Ja, dan breekt het punt van aansluiten en spelen aan. Als eerste was de Cyber 100 gearriveerd. Creaktiv racks kunnen zeer multifunctioneel opgebouwd worden en mijn rack is zodanig dat er nog ruimte overblijft voor de te logeren apparaten. De Cyber 100 vond een plaatsje onderin het rack en nam de taak over van mijn Audio Research LS25MKII voor- en Marsh A400s eindversterker. Nirvana SL luidsprekerkabels werden verbonden de Cyber met Avalon Avatars. SignAudio interlinks vonden hun weg naar een Clearaudio Basic Symmetry en VPI/Clearaudio Victory vinyl combinatie. Digitaal signaal werd door een Teac VRDS-speler verzorgd. Ditmaal in combinatie met een Apogee MINI-Dac. Upsampling door een Behringer SRC2496 sample rate converter.
Spelen maar
Dat de Cyber niet vergeleken mag worden en kan worden met mijn eigen referentie lijkt mij duidelijk. Ik beoordeel hem daarom op een heel ander niveau. De versterker was gloednieuw, de doos was zelfs nog dicht. Dat heeft als voordeel dat je weet dat je een nog niet eerder gebruikt exemplaar in handen hebt. Maar zoals u wellicht weet kleeft aan ieder voordeel een nadeel. Het nadeel is dat de importeur niet heeft kunnen inspecteren of het apparaat 100% in orde is. De mogelijkheid blijft immers bestaan dat er, ook bij een volledige controle door de fabrikant, iets over het hoofd gezien is. De klant moet voor eventuele onbedoelde gebreken behoed blijven. Daar ligt uiteraard ook een taak voor een dealer. Om de Cyber in te spelen gaf deze eerst op de achtergrond het signaal van de tuner door. Maar hoe leuk en goed onze Nederlandse radiozenders ook zijn, op een gegeven moment komt er een punt dat ik serieus naar de versterker moet gaan luisteren. Koppel ik een bovenlader aan exotisch en erotisch, een buizenversterker doet mij denken aan romantiek en oude vergeten muziek. Ik begeef mij rustig naar mijn cd’s en kies ik het toepasselijke, romantische "Love Scène" van Diana Krall. Een intieme cd waarop Krall begeleidt wordt door piano, gitaar en bas.
De klank is vol, rond en warm? Ja wel warm, maar niet onplezierig en zeker niet vermoeiend. Het laag kent voldoende fundament, niet altijd even strak en doortekenend. De stem aanstekelijk en met gevoel weergegeven, kent geen vervelende intonaties. Het licht wordt verder gedimd, een fles rode wijn open getrokken en met een plank vol verschillende soorten kaasjes luister ik verder. Kleine bezettingen als trio’s zijn een lust voor het oor. Vinyl van Oscar Peterson tot Juliette Gréco passeert de revue. Juliette Gréco zingt Franse chansons, nooit gedacht dat ik dat ooit zou draaien maar een mens doet soms rare dingen. Het wordt zo plezierig door de Cyber 100 weergegeven. Wegdwalen van de harde realiteit van de dag is het gevolg. Van intiem naar bombastisch, Big Bands van grootheden als Count Basie en Duke Ellington blijven ook met de 2 x 40 watt verbluffend goed overeind staan. Wat blijft is de ronde, warme en sfeervolle klank, trompetten hebben een prettig warm randje. Een Avatar is geen moeilijke luidspreker om aan te sturen maar vraagt met groot werk en het diepste laag toch wel wat van de versterker. De Cyber 100 kan een heel eind goed mee, maar moet in de finesses toch een veertje laten. Ik weet zeker dat er met een goede monitor, die een wat hoger rendement heeft, verbluffend mooie resultaten te behalen zijn.
Van een geheel andere orde is de Droplet CDP-5.0 CD-speler. Ik ben de luistersessie in een iets andere set-up begonnen. Mijn Marsh A400s eindversterker heeft plaats gemaakt voor een PS Audio Classic 250 eindversterker. De overige apparaten zijn hetzelfde gebleven. De CDP-5.0 is een zeer uit de kluiten gewassen speler. Ik kan hem niet normaal in mijn Creaktiv audio-rack kwijt. Er rest dus niets anders dan hem, op Masterbase, op de vloer te plaatsen. In eerste instantie is er via de Single Ended buizenuitgang geluisterd. Dezelfde "Love Scène" van Diana Krall heeft nu veel meer impact en realiteitsgehalte. De piano is dynamischer, de gitaar puntiger. Van de rustige en evenwichtige Krall stap ik over naar het fantasierijke brein van Roger Waters. Stress ontbreekt volledig evenals hardheid die bij andere systemen nog wel eens ten gehore komt. De stem van de nieuwslezer komt niet zover naar buiten als bij mijn Teac/Apogee combinatie, het detail van het hoefgetrappel, precies in het midden van de Avalons, kent de precisie van een scherpschutter. De boog wordt ruim weergegeven. Het laag gaat diep, is stevig en leidt geen onbeteugeld leven. De klappen van de drums in het één na laatste nummer "It’s A Miracle" laten een strak, droog en denderend laag horen. Het middengebied is open, transparant en heeft daardoor een erg verfijnde weergave. Het beeld kenmerkt zich in eerste instantie door rustige weergave, maar wie goed doorluistert blijkt dat dit een enigszins vertekend beeld is. De Droplet is zeer goed in staat dynamiek ten gehore ten brengen. Basie spettert samen met Peterson op de XRCD "Satch and Josh". Geen enkel detail ontgaat de CDP-5.0, ieder bitje wordt aan het plaatje ontfutseld. Nu zult u misschien denken dat de Droplet een analytische kille speler is. Dat is absoluut niet waar. Janis Ian verdwijnt onder de puck en tegelijk laat ik haar op de VPI meedraaien. Beide media subliem opgenomen op het Analogue Productions label. Janis komt met de Droplet heel dicht bij haar analoge evenbeeld. Slechts in strakheid op het totale geluidsbeeld scoort de digitale versie beter. De sfeer en emotie kunnen echter op geen stukken na benaderd worden. Maar heeft Opera Audio daar niet de Droplet CDP-5.0 LP versie voor uitgevonden? Ik kan analoog en digitaal nog verder met elkaar vergelijken maar dat vind ik niet reëel. Je koopt ten slotte geen CD-speler om hem met een draaitafel te gaan zitten vergelijken. Ik ga door en al gauw passeert een grote selectie CD’s de revue, waaronder Patricia Barber, Tori Amos, Kari Bremnes en John Lee Hooker. De kwaliteiten van deze speler ga ik steeds meer bewonderen. De controle is fenomenaal, de stemmen staan niet zomaar in de ruimte maar hebben een lichaam. Er is gevoel, er is sfeer, er is emotie. De CDP-5.0 neemt je tot zich en stoot je nimmer af.
Uiteraard heb ik ook nog naar de XLR-uitgang geluisterd. Een onverwacht goede en relatief goedkope Xindak gebalanceerde kabel mocht de LS25MKII rechtstreeks van signaal voorzien. De klank is wat doortastender en kent wat meer druk in het totale geluidsbeeld. Het laag wordt strakker en er is meer definitie. Ik zie bij Basie en Peterson ook wat meer zweetdruppels op het voorhoofd verschijnen, het pianospel kent meer passie en levendigheid. Roger Waters is weer wat gemener geworden en het gebulder van de spoken in "Three Wishes" worden beter onder controle gehouden. Ik word niet meer zo dicht bij de intimiteit van Krall toegelaten, zij creëert wat meer afstand. De stem klinkt wat afstandelijker en ook hier kent het pianospel meer autoriteit. Na deze uitgebreide luistersessies begin ik steeds minder te begrijpen waarom er een digitale uitgang op de Droplet zit. Gokken op meerdere paarden? Het kan kostenverspilling zijn. De uitgang zit er vast niet voor niets en nieuwsgierig als ik ben besluit ik de Droplet als loopwerk te gebruiken. Een Apogee Wide-Eye kabel wordt uit het Teac loopwerk getrokken en verdwijnt in de digitale uitgang van de Droplet. Een Apogee MINI-Dac heeft nu het heft in handen. Er is meteen een duidelijk verschil. Het beeld is puntiger, venijniger en transparanter. Het lieflijke en vergeeflijke is verdwenen, daarvoor in de plaats realiteit. De Apogee kent nog meer drive en autoriteit dan de "all in one" CDP-5.0. Dat vertaalt zich terug in een strakkere laagweergave, een stabieler beeld en een nog betere plaatsing. Ik mis helaas sfeer, betrokkenheid, gevoel en emotie bij bijvoorbeeld Krall en Peterson in een kleine bezetting. De smaak die ik proefde met de XLR-uitgangen van de Droplet krijg ik met een Apogee een klein beetje terug.