De importeur bracht de tafel en leverde die werkend en waterpas op. Geplaatst op een Real Spectral glazen meubel levert hij een imposant geheel. Ik heb gebruik gemaakt van drie phono versterkers, te weten: een Van Medevoort PHM3, een Sphinx Phono en de Bluenote Phono die op hun beurt met een Crystal Cable CrystalConnect Piccolo aangesloten zijn op een Marsh P2000b voorversterker. Ter analoog vergelijk staat er een Garrard 301 met Pro-ject 9C arm en een Benz-Micro Glider L2 element. Als eindversterker diende een Marsh A200s, die al snel plaats maakte voor een PrimaLuna ProLogue Five buizen eindversterker, omdat die ongelofelijk goed presteert. Luidsprekers zijn Focal-JMLab Electra 927 Be met een SW900 actieve subwoofer. Luidspreker kabel is Crystal Cable SpeakReference. De netspanning is geoptimaliseerd met AHP zekeringen, Kemp Balanced Source Isolator en een Kemp Powersource netfilter. Netsnoeren, vrijwel zonder uitzondering afgeschermd, komen onder meer van Kemp, Läpp en Crystal Cable.
Phonoversterker shoot out
Met drie phono versterkers de test van een draaitafel ingaan wordt mij te gek, dus heb ik eerst uitgezocht welke phono versterker mij het beste past in de combinatie. Van start met een Van Medevoort PHM3 die hier toch staat. De Carpenters leveren op de draaitafel een fraaie, open weergave zonder dissonanten. Het geluid spreidt zich tussen de speakers uit. De stem van zowel Karen als Richard is los van de achtergrond. Kinderstemmetjes op track 1 klinken behoorlijk als kinderstemmen, wat lang niet altijd het geval is. Een blokfluit hangt mooi in de lucht. Weinig plaatsruis, geen waarneembare vervorming en geen slissende weergave. Hetzelfde gaat op met Sade. Een licht ingehouden basweergave, wel lekker stuwend. Percussie is helder en ritmisch met veel kleine details. Zodra de zang meerstemmig is blijft de verstaanbaarheid hoog en heeft elke stem een afgebakend gebied. De hoogte afbeelding is maar matig. De totaal indruk met de PHM3 is een eerder rustig en uitgewogen dan een opzwepend geheel. Harmonieus, breed en langdurig beluisterbaar.
Ik had meer verwacht van de duurste phono trap, een Sphinx Phono Equalizer van eveneens Nederlandse bodem. Wat direct opvalt, is dat de Sphinx het geluid tussen de luidsprekers blijft houden. Het stereobeeld is meters smaller en opeengedrongen. De kinderstemmetjes zijn wat meer kind dan met de vM. Iets meer evenwicht naar de baskant, zeker ritmisch maar bij vlagen ook scherp. Die scherpte komt nog meer naar voren met Sade. Weer meer bas, meer slissen van de stem en minder oplossend vermogen. Ook minder is de weergave van diepte, terwijl de hoogte afbeelding niet beter is dan met de vM. De totale weergave is, naar mijn mening, onrustig. Het lijkt alsof de speler sneller is gaan draaien en de plaat afgeraffeld moet worden. Het kleine voordeel dat de basweergave heeft boven de vM maakt de mindere eigenschappen niet goed en met de prijs van de Sphinx in het achterhoofd, laat ik die vallen ten gunste van de vM.
Als laatste pak ik de Bluenote Phono 1 Mk II. Direct komt de breedte van de vM terug en daarbij gaat de Bluenote zelfs nog een stapje verder. De bas blijft goed. Het geheel is spannend en helder. Een mooie, wederom open afbeelding met dit keer wel informatie op de juiste hoogte. Heel aangenaam klinkt Sade, met veel detail. Plaatruis blijft laag, de definitie van de muziek hoog. De Carpenters ontlokken meer commentaar. Karen zingt met een hardere "S"-klank. Richard’s stem gaat minder diep. De kinderen zijn nog net meer kind dan met een vM. De plaatsing van stemmen en instrumenten is beter, omdat de Bluenote transparanter is. Wat ook tot gevolg heeft dat de onzuiverheid van de stem van Karen meer naar voren komt. Een klein rafelig randje kleeft van nature aan haar stem. Een Eucalypta kraakje om met Paulus de Boskabouter te spreken. De rust die de vM bracht keert slechts ten dele terug, waardoor de Bluenote ongeveer tussen de Sphinx en de vM hangt. Daarmee maakt de Bluenote de weergave wel wat levendiger en spannender. De keuze tussen vM en Bluenote is lastig, ik vraag mij zelfs af of ik bij een blindtest de juiste naam bij de juiste versterker kan plakken. Daarom laat ik het uiterlijk, wat past bij de draaitafel, meetellen samen met de geboden levendigheid. In andere woorden, de rest van de recensie speelt de Bellavista Signature met het Jan Allaerts element en de Bellaria arm via de Bluenote Phono 1. Een kleine extra opmerking: de Bluenote is het meest gevoelig voor brom en de kabels van de platenspeler mogen niet in de buurt van voedingen komen of lopen langs slecht afgeschermde netsnoeren. Een punt van aandacht bij het opstellen.
Hoofdrolspeler
Natuurlijk is de Bellavista Signature de hoofdrolspeler in deze recensie. Nu mag hij de volle aandacht hebben. Voor zover hij dat niet genoot met de phono shoot-out. Het is kenmerkend dat de Bluenote met Jan Allaerts zich zo makkelijk leent om phonotrappen te beoordelen. In de periode die achter mij ligt heb ik een prima indruk opgedaan van het kunnen van de combinatie. Niet dat ik daar lang voor nodig had, binnen één minuut, met een willekeurige langspeelplaat, weet je dat dit een platenspeler is van hoge kwaliteit die als geheel "klikt". Daar heb je echt geen weken voor nodig. Rechtstreeks passend in de selecte groep topklasse spelers met namen als VPI, Nottingham Analogue of Oracle (en anderen). Met een enorme verfijning die slechts weggelegd is voor de allerbesten.
Het Jan Allaerts element steelt mijn hart al in die eerste minuut. Luister maar eens naar Toshima Yamamoto als hij "Misty" speelt. Veel verder dan bij mijn speler gaat de nuancering van elke pianonoot. De klank van de snaar, het natrillen en het resoneren van de vleugel door de zeer hoge mate van transparantie. Heftig. Yamamoto martelt de piano die op zijn beurt uw set tot het uiterste drijft. De Bluenote blijft terughoudender dan een Garrard met zijn grote drive, meer harmonieus. Nog altijd heftig genoeg om menig versterker tot clippen te drijven. De aftastvervorming is heel erg klein, de plaatruis van mijn licht beschadigde Yamamoto LP aangenaam laag. De bas goed in balans met het midden en hoog. Dat de bas terughoudender is komt mede doordat de eindversterker (PrimaLuna ProLogue Five) relatief nieuw is. Een feest van snelheid is het beluisteren van "Die Röhre". Een opname met uiterste zorg gemaakt op een keten bestaande uit louter buizenapparatuur (van microfoon tot snijtafel) en waarop werken staan van onder meer Biber, Corelli en Vivaldi. Al in het eerste werk spettert de solo viool overal bovenuit. Terwijl toch het volle orkest in de schijnwerpers komt te staan. Zeer lieflijk waar nodig, zeer heftig als de muziek dat voorschrijft. Een breed beeld vult de kamer, zeker als het stuk van Biber aan de beurt is (Battalia à 10) waarin de muziek de herrie die dronken passanten kunnen maken tracht uit te beelden. Al spelen de instrumenten dwars door elkaar heen hun eigen melodie, elk instrument is te volgen in de open en snelle weergave.
Ik weet nog exact waarom ik een paar jaar geleden verliefd werd op de stem van Juliette Gréco. Het was tijdens een demo van een set in Berlijn. Het heeft lang geduurd voor ik weer die liefde voelde omdat ik geen set kon vinden die de ervaring evenaarde. Toegegeven, ik geniet vaak van de opname "Et ses grandes chansons", maar het gebeurt zelden dat de oorspronkelijke verliefdheid de kop op steekt. Kennelijk is de perfecte opname alleen niet genoeg om de Franse sfeer van de straten van Parijs zo levendig voor te toveren. Zodat ik de geur van vers stokbrood ruik, de schilderijen kleurig in de galerieën zie hangen en met passerende Françaises kan flirten. De Bluenote en Jan Allaerts roepen het beeld in herinnering terug. Mijn nieuwe versterker geeft er een dimensie extra aan, dat is mooi meegenomen. Gréco, met al haar charmes op deze speler, zorgt haast voor tranen in de ogen. Het verlangen de Thalys te pakken en haastig richting Gare du Nord te vertrekken blijft alleen geremd door aardse zaken als geld en tijd. Als beide LP kanten gepasseerd zijn zucht ik diep, tot het moment dat het geluk mij toelacht en ik een appartement in Parijs kan kopen, zal ik het met de LP moeten doen. Met het gruwelijke vooruitzicht dat de Bluenote terug naar Sneek verhuist lang voor ik de droom heb waargemaakt. Volgens de fabrikant/ontwerper Maurizio Aterini worden alle Bluenote audio producten vanuit het hart ontworpen om een zo goed mogelijke emotionele overdacht te verkrijgen. Meneer Aterini het is u gelukt.