Soulution 725 en 711

Voordat ik met het luisterdeel van start ga, wil ik eerst nog wat dieper ingaan op de aspecten waarmee deze apparaten zich onderscheiden van hun voorgangers, de 720 voor- en 710 stereo eindversterker. Zoals ieder ander Soulution product, streven ook deze transistor 725 en 711 versterkers naar ‘the absolute sound’. Oftewel een weergave die volledig eer doet aan het bronmateriaal en zo min mogelijk eigen inbreng daar aan toe te voegen. Nu bestaat absolute neutraliteit natuurlijk niet en heeft ieder product wel een bepaalde eigensignatuur. Maar waar ik op doel is dat deze producten bewust zijn ontworpen om het originele bronsignaal ongeacht het gekozen volumeniveau of de aangesloten weergever (die een eigen onderlinge interactie genereert), zo min mogelijk aan te tasten. Om dit te bereiken worden zowel extreem ‘snelle’ ontwerpen (frequentiebereik van DC- 1 MHz), als schakelingen met een zo hoog mogelijke stabiliteit en een zo laag mogelijke stoorvloer ingezet. Het grote speerpunt van deze nieuwe generatie is echter het feit dat de voeding compleet is herzien en dan bedoel ik ook echt herzien. Want in geval van deze 700 serie is zelfs het woord compromisloos nu eens een legitiem reëel woord.



Meesterlijke voedingsschakeling
Waar in de nieuwe 725 voorversterker nog van een conventionele maar nu wel volledig gereguleerde voeding met een capaciteit van maar liefst 570.000(!) microfarad gebruik wordt gemaakt, is dit pad in de nieuwe 711 stereo eindversterker bewust verlaten. Hier wordt nu namelijk voor het eerst in plaats van conventionele trafo’s, van een geheel nieuw ontworpen schakelende voeding (SMPS) gebruik gemaakt. Een eerste reden voor deze ommezwaai is dat alleen al een volledig gereguleerde conventionele voeding van het beoogde vermogen, de volledige behuizing van een 711 in beslag zal nemen! Naast veel minder ruimte wat door de grotere onderlinge afstand van de schakelingen, aanzienlijk minder interne interferentie oplevert, is een andere belangrijke overweging het feit dat deze schakelende voeding door zijn gestuurde en gecontroleerde snelheid, op geen enkel moment tijdens pieken vermogen tekort kan komen. Zelfs bij de meest heftige stroomvraag, wordt de reserve traagheidsloos weer op niveau gebracht. Startklaar voor een volgende impuls. Waar de oude conventionele voeding ondanks zijn enorme kracht en capaciteit bij bijvoorbeeld zeer heftige baspulsen toch nog last had van enig voltageverlies, heeft dit op deze nieuw ontworpen variant geen enkel effect meer. Ook prettig is dat de negatieve invloed van lichtnetfluctuaties eveneens geheel tot het verleden behoort. Om deze schommelingen adequaat op te kunnen vangen, moest het Soulution ontwerpteam in het oudere ontwerp alles dermate fors over dimensioneren dat dit leidde tot een grotere warmteafgifte. Hierdoor was men genoodzaakt om koelventilatoren aan te brengen. Door de nieuwe gereguleerde SMPS technologie is niet alleen het vermogen behoorlijk gestegen, maar konden nu gelukkig ook de ventilatoren achterwege blijven! Een andere in mijn ogen zeer belangrijke winst, is dat het lichtnet niet meer door de eindversterker zelf kan worden vervuild. Waar de grote en krachtige transformatoren van zware conventionele voedingsschakelingen, stroompieken van 15 of zelfs meer ampères terug het lichtnet in kunnen sturen en daarmee ongewenste bovenharmonischen voor andere apparaten kunnen genereren, heeft deze nieuwe Soulution toepassing daar totaal geen last meer van. Hierdoor presteert niet alleen de 711 eindversterker maar ook al uw andere audiocomponenten, gehoormatig aanzienlijk beter. Het meest bijzondere vind ik uiteindelijk dat alle waargenomen klankmatige wijzigingen, louter op het conto van deze volledig gewijzigde voedingsschakeling moeten worden bijgeschreven. Vooral omdat in de documentatie blijkt dat aan de audiocircuits zelf namelijk helemaal niets is veranderd!



Luisteren 1
Om alles in het juiste perspectief te kunnen zien of beter gezegd te horen, heb ik de Soulution 711 eindversterker zowel met de toevallig voorhanden en mij zeer goed bekende Audio Research Galileo GS150 buizen eindversterker vergeleken, als indirect met voorganger Soulution 710. Hoewel ik de eigenschappen van de Magico S3 luidsprekers toch uitstekend meen te kennen, blijkt dat er al bij het inluisteren een hele reeks aan opvallende eigenschappen zijn waar te nemen. Het eerste wat mij daarbij direct opvalt is enerzijds de rotsvaste plaatsing van alle muzikanten in een bijzonder groots en goed gelaagd stereobeeld, maar ook een maximale afwezigheid van ongewenste ‘hifi’ franje. Om rustig te beginnen start ik met het superrealistisch en prachtig natuurlijk opgenomen album ‘Jazz in the key of blue’ van de Jimmy Cobb Quartet (Chesky SACD344). Dit zeer integer en relaxt spelende jazz kwartet, is juist door het grote scala aan subtiliteiten en klankschakeringen, een vaak moeilijk te nemen horde. Of de muziek wordt grijs, saai en inspiratieloos, of de subtiliteiten worden dermate uitvergroot en timbres aangedikt, dat de instrumenten een karikatuur van zichzelf worden. Al vanaf de eerste noot slaat de Soulution combi  hier exact de juiste toon aan. Er wordt namelijk helemaal niets extra aangezet, aangedikt of juist andersom te bedeesd en afgezwakt weergegeven. Wanneer ik het nummer ‘Stairway to the Stars’ kies, bevind ik mij meteen in de bijna tastbare akoestiek van de St. Peter’s Episcopal kerk in New York City. Je hoort de lucht zich prachtig door de met zeer veel beheersing door Roy Hargrove bespeelde trompet begeven en zowel het timbre, expressie als afbeeldingsgrootte, komen letterlijk 1:1 overeen met de werkelijkheid. Grote klasse! Ook de dit keer volledig in dienst van de overige bandleden spelende drummer Jimmy Cobb, gitarist Russell Malone en contrabassist John Webber, zorgen voor een enorm gemakkelijk in het gehoor liggende presentatie. Wat mij aan deze weergave vooral zo treft, is de werkelijk extreme mate aan natuurlijke vanzelfsprekendheid. Dit samen met een oplossend vermogen dat dermate hoog ligt en zo fijnmazig word gepresenteerd, dat het niet of nauwelijks meer een eigen inbreng in het totaal lijkt te hebben. Een volgende opname die in alle muzikale opzichten een absolute tegenpool vormt, betreft het extreem dynamisch en flamboyante album ‘Thanks for All’ (cd Ella Productions EP2004-3) van de in Tunesië geboren pianist Serge Forté. Samen met een hele reeks aan topmuzikanten waaronder niemand minder dan de helaas veel te vroeg overleden meester jazz pianist Michel Petrucciani en Mino Cinelu op percussie, biedt deze cd de typische (goede!) digitale kwaliteit en vooral stabiliteit waardoor dit medium ook vandaag de dag nog zo enorm veel muzikaal plezier weet te schenken.
Al bij het eerste nummer ‘Funky Oscar’, ontstaat meteen een geweldig pakkend dynamisch muzikaal vuurwerk. Een muzikaal treffen wat zindert van enthousiasme en waar bijna letterlijk de vonken vanaf vliegen. Nu heb ik Funky Oscar inmiddels op veel meer werkelijke topsystemen gehoord. Maar samen met de eveneens onvolprezen Naim Statement versterker, gaat dit Soulution duo beslist aan kop wat betreft dynamische beheersing, headroom, moeiteloze verwerking van contrasten, natuurlijke vanzelfsprekendheid en controle van het diepste laag tot het hoogste hoog. In positieve zin nog meer afwijkend is dat geen enkele klankmatige eigenschap bij zowel subtiele of extreme dynamiekpieken of een hoger of lager gekozen volumeniveau, hoorbaar veranderd. Waar topkwaliteit buizenontwerpen zoals de tegenwoordig door mij gebruikte Zanden 6000 of de bij Chattelin eveneens aanwezige Audio Research Galileo GS150, normaliter uitblinken in een grote souplesse, natuurlijke timbres, tastbare aanwezigheid van zowel de muzikanten als opnamelocatie en fijnzinnigheid van dynamische contrasten. Blijkt ook dit Soulution transistor duo hierin ver mee te kunnen gaan. Hoewel het ruimtelijke 3D plaatje wel wat meer afgelijnd en absoluut gezien wat minder spectaculair groots overkomt, gaan de absolute gelaagdheid en focussering zelfs nog wat verder dan met veel buizenontwerpen mogelijk is. De echte meerwaarde van deze Zwitsers vind ik uiteindelijk echter vooral het ontbreken van enig audiofiele opsmuk. Een fenomeen waardoor je opmerkelijk dieper in de muziek kunt ‘duiken’ zonder te veel naar de eigen signatuur van de set te luisteren.

MERK

EDITORS' CHOICE