Het uiteindelijke prototype werd in 1972 door de BBC ontwerp afdeling aangeboden voor uitvoerige test-sessies waarin alle akoestische en elektrische eigenschappen aan de tand werden gevoeld. Dit eerste type had al de bekende kast met `picture frame` rand rond het doek maar nog steeds geen grille of vilt voor de T 27 unit. De kastafmetingen waren al wel de bekende 30,4 X 19 X 16 cm. Dit prototype scoorde dusdanig hoog dat men, ondanks de beperkte geluidsdruk en laagweergave, besloot deze `LS 3/5` te gaan gebruiken voor de externe BBC media-units (meestal omgebouwde vrachtwagens of bussen). Een kleine oplage van deze LS 3/5 weergevers werd door de BBC zelf vervaardigd voor eigen gebruik. De BBC medewerkers waren allen zeer te spreken over de nieuwe monitor en al gauw werd er besloten om enkele luidsprekerfabrikanten uit te nodigen om de LS 3/5 onder BBC-licensie te gaan produceren. Rogers was de eerste die hierop inging en kondigde in 1974 de Rogers LS 3/5 aan in een eigen brochure.
Zeg eens `a`
Alles in kannen en kruiken? Nou... nee. Toen men bij de BBC had besloten om een tweede serie van de LS 3/5 voor eigen gebruik te maken, bleek dat KEF in de tussentijd de specificaties van zowel de B 110 als de T 27 had veranderd. Dat had tot gevolg dat de verschillende onderdelen van de LS 3/5 opnieuw door de BBC ontwerpafdeling op elkaar moesten worden afgestemd om de weergave binnen de gewenste parameters te houden. Daarnaast moest de licensie-fabricage tijdelijk worden stopgezet. In de klankkast werden bitumen platen aangebracht tegen de binnenkant van de zijwanden. Onder en boven werden zelfs twee lagen bitumen aangebracht. Het frame van de B 110 werd gedempt door een kunststof ring wat meteen voor een betere afdichting moest zorgen. Voor de akoestische demping koos men schuimrubber en ook de kast-afdichtingen kregen betere pakkingen om lekkage door hoge luchtdruk te voorkomen. De metalen beschermgrille van de T 27 was afkomstig van de Celestion HF 2000. Er werd voor dat type gekozen omdat het meteen voor een akoestish filter-effect zorgde. Een rechthoek van vilt rond de tweeter zorgde voor een gemodificeerd afstraalgedrag, wat anders negatief beïnvloed zou worden door de rand van het front. Al vrij vroeg werden de fronten van BBC weergevers voorzien van Tygan, een geweven nylondraad wat sterker was dan het eerder gebruikte doek en wat de nieuwe afstemming ten goede kwam. Om deze nieuwe versie te onderscheiden van het eerste type werd een `a` toegevoegd aan de naam. De LS 3/5a was geboren. Naast KEF en Rogers kregen Chartwell, Spendor, Harbeth, Goodmans en AudioMaster allen BBC-licensies voor het produceren van de LS 3/5a. Er zijn ook licensies verleend aan een paar andere bedrijven waar echter geen of weinig gebruik van werd gemaakt.
Het BBC LS 3/5A prototype
11 Ohm en PVC
De eerste versie van de LS 3/5a had een nominale impedantie van 15 Ohm, iets wat veel buizenversterkers hem in dank afnamen. Combinaties met onder andere de Leak Stereo 20 en de Quad II zijn dan ook zeer geliefd. In 1987 werd het ontwerp om verschillende redenen aangepast: er waren fluctuaties in de productiekwaliteit waargenomen, maar ook resonantie-ophopingen die terug te traceren waren naar de interactie tussen de B 110 en de klankkast. De BBC vroeg KEF om een onderzoek waar een aangepaste B 110-productie uit voortkwam. De latere versie had een stijvere PVC roll surround gekregen in plaats van de oude Neopreen surround (waardoor onder andere de spreekspoel moest worden aangepast). Het wisselfilter onderging ook grote veranderingen; zo werd de auto-transformator vervangen door een nieuw circuit met een weerstandladder (waarmee individuele LS 3/5a`s binnen bepaalde toleranties moesten worden afgestemd op hun stereo-wederhelft). De nominale impedantie zakte naar 11 Ohm, toch een relatief hoge impedantie vergeleken met een gemiddelde 6 of 8 Ohms luidspreker. Het nieuwe filter bestond uit maar liefst 26 componenten. De laatste verandering kwam in de vorm van modieuze bi-wire aansluitingen (waar men bij Harbeth - overigens terecht - niet aan meedeed).
Weergavepartners
De bijzonder lage gevoeligheid van de LS 3/5a resulteert in een geluidsdruk 83 dB (bij 1 Watt aansturing, gemeten op 1 meter afstand). De gevoeligheid en de hoge nominale impedantie kunnen het leven van transistorversterkers met een relatief lage voedingsspanning bijzonder zuur maken. Nu is de `Baby Beeb` met een maximum SPL van 95 dB toch al geen schreeuwertje en aanstuurproblemen kunnen met een beetje gevoel voor verhoudingen worden voorkomen. Mooie hedendaagse solid-state combinaties kunnen worden gemaakt met versterkers zoals de Exposure XXXV, de Bel Canto C5i en de Sugden A 21a. De nieuwe Quad II van Quad Musikwiedergabe en de RCM Bonasus zijn goede voorbeelden van geschikte buizenpartners.
Een moderner mdodel: de Spendor SA-1