Welke combinaties
Met drie signaalbronnen ter beschikking maak je makkelijk muziek. Het ontbreken van een phono ingang maakt het noodzakelijk mijn Clearaudio Basic in te zetten. Aangestuurd door een Highphonic element in een Pro-ject Perspective. Cd speler had ik ook wel van vM willen betrekken, maar was niet beschikbaar. Dus de Teac/Monarchy Audio set bleef op zijn plaats. Cd loopwerk met losse jitter reductie en daar achteraan een losse d/a converter. De tuner mijn Musical Fidelity waar een X-10D bij staat om het niveau te reduceren en de uitgangimpedantie te verlagen. De vM versterkers zijn aangesloten met mijn eigen kabels (VdH, Puresonic, Ocos, Supra) en onderling verbonden met vM zilveren interconnects type SC-4S. De vM kabels op die plek om zoveel mogelijk binnen de ontwerpfilosofie te blijven. Netsnoeren van Lapp en volledig afgeschermd. De totale set is geaard en deels gefilterd via een eenvoudig netfilter. Op het laatste moment is nog gebruik gemaakt van een Kemp Elektroniks Power Source waar de hele set op kon draaien. Luidsprekers dit keer mijn Electra 926 zonder subwoofer. Er zit maar één pre-out op de vM MA 340 en die ging naar de PA 230 (op de meeste geïntegreerde versterkers helaas zelfs geen!!). Tevens is er veel gespeeld met ter beschikking staande Dynaudio Audience 122 en Hepta Frontier luidsprekers. Standesign racks dienden als ondergrond en ik ben niet aan het tweaken geslagen met speciale voetjes. Er is gespeeld in de volgende combinaties:
- MA 340 als stand alone versterker
- MA 340 als voorversterker met de PA 230 als eindtrap
- MA 340 voor de basspeakers en de PA 230 voor de tweeters (bi-amp)
- MA 340 voor de tweeters en de PA 230 voor de bassen (bi-amp)
- PA 230 via XLR op mijn Clearaudio Balance
De indruk
Als alle relais hebben geklikt zet de muziek in. Zonder brommen, zonder zuchten en zonder ruisen. Sade ligt in de cd lade en een enorm live gevoel bekruipt me. Ik speel dan met de Dynaudio Audience 122. Maakt niet zoveel uit of ik met de combinatie MA 340/PA 230 speel of met de MA 340 alleen. De Dynaudio heeft geen bi-amp mogelijkheid. Sade swingt en zet een zeer groot podium neer. De diepte is haast tastbaar en ook in de hoogte en breedte vult het beeld zich. Het maakt waanzinnig muziek. De rust van de Dynaudio blijft overeind. Net als de sprankel frisse JMLab zijn waarde houdt als ik van speakers wissel. Ik lever dan wel diepte in. De versterker kan het dus wel, de combinatie speaker/versterker is in dat opzicht minder. Wat het geheel zo pakkend maakt is de geschapen sfeer. Mijn normale Clearaudio/Monarchy Audio combinatie bakt daar veel minder van en gaat eerder in de richting van analytisch. Van Medevoort doet een zeer geslaagde poging het live concert te laten herleven. Door met Diana Krall. Haar laatste cd is lief en zacht. Draai hem niet te vaak want dan val je in slaap. Zoals altijd is bij Krall de bas dik en vet aangezet. De vM werkt er braaf aan mee om de kamer te vullen. Haar stem blijft neutraal en met de hoes in de hand denk ik toch “ik wil wel eens uit met de dame”. De muziek wordt tot in detail weergegeven al bespeur ik bij mijzelf een gevoel dat er meer moet zijn. Het is zo netjes allemaal. Zo afgemeten. In de cd kast dan maar naarstig op zoek naar iets wilds.
Dead Can Dance speelt de nummers 1 en 2 van de cd Into The Labyrinth met verve op de vM combinatie. Alles is er wat je wilt. De diepe drums, de knetterende slagen die van links boven moeten komen, de diepe stem. De muziek is spannend en opwindend en blijft ook na vele malen draaien boeien. Een beetje vergeten staat Loreena McKennitt tussen vele andere artiesten. Wie haar niet kent, ze maakt een soort wereldmuziek met veel invloeden uit Ierland, Wales, de Kelten en Noord Afrika. Een bijzondere cd van haar is To Drive The Cold Winter Away. Opgenomen in een drietal kerken/kloosters zingt zij liederen die haar in de jeugd zijn bijgebracht. Haar herinnering aan haar muzikale jeugd. Het speciale geluid, mijn vrouw noemt haar in positieve zin een heks, doet vervlogen tijden als beelden op het imaginaire netvlies projecteren. Beelden van langzaam bewegende monniken die door de gangen schuifelen. Het is geen makkelijke cd om aan te horen. De muziek is niet toegankelijk voor een groot publiek en de opname verbergt details die slechts op een top set hoorbaar zijn. Kleine opname foutjes of bijgeluiden zijn hoorbaar. Zoals Loreena het zelf omschrijft, die bijgeluidjes zijn als in ophaaltjes in de trui die oma breide om bescherming te bieden aan de koude winter. Je moet weten waar ze zitten om ze op te merken. Haar vele andere cd’s liggen wat makkelijker in het gehoor en ik kan u aanbevelen er eens een te beluisteren.
Ik maak even een zijsprong om het experiment te beschrijven met bi-ampen. Een korte uitleg vooraf. Achter op veel luidsprekers zitten twee aansluitingen voor luidsprekers. Veelal doorverbonden bij aanschaf met een plaatje. Zonder dit plaatje zijn de hoge tonen speakers geheel gescheiden van de lage tonen. Het is op die manier mogelijk om met dubbele kabels de speakers aan te sluiten op een versterker. Het voordeel kan een betere weergave zijn omdat de beïnvloeding van de tweeter door de woofer (andersom is veel kleiner) wordt kortgesloten bij het punt waar in de keten de laagste impedantie aanwezig is, de uitgang van de versterker. Kun je twee separate kabels gebruiken (bi-wire), dan kun je ook een stap verder gaan. Bi-amp. Eén versterker sluit je aan op de basspeakers, een tweede versterker stuurt de tweeters aan. Het voordeel gaat hier een grote stap verder. Moet versterker A veel vermogen leveren aan de basunits, dan zal dat zeker zijn negatieve invloed hebben op het delicate tweeter signaal. Scheid je die twee geluidssignalen, dan zal dat bas geweld niets veranderen aan de behandeling van het tweeter signaal in versterker B. Ik heb het hier dus niet over een 4-kanaal versterker met een enkele voeding die als 2x2 stereo wordt aangesloten. Nee echt twee gescheiden wegen voor hoog en laag. Met de vM nemen we de proef op de som. Als speakers de JMLab Electra 926 zonder sub woofer. Eerst de MA 340 als enkele aansluiting ter referentie (dat had dus ook een CA 230 met één PA 230 kunnen zijn). Dan vervang ik de MA 340 eindtrap door de PA 230 en laat ik de MA 340 alleen staan als voorversterker. Ik hoor geen eigenlijk geen verschil. De PA 230 en MA 340 zijn overduidelijk elkaars gelijke. Op het afspeelniveau in mijn kamer maakt het niet uit dat de voorversterker stroom over heeft als de eindtrap geen dienst doet. Slechts om reden van flexibiliteit zou ik het extra bedrag uit willen geven. Anders is het als de MA 340 vermogen mag geven aan de tweeters en de PA 230 de woofers kan aansturen. De Electra 926 maakt de scheiding tussen de woofers enerzijds en het midden/hoog anderzijds. Het is een 3-weg systeem. De MA 340 heeft dus een zware klus om het meest in het oor springende muziek signaal te versterken. Maar doet dat met verve. Nu heb je wel een kwaliteitswinst die zich vertaald in meer kracht en gemak. Het verschil is niet subtiel maar duidelijk. Over de gehele linie is alles een stapje beter. Het voelt alsof er een sterkere motor in een auto is gezet. Gemak, souplesse, eigenschappen en definitie gaan vooruit. Omdraaien van de zaak, dus de MA 340 op de woofers en de PA 230 op midden/hoog verandert weinig. Aardig in de war gebracht met alle kabelwisselingen zag ik ook nog kans om links en rechts te verwisselen op de basspeakers terwijl ik dat niet deed op midden/hoog. Ook een speciaal effect, dat helaas ten koste gaat van de muziekweergave.
Een laatste experiment was het aansluiten van de PA 230 op mijn Clearaudio Balance voorversterker met Puresonic XLR kabels. Het viel me niet tegen, het viel me niet mee. De verfijning van mijn Monarchy Audio SM-70 klasse A hoorde ik niet terug. Alles werd vlakker, minder dynamisch of opvallend en het “Yes” gevoel nam af. Het blijft altijd moeilijk om in een set die met zorg is opgebouwd een enkel component te vervangen, maar je kunt wel vaststellen of de zaak beter of slechter wordt. De PA 230 is gewoon een goede versterker. Niet meer en niet minder in deze combinatie. De onlangs geteste Electrocompaniet, met een veel veel hoger prijskaartje, scoorde beter en deed iets extra’s t.o.v. Monarchy. De kracht nam toe. vM maakt het geluid als het ware eenvoudiger en meer doorsnede dan ik gewend (verwend??) ben. Meer muziek passeerde de revue terug in de normale setting. Oud werk en nieuw werk. Pop, jazz en klassiek. De vM bleef lekker spelen. Zonder mankeren en zonder storende ruis of brom. Ook niet opvallend goed of slecht. Heel makkelijk en gelijkmatig. Dat vind ik ook de beperking/winst in deze apparaten. Het is geen absoluut high end spul waar een maximum aan detail uit komt. Of grote dynamiek. Let op ik zeg dus niet dat het absoluut geen high end is. Het ligt eraan waar de lezer/luisteraar zijn essentie legt. vM is beduidend beter dan veel andere apparatuur. Het is mijns inziens niet gebouwd op het laatste audiofiele nootje maar veeleer op degelijkheid en toepasbaar in vele situaties. Het zijn werkpaarden, goed genoeg om op een concours een prijs in de wacht te slepen. De onverstoorbare zwoegers voor elke dag. Het is ook niet nodig om er veel mee te rommelen. Ze klinken zoals ze zijn. Een goede kabel, een goed netsnoer en aan de slag. Wie niet maalt om tweaken doet hier en juiste keuze.