook nog bedenkt dat die surround set 95% van de tijd over twee kanalen aan het spelen is dan is het eigenlijk een zinloze investering.”
De kans op een Accuphase Blu-Ray is dus niet echt groot.
Terwijl er nog wat vragen in mij opkomen, vertelt Paul Hattink dat ze helaas verder moeten voor de lunch in de Euromast.
Hetzelfde ritueel als bij binnenkomst begint weer, handen schudden in de juiste volgorde, foto’s maken en weg waren ze weer.
Oh, tot slot vertelde Paul Hattink nog dat hij bij bijna iedere molen moest stoppen om foto’s te nemen. Paul zijn linker ooglid begint nu een beetje te trillen als hij een molen ziet ;-)